Boko Haram: een religieuze oorlogsmachine in Nigeria

Met de moordende bomaanslag in de Nigeriaanse hoofdstad Abuja en de ontvoering van tientallen meisjes uit een internaat presenteerde Boko Haram zich de voorbije dagen uitdrukkelijker dan ooit als een bedreiging voor de machthebbers in Nigeria. Wie zijn deze Nigeriaanse islamisten? Waarvoor vechten ze? En welke relatie heeft hun strijd met de wankele politiek in de grootste economie van Afrika? David Van Peteghem zet de feiten op rij voor MO*.

  • © Reuters/Afolabi Sotunde De schade na de bomaanslag bij het busstation in Abuja, 14 april 2014. © Reuters/Afolabi Sotunde

Bij de bomaanslag in Abuja vielen minstens zeventig doden en meer dan honderd gewonden. Een aantal kopstukken van de regerende People’s Democratic Party van president Goodluck Jonathan (PDP) lieten in enkele Nigeriaanse kranten zoals de Vanguard of The Punch optekenen dat de bomaanslag het werk was van de onlangs opgerichte coalitiepartij van de grootste oppositiepartijen, de All Progressives Congress (APC). Die beschuldigingen voorspellen weinig goeds voor de presidentsverkiezingen in 2015. Verschillende bronnen vrezen dat die verkiezingen de politieke machtsstrijd tussen het Noorden en Zuiden op een nieuw en ongekend gewelddadig niveau zullen tillen.

Een militie voor de oppositie?

Geruchten en samenzweringstheorieën over politieke steun of patronnage voor Boko Haram vermelden meestal de namen van voormalige militaire staatshoofden Ibrahim Badamasi Babangida en vooral Muhammadu Buhari, omdat deze laatste na zijn verkiezingsnederlaag in 2011 uitriep het land voor president Jonathan onregeerbaar te maken. Buhari verloor die verkiezingen met zijn eigen opgerichte partij, het Congress for Progressive Change (CPC). Maar sinds kort heeft hij zich met zijn partij aangesloten bij de nieuwe APC coalitie, die in februari 2013 werd opgericht door enkele Yoruba politici uit het zuidwesten van Nigeria uit onvrede met het PDP beleid van president Jonathan.

De afgelopen maanden sloten ook andere belangrijke oppositiepartijen zoals het Action Congress of Nigeria (ACN) en de laatste restanten van de noordelijke partij, All Nigerian Peoples Party (ANPP) zich aan bij deze coalitie. Er liepen ook al heel wat PDP’ers over naar deze nieuwe zweeppartij.

Buhari kan echter op geen enkele manier in verband gebracht worden met de politiek/religieuze machtsbasis van de fundamentalistische wahabieten in het noorden van Nigeria, waartoe Boko Haram gerekend kan worden. Boko Haram is een verre aftakking van de Izala, de grootste fundamentalistische moslimbeweging met honderdduizenden aanhangers. Buhari behoort eerder tot de aristocratische Fulani klasse die religieus gezien gebonden is aan de soefistische broederschappen.

Bovendien kan hij omwille van zijn genadeloze en soms surrealistische strijd tegen politieke corruptie tijdens zijn kortstondig beleid als militair leider in 1983/84 nog steeds rekenen op enorme populariteit onder de Nigerianen, zowel in het overwegend christelijke zuiden als in het overwegend islamitische noorden. Buhari mag dan wel de reputatie genieten van een gewiekst leider, toch is hij ook een oprechte verdediger van nationale eenheid.

Tenslotte verdedigt deze noordelijke moslimleider allerminst de theocratische samenlevingsidealen van de meest radicale elementen onder de wahabieten, die de religieuze en sociale orde in het noorden van Nigeria willen funderen op de transcendente macht van hun Schepper en de autoriteit van moslimleiders. In één van zijn jongste Youtube-boodschappen maakt Abubakar Shekau, de huidige leider van Boko Haram, overigens duidelijk dat Buhari voortaan voor zijn leven moet vrezen. 

De erfenis van Brits koloniaal bestuur

De wahabieten in Nigeria beschouwen de soefistische broederschappen als hun aartsvijanden omwille van hun religieus ecclectisme en ook omwille van hun historische medewerking aan de koloniale administratie van de Britse imperialisten. De dieperliggende betekenis achter de naam Boko Haram kan zelfs teruggebracht worden tot dat koloniale verleden en de diepe wonden die het heeft geslagen in het noordelijke politieke bewustzijn.

Tijdens de koloniale periode bestempelden Hausa boeren de Britse introductie van het Latijnse schrift als ‘Boko’, als iets ‘vals’. En de moslimgeleerden uit de hogere klassen die hun onderricht gaven, aanzagen ze als de ‘Yan Boko’ omdat ze school liepen bij de Britten, waar ze een vorm van onderwijs kregen die werd afgekeurd als ‘Karatun Boko’ of ‘vals onderwijs’.

Hausa boeren zagen de Britse introductie van het Latijnse schrift als ‘Boko’, als iets ‘vals’

De Britse imperialisten schakelden deze moslimgeleerden in voor het funderen van hun koloniale administratie. Ze werden ingezet als lokale historici, vertalers en antropologen en kregen tegelijkertijd westers onderricht. Omwille van deze samenwerking worden de traditionele moslimgeleerden van de soefistische broederschappen door hun wahabitische tegenhangers tegenwoordig nog steeds verantwoordelijk gesteld voor de ondergang van het islamitische Hausa/Fulani imperium dat aan deze koloniale periode voorafging.

Het koloniale verleden verklaart waarom Boko Haram steevast wordt vertaald als ‘westers onderwijs is een zonde’ en ook waarom deze moslimextremisten de afgelopen jaren verschillende keren in het noordoosten van het land staatsscholen aanvielen en platbrandden.

Betekent het ook dat Boko Haram strijd voert tegen elke westerse vorm van technologisch en wetenschappelijk onderwijs en dat de beweging – zoals staat te lezen in verschillende zogenaamde ‘homeland security’ rapporten van Amerikaanse universiteiten - een internationale bedreiging vormen voor het Westen? Dat is twijfelachtig op zijn best.

Een Nigeriaans fenomeen

Boko Haram is veeleer een Nigeriaans terreurfenomeen, een diffuse oorlogsmachine die tot nader order enkel in eigen land, in de noordelijke regio alles van de kaart probeert te vegen dat niet in overeenstemming gebracht kan worden met hun visie op de islam. Volgens de Gentse politicoloog Thierry Limpens voert deze wahabitische moslimbeweging een machtsstrijd tegen de drie grootste politiek/religieuze machtsbasissen in Nigeria: de christelijke machtsbasis van de pinksterkerken, de islamitische machtsbasis van de soefistische broederschappen en ook de eveneens islamitische machtsbasis van de (mainstream) wahabieten.

De doelwitten van Boko Haram zijn ook de beste indicatie van hun doelstellingen. Ze steken staatsscholen in brand, niet omdat ze westerse wetenschappen en technologie verwerpen, maar omdat het seculiere karakter van het staatsgeorganiseerde onderwijs indruist tegen hun ideaalbeeld van de islamitische pedagogie.

Ze steken pinksterkerken en charismatische kerken in brand omdat er geen toekomst weggelegd is voor christenen in hun islamitische heilstaat. De meeste christenen in het noorden behoren bovendien tot de etnische minderheidsgroepen die werden gekerstend door Igbo en Yoruba uit het zuiden die eveneens in grote getallen naar het noorden migreerden.

Ze steken pinksterkerken en charismatische kerken in brand omdat er geen toekomst weggelegd is voor christenen in hun islamitische heilstaat

Ze hebben het ook gemunt op de traditionele leiders van de soefistische broederschappen die ze eveneens associëren met het corrupte Nigeriaans staatsapparaat en omdat hun religieus ecclectisme indruist tegen de theologie van de tawhied, die stelt dat een moslim enkel Allah moet aanbidden.

Als de Nigeriaanse berichtgeving hierover klopt, werden er in 2012 alleen al een tiental traditionele leiders in het noordoosten vermoord door aanhangers van Boko Haram. Er worden tevens wahabitische leiders vermoord en hoewel dit lijkt in te druisen tegen het gegeven dat Boko Haram zelf een wahabitische beweging is, schakelen ze deze invloedrijke moslimleiders uit om hun politiek/religieuze machtsbasis over te nemen. 

Een nieuwe generatie islamisten

Boko Haram behoort tot een nieuwe generatie fundamentalistische moslimbewegingen in het noorden van Nigeria. Ze zagen het levenslicht ergens in de jaren negentig, aan de vooravond van de democratische transitie. Na de gedeeltelijke invoering van de sharia (beperkt tot het strafrecht) in de noordelijke deelstaten in 2000/2001, traden ze meer op de voorgrond, vooral dan in de noordelijke deelstaten Bauchi, Yobe en Borno. Wat deze bewegingen verbond, was hun onvrede over de invoering van democratie en een voor hen ontoereikende toepassing van de sharia.

In Bauchi waren er de Koranisten van Kalo Kato die openlijk door de straten begonnen te prediken. In Yobe beschuldigden aanhangers van Al Sunna Wal Jamma de plaatselijke Nigeriaanse overheid ervan niet de ‘ware sharia’ te hebben ingevoerd. In Borno had je de zogenaamde Yusufiyyah, een moslimbeweging die werd geleid door de geestelijke leider Mohammed Yusuf, de balngrijkste in de ontstaansgeschiedenis van Boko Haram, de noemer die op al deze verschillende bewegingen geplaatst wordt.

De beweging van Yusuf had zichzelf bewapend en volgens een uitgelekt document van de Amerikaanse inlichtingsdiensten bereidde ze halverwege 2009 een opstand voor tegen de plaatselijke regering van Borno, die toen onder ANPP leiding stond van staatsgouverneur Ali Modu Sheriff, die tegelijk vaak verweten wordt achter Boko Haram te zitten. Ahmad Salkida, in de Nigeriaanse pers wel eens de journalist van Boko Haram genoemd, vertelde me hierover dat er hoe dan ook een onderscheid moet gemaakt worden tussen ECOMOG, de zogenaamde politieke militie van de voormalige staatsgouverneur van Borno, en de Yussufiyyah.

De beweging van Yusuf bestond aanvankelijk uit een kleine groep vrome moslims die zich uit het dagelijkse leven hadden teruggetrokken en in een besloten gemeenschap samenleefden volgens de samenlevingsidealen van de vrome voorgangers of de eerste moslimgeneraties. Ze stonden bekend als de Sahaba (moslimjeugd) en hoewel ze in diepe onvrede leefden met de lokale politieke machtsverhoudingen en de niet-consequente toepassingen van het islamitisch geloof streefden ze geen politieke doelstellingen na.

Hoewel ze in diepe onvrede leefden met de lokale politiek streefden ze geen politieke doelstellingen na

Daar kwam pas verandering in toen Yusuf rond 2002 de leiding van de beweging overnam en ze verder uitbouwde tot haast een staat binnen een staat in Maiduguri, de hoofdstad van Borno.  In de ogen van Yusuf representeerde zijn beweging het volk van de weg van de profeet Mohammed en de moslimgemeenschap van de eerste generatie (Ahlas-Sunnah wa al-Jama’a ala Minhaj).

Yusuf zette zijn leden aan het werk op landbouwgronden van zijn welgestelde familie. Hij richtte een microkredietsysteem op voor kleine boeren en marktkramers. Hij bekostigde tevens de huwelijken van zijn aanhangers om zo de inplanting van zijn beweging te verstevigen en verder uit te breiden. Vanuit politiek oogpunt verdedigde Yusuf op vurige wijze dat het noorden van Nigeria volledig moest geïslamiseerd worden, dat alle westerse invloeden moesten worden uitgebannen, en dat moslims geen medewerking meer mochten verlenen aan de seculiere Nigeriaanse overheid.

Terrorisme “doorspoelen”

Na de presidentsverkiezingen van 2007, die werden gewonnen door de voormalige gouverneur van Katsina, Umar Musa Yar’adua, kwamen toch ook enkele leden van Yusufs beweging terecht in de plaatselijke regering van gouverneur Ali Modu Sheriff. Eén lid, Alhaji Buji Fai kwam zelfs aan het hoofd van het ministerie van Religieuze Zaken te staan dat belast was met de strafrechtelijke toepassing van de sharia en de organisatie van de religieuze politie (Hisbah).

Door deze politieke deelname begon de regering van Sheriff de groeiende macht van Yusuf meer en meer percipiëren als een bedreiging voor de plaatselijke ANPP oligarchie. Dat leidde ook tot verschillende schermutselingen met de plaatselijke politiediensten en arrestaties van aanhangers van Yusuf. Dat leidde in juli 2009 tot tegenacties, waarbij honderden aanhangers uit de gevangenis bevrijd werden en Maiduguri ingenomen werd. Kort nadat de federale regering het licht op groen had gezet voor de zogenaamde veiligheidsoperatie ‘doorspoelen’, werd deze opstand op de meest brutale wijze onderdrukt.

De veiligheidsoperatie in Borno, Yobe en Bauchi leidde tot een slachtpartij waarbij tussen de 1500 en 3000 doden vielen

De veiligheidsoperatie leidde in Borno maar ook in Yobe en Bauchi tot een slachtpartij waarbij tussen de 1500 en 3000 vermeende leden van Yusufs beweging en daaraan gelieerde bewegingen omkwamen. De Ibn Taymiyyah moskee van Yusuf in Maiduguri werd met de grond gelijkgemaakt. Yusuf werd ook gearresteerd, kort ondervraagd en vervolgens geëxecuteerd.

Soldaten en politiemannen namen dit informeel verhoor ook op met hun gsm’s en plaatsten het op Youtube. Uit deze beeldopnames leren we dat volgens Yusufs begrip van ‘Boko’ of ‘Haram’, dingen als tovenarij, polytheïsme en astronomie vormen van kennis zijn die Allah had verboden, terwijl de computers en injectienaalden die werden teruggevonden in zijn woning louter technologische dingen zijn.

Monsterlijke wederopstanding

De gebeurtenissen van juli 2009 waren niet het einde, maar leidden tot de wederopstanding van Yusufs beweging, onder leiding van Yusufs rechterhand, Abubakar Shekau die de onlusten had overleefd. Voortaan noemde de beweging zichzelf “het volk toegewijd aan de verkondiging van de profeet zijn leerstellingen en de Jihad” (Jama’atu Ahlis Sunna Lidda’awati wal-Jihad). Deze naamsverandering betekende tegelijk een oorlogsverklaring aan de Nigeriaanse overheid.

Nog geen jaar later organiseerden ze in Bauchi een spectaculaire bevrijdingsactie waarbij honderden medestanders uit de gevangenis bevrijd werden. Maar het is pas na het overlijden van president Yar’adua in 2010 en de machtsovername door zijn toenmalige vicepresident Goodluck Jonathan, die vervolgens ook de presidentiële verkiezingen van 2011 wint, dat de hel pas goed losbreekt.

De verkiezingsoverwinning van Jonathan, een pentecostale christen afkomstig uit de zuidoostelijke Nigerdelta, werd gezien als een schijnbaar beslissende afrekening met de noordelijke politieke machtsbasis van moslimleiders.

Na de verkiezingsoverwinning van Jonathan werden bijna alle noordelijke deelstaten en ook in sommige deelstaten uit het centrum getroffen door bomaanslagen, politieke moordaanslagen, bankovervallen en dodelijke raids op kerken, moskeeën, stadwijken, dorpen en marktplaatsen.

In de Nigeriaanse pers begon men al dit geweld toe te schrijven aan Boko Haram, maar in werkelijkheid was een groot deel van dat geweld onderdeel van lokale politieke machtsstrijd of kon het worden toegeschreven aan criminele bendes, andere kleine moslimbewegingen en in sommige gevallen pleegden eveneens christenen aanslagen onder de naam van Boko Haram.

De naam van Boko Haram werd gebruikt om vat te krijgen op de gewelddadige chaos waarbij ondertussen al meer dan tienduizend mensen omkwamen en waarvoor tienduizenden op de vlucht gingen. Niet alleen de Amerikaanse media, maar ook  Nigeriaanse journalisten begonnen te spreken over de voortdurende dreiging van de terreur van taliban-bewegingen.

Het militaire offensief

In 2011 verscheen er een onderzoeksrapport opgesteld door het presidentiële comité voor veiligheidsuitdagingen dat de federale regering opriep een dialoog aan te gaan met de leiders van Boko Haram. Tot een echte dialoog is het volgens Shehu Sani, een mensenrechtenactivist uit Kaduna, nooit gekomen omdat de regering het Boko Haram conflict louter ziet als een tijdelijk veiligheidsprobleem. Maar ook de meest radicale elementen van Boko Haram onder leiding van Shekau zaten niet te wachten op een dialoog.

De regering verkoos dan ook te gaan voor een militaire oplossing en lanceerde daartoe op 12 juni 2011 een veiligheidsoperatie om de orde in het noordoosten terug te herstellen. Kort daarna waagde oud-president Olesugun Obasanjo zich nog wel aan een informeel bezoek aan enkele familieleden van Mohammed Yusuf, maar deze gesprekken eindigden na zijn bezoek met een moordaanslag op Obasanjo’s gesprekpartner.

De regering verkoos een militaire oplossing toen een halfslachtig voorstel tot dialoog nergens toe leidde

Daarna breidde het Nigeriaanse leger zijn veiligheidsoperatie verder uit door een samenwerking met het Tsjadische en het Nigerese leger aan te gaan om de strijd aan te binden tegen de terroristische activiteiten van Boko Haram langs de poreuze grensgebieden, die ook al jarenlang bekend staan als centrale draaischijven voor wapenhandel. Maar ook deze nieuwe gezamenlijke actie leidde niet tot de gewenste resultaten.

Een nieuwe slachtpartij in het grensdorp Baga in het noordoostelijke Borno op 16 april 2013, waarbij meer dan honderd doden vielen en het dorp bijna volledig met grond werd gelijkmaakt, bracht de Nigeriaanse regering er dan ook toe om in de daaropvolgende maand opnieuw de noodtoestand uit te roepen in deelstaten Borno en Yobe -het eigenlijke territorium van Boko Haram.

Kort daarop werd er een nieuw groot militair offensief gelanceerd, met 8000 soldaten die naar deze door terreur geplaagde gebieden trokken om de laatste bolwerken van Boko Haram van de kaart te gaan vegen.

Ook in Adamawa werd de noodtoestand uitgeroepen. Maar hier werd op het eerste gezicht vooral ingegrepen omdat in deze deelstaat een gewelddadige politieke machtsstrijd tussen studentenbewegingen was losgebarsten. Het valt echter ook niet uit te sluiten dat ook in deze noordelijke regio, grenzend aan Borno terreuracties worden uitgevoerd door Boko Haram. De onduidelijkheid illustreert hoe ongrijpbaar Boko Haram blijkt te zijn. Ze kunnen overal opduiken en terreur zaaien. 

Sjeik Ibraheem El Zakzaky, de niet onbesproken leider van de op het sjiisme geïnspireerde Islamic movement of Nigeria stelde dat Boko Haram helemaal geen identiteit, geen plaats en geen medium heeft. Zelfs President Jonathan liet zich ooit ontvallen dat  Boko Haram spoken zijn.

Het uitroepen van de noodtoestand in deze deelstaten en het militaire offensief tonen wel aan dat de Nigeriaanse regering ook zelf de gedaante aanneemt van een oorlogsmachine om de eigen fragiele soevereiniteit te beschermen tegen rivaliserende machtscentra. Sinds enkele maanden kan het leger in Maiduguri ook rekenen op de steun van een nieuwe militiebende, de zogenaamde Civilian Task Force. In betaalde opdracht van de huidige gouverneur van Borno houden deze jongeren met stokken, stenen en machetes een ware heksenjacht op vermeende leden van Boko Haram.

Het einde van Nigeria?

De vraag of dit grootscheepse militaire offensief van de Nigeriaanse overheid zijn vruchten afwerpt, valt moeilijk te beoordelen. Het feit dat de strijd nog steeds voortgaat en dat Boko Haram tijdens de afgelopen maanden nog verschillende zware aanslagen pleegden op scholen en de legerbarakken in Maiduguri aanvielen, wijzen er op dat het einde van deze strijd nog niet in het zicht is.

De lokale regering sloot in maart 2014 al de meeste middelbare staatscholen na veelvuldige aanvallen van Boko Haram

De bomaanslag in Abuja en vooral de daaropvolgende  ontvoering van een tweehonderdtal schoolmeisjes in Chibok, een kleine stad op 160 kilometer van Maiduguri wijzen er ook op dat Boko Haram almaar driester wordt in zijn acties. Het voelt zich daarin gestimuleerd door het feit dat de lokale regering na veelvuldige aanvallen op scholen in maart 2014 al de deuren sloot van de meeste middelbare staatscholen. 

Hoe dit conflict verder zal wegen op de politieke machtsstrijd tussen de regerende PDP van president Jonathan en de APC coalitie valt moeilijk te voorspellen. Sommigen vrezen dat de verkiezingen van 2015 de laatste Nigeriaanse verkiezingen zijn,en dat het land daarna uiteen zou vallen. De Nigeriaanse economie is intussen echter veel te groot om te falen. Zowel in het zuiden als in het noorden zullen politieke leiders er ongetwijfeld alles aan doen om de gevreesde splitsing te voorkomen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.