Dilma en Petrobras, ceci n'est pas un staatsgreep?

Vrijdag 5 augustus gaan de Olympische Spelen van start in Brazilië. Ondanks alle feestgedruis is het politieke achterdoek duister en woelig. Raf Custers, onderzoeker en auteur van De Uitverkoop van Zuid-Amerika, legt het verband tussen de afzettingsprocedure van Dilma en de diepgaande hervormingen van Petrobras.

  • Programa de Aceleração do Crescimento (CC BY-NC-SA 2.0) Campo Lula Programa de Aceleração do Crescimento (CC BY-NC-SA 2.0)
  • Antonio Cruz (CC BY 3.0 br) Dilma Rousseff Antonio Cruz (CC BY 3.0 br)
  • Romério Cunha (CC BY 2.0) Michel Temer met 'sojakoning' Blairo Maggi Romério Cunha (CC BY 2.0)
  • Ricardo Stuckert, PR, agencia Brasil (CC BY 3.0 br) Lula met de president van Petrobras, Sergio Gabrielli Ricardo Stuckert, PR, agencia Brasil (CC BY 3.0 br)
  •  Miguel Castro (CC BY-NC 2.0) Spotprent van José Serra Miguel Castro (CC BY-NC 2.0)
  • Romério Cunha/VPR (CC BY 2.0) Michel Temer (midden) met Blairo Maggi (rechts) Romério Cunha/VPR (CC BY 2.0)
  • Divulgação Petrobras / ABr - Agência Brasil (CC BY 3.0 br) Olieplatform in Brazilië Divulgação Petrobras / ABr - Agência Brasil (CC BY 3.0 br)
  • Felix (CC BY-SA 4.0) Petrobras Felix (CC BY-SA 4.0)
  • Ricardo Stuckert/PR - Agência Brasil (CC BY 3.0 br) Lula woont een openingsceremonie van een olieplatform bij. Ricardo Stuckert/PR - Agência Brasil (CC BY 3.0 br)
  • Senado Federal - Plenário do Senado (CC BY 2.0) José Serra Senado Federal - Plenário do Senado (CC BY 2.0)
  • Romério Cunha (CC BY 2.0) Michel Temer Romério Cunha (CC BY 2.0)
  • Senado Federal - Plenário do Senado (CC BY 2.0) José Serra Senado Federal - Plenário do Senado (CC BY 2.0)

 

‘Een parlementaire coup, dat is de afzettingsprocedure om president Dilma af te zetten’. Tot die conclusie komt een Internationaal Tribunaal voor Democratie in Brazilië, na twee dagen van beraadslagingen op 19 en 20 juli in Rio de Janeiro. Het tribunaal bestond uit juristen uit Mexico, Frankrijk, Italië, Spanje, Costa Rica en de Verenigde Staten.

Vier vragen, een antwoord

Het Internationaal tribunaal moest zich uitspreken over vier vragen: is afzetting in strijd met de Braziliaanse Grondwet? Als er geen misdaad is aangetoond, gaat het dan om een parlementaire staatsgreep? Zijn internationale verdragen, getekend door Brazilië, geschonden en moet de afzetting ongeldig worden verklaard?

Op iedere vraag antwoordde het tribunaal: ja! Zijn vonnis wordt nu naar het Braziliaanse parlement gestuurd.

Dilma wordt aangewreven dat ze de begroting heeft gemanipuleerd, ‘om de ware omvang van het tekort te verdoezelen’.

 

President Dilma Rousseff van de arbeiderspartij PT is in mei geschorst. In de twee kamers van het Braziliaanse parlement stemde een meerderheid voor haar afzetting.

Dilma wordt aangewreven dat ze de begroting heeft gemanipuleerd, ‘om de ware omvang van het tekort te verdoezelen’.

Een senaatscommissie onderzoekt nu haar dossier en brengt einde juli verslag uit aan de Senaat. Tegen 16 augustus, terwijl de Olympische Spelen van Rio in volle gang zullen zijn, zou het verdict moeten vallen. Wordt Dilma definitief uit haar ambt ontzet, ja of nee?

Dilma Rousseff en de volksbewegingen in Brazilië hebben haar afzetting van meet af aan als een parlementaire staatsgreep bestempeld. Tot ver buiten Brazilië wordt die opinie gedeeld.

‘De beschuldiging dat ze met de begrotingscijfers heeft geknoeid’, schreef The Economist, ‘is een voorwendsel om een onpopulaire president aan de kant te schuiven’. Eerder in juli veroordeelde ook een collectief van Franse parlementsleden Dilma’s “afzetting” als een coup.

Antonio Cruz (CC BY 3.0 br)

Dilma Rousseff

Populair front tegen de coup

Dilma maakte zich echter ook bij haar traditionele achterban onpopulair omdat ze schipperde in haar beleid en de Braziliaanse bourgeoisie met “orthodoxe maatregelen” te vriend probeerde te houden. Dat zorgt voor grote verwarring in het progressieve kamp.

Maar nu ze als staatshoofd opzij wordt geschoven, staan de vakbonden en de volksbewegingen achter haar, of verzetten ze zich in ieder geval tegen wat zij als een coup beschouwen.

Samen vormen ze onder meer een populair front, het Frente Brasil Popular. Dit is een bondgenootschap van de vakcentrale CUT, de landloze landarbeiders (MST) en het landelijk netwerk tegen industriële dammen (MAB).

Ook partijen van links zoals de PT, PSOL, PCdoB en PSTU en de vakcentrale Conlutas mobiliseren tegen de coup.

President van de oligarchie

Tijdens Dilma’s schorsing neemt haar vice-president Michel Temerde de hoogste functie van de staat waar. Hoewel hij daartoe niet bevoegd is, regeert Temer van de rechtse partij PMDB als de president van de machtige en conservatieve Braziliaanse oligarchie.

Toen hij zijn overgangsregering samenstelde, overwoog Temer om Paulo Leme op te nemen in zijn economisch team. Leme leidt de Braziliaanse tak van de Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs.

De portefeuille van Landbouw gaf hij aan Bruno Maggi, bijgenaamd de ‘Sojakoning’ omdat diens familie heerst over een imperium van sojaplantages waarvoor onmetelijke stukken woud zijn gekapt.

Tekenend voor de richting die Temer kiest, zijn ingrepen om de Braziliaanse petroleumfirma Petrobras te kortwieken. De staat is nochtans mede-eigenaar van Petrobras.

Romério Cunha (CC BY 2.0)

Michel Temer met ‘sojakoning’ Blairo Maggi

Michel Temer heeft bij Petrobras een nieuwe topman aangesteld, die op zijn beurt een wetsontwerp steunt dat het belang van Petrobras in de petroleumsector ondermijnt.

Het wetsontwerp wil de rol reduceren die Petrobras speelt in de uitbating van nieuwe wingebieden met aanzienlijke petroleumreserves in de Atlantische Oceaan.

Petroleum uit de diepzee

Een tiental jaar geleden ontdekte Petrobras deze nieuwe reserves, gelokaliseerd in verscheidene bekkens voor de Braziliaanse kust, van Santos tot Espiritu Santu.

De vondsten toonden waartoe Petrobras technisch in staat is. De reserves zitten immers tot 6000 meter onder de zeespiegel, diep in de oceaanbodem. Daar ze afgedekt zijn door een zoutkorst noemen de Brazilianen deze voorraden pré-sal.

Naar Amerikaanse normen zijn reserves 1600 meter onder het wateroppervlak, zoals in de Golf van Mexico, reeds ultra diep. De nieuwe Braziliaanse reserves zijn naar verluidt zeer rijk, maar onder meer vanwege de diepte moeilijk uit te baten. Daar zijn alleszins zware investeringen voor nodig.

Onder president Ignacio Lula da Silva (PT), de voorganger van Dilma, heeft de Braziliaanse staat de uitbating van de pré-sal naar zich getrokken. Lula kwam in 2009 met een nieuw wettelijk kader, dat eind 2010 -vlak voor hij het presidentsambt aan Dilma overdroeg- van kracht ging.

Dat pakket houdt onder meer in dat Petrobras de operator van de nieuwe pré-sal wordt. PetroSal, een nieuwe staatsonderneming houdt toezicht op deze nieuwe sector.

Een deel van de inkomsten gaan naar een openbaar fonds voor sociale voorzieningen en onderwijs, en de staat neemt via een kapitaalsverhoging van Petrobras een claim op de exploratie en de productie van 5 miljard vaten petroleum uit zes pré-sal zones in het Santos-bekken.

Geen concessies, wel consortia

Lula stapte ook af van het concessie-systeem en koos voor het regime van de Production Sharing. Concessies zijn territoria die door de staat aan ondernemingen worden toegekend, die de zones voor eigen rekening uitbaten en een deel van de opbrengst als royalties afdragen aan de staat.

Deze worden echter meestal als enclaves gerund; ze staan niet in verbinding met het land dat hen omringt en leveren geen bijdrage aan de economie. Vandaar Lula’s keuze voor de Production Sharing.

De pré-sal gebieden zouden voortaan aan consortia van ondernemingen worden toegekend, die de productie onder elkaar zouden verdelen, met Petrobras als operator die in de consortia een aandeel van minstens 30 procent moest hebben.

Zo reserveert de Braziliaanse staat een aanzienlijk deel van de productie en inkomsten uit de pré-sal-velden voor zichzelf en stimuleerde hij banden met de omringende economie.

De eerste pré-sal, het Libra-veld, werd in oktober 2013 voor uitbating geveild en toegekend aan een consortium waarin Petrobras een participatie had van 40 procent. De andere deelnemers waren de Westerse multinationals Shell en Total, elk goed voor 20 procent, en de Chinese CNOOC en CNPC, elk voor 10 procent.

Ricardo Stuckert, PR, agencia Brasil (CC BY 3.0 br)

Lula met de president van Petrobras, Sergio Gabrielli

Geen privileges voor privé-sector

In deze regeling stonden de privé-multinationals uitdrukkelijk niet op de eerste rij, al werden ze niet uitgesloten. De privé-sector was verbolgen.

Getuige daarvan deze titel van het Amerikaanse business-magazine Forbes : ‘Petrobras vindt meer petroleum, maar het geld gaat naar de regering, niet naar de aandeelhouders’ (lees: de privé-aandeelhouders).

Wikileaks lekte een Amerikaans diplomatiek telegram waaruit bleek dat José Serra konkelfoesde met de private multinationals.

 

Conservatieve senator José Serra (PSDB) nam het voortouw tegen het nieuwe pré-sal-kader. In 2010 waren er verkiezingen voor de opvolging van Lula. Serra nam het als conservatieve kandidaat op tegen Dilma Rousseff.

Wikileaks lekte later een Amerikaans diplomatiek telegram waaruit bleek dat José Serra konkelfoesde met de private petroleummultinationals.

Hierin beloofde hij hen het gunstregime voor Petrobras terug te draaien.

Daags na de toekenning van het Libra-veld in oktober 2013 voorspelde José Serra dat Petrobras als exclusieve operator slecht zou uitdraaien. Hij vond dat Brazilië met Westerse privé-multinationals moest samenwerken, zeker niet met Chinese.

Het belang van de natie

Serra liet tevens verstaan dat het statuut van Petrobras moest veranderen. De senator goot dat voornemen in 2015 in een eerste wetsvoorstel waarvan hij beweerde enkel in het belang van de natie te handelen.

Hij beweerde dat Petrobras in een groot schandaal verwikkeld was. Het staatsbedrijf kon daarom onmogelijk het pré-sal project -en de enorme investeringen die ermee gemoeid zijn- tot een goed einde brengen, terwijl het land de petroleum hard nodig heeft, aldus de conservatieve senator.

Daarom moest Petrobras’ statuut in de pré-sal activiteiten worden afgenomen.

Vandaag zit José Serra niet meer in de oppositie, hij is minister van Buitenlandse Zaken in Temers nieuwe regering.

Volgens het linkse kamp willen conservatieven Petrobras uitverkopen aan privé-investeerders.

 

Links en de vakbeweging zien totaal andere motieven achter Serra’s initiatief en organiseerden de weerstand. Volgens hen wil het conservatieve kamp Petrobras uitverkopen aan privé-investeerders.

Dat is echter buiten de waard gerekend. Sinds de jaren 1940 huldigt de vakbeweging in Brazilië het motto ‘o petroleo é nosso’ wat zoveel betekent als ‘de petroleum is van ons’.

Hiermee betuigen ze dat de petroleum van het volk is en eisen ze dat de openbare sector deze uitbaat.

In juli 2015 hielden de vakbonden een 24-urenstaking tegen Serra’s voorstel en in november legden ze Petrobras twee weken plat. Begin juli 2016 bespraken de twee syndicale federaties van de petroleumarbeiders, FUP en FNP, nieuwe acties.

 Miguel Castro (CC BY-NC 2.0)

Spotprent van José Serra

Op conservatieve lijst geschoeid

Er zijn inmiddels preciezere aanwijzingen hoe het conservatieve kamp de petroleumsector en Petrobras aan het privé-kapitaal wil overlaten.

Klimaatoverwegingen wegen alvast niet door in de discussie over Petrobras, de afbouw van de productie van fossiele brandstoffen is simpelweg niet aan de orde. Internationale firma’s zouden wat graag vaste voet krijgen in de uitbating van de diepzee-velden.

Zelfs nu de petroleumprijs “laag” staat en rendabele uitbating geen evidentie is -deze petroleumvelden vergen aanzienlijke investeringen- blijven de pré-sal-velden buitenlandse geïnteresseerden lokken.

Zo heeft Royal Dutch Shell voor ‘ruwweg 50 miljard dollar’ de kleinere Britse firma BG opgekocht en is bijgevolg het grootste buitenlandse bedrijf in Brazilië’s offshore petroleumindustrie geworden.

Daartegenover willen volksbewegingen en vakbonden in de eerste plaats het nationaal patrimonium terugclaimen en beschermen. Want dat is Petrobras’ geschiedenis.

Volksbewegingen en vakbonden willen in de eerste plaats het nationaal patrimonium terugclaimen en beschermen.

 

Petrobras is in 1953 door toenmalig president Getulio Vargas opgericht als een staatsonderneming. Vargas gaf daarmee toe aan de volksbeweging, gestart in 1948, die de nationalisatie van de petroleumsector eiste.

Petrobras behield het monopolie in de sector tot in de jaren 1990.

Toen privatiseerde president Fernando Henrique Cardoso, stichter van de PSDB, de staatsondernemingen en stelde het kapitaal van Petrobras “open” voor privé-aandeelhouders.

Petrobras beschouwt zichzelf nu een bedrijf van de publieke sector. Wat het openbare belang precies was varieerde de voorbije jaren.

Het onderzoek voor het boek De uitverkoop van Zuid-Amerika is gestoeld op jaarverslagen van de onderneming waaruit blijkt dat de Braziliaanse staat 50,26 procent in handenheeft, inclusief de openbare ontwikkelingsmaatschappij BNDES.

De internationale vakbondsfederatie IndustriAll echter houdt het op een staatsbelang van 64 procent. Er bestaat hierover veel verwarring. Volgens het middenveld in Brazilië hebben privé-beleggers aanzienlijke invloed in het bedrijf.

Met president Temer aan het roer wordt de toekomst voor die beleggers alleszins een pak rooskleuriger.

Slank en aantrekkelijk

Michel Temer had in mei 2016 nauwelijks zijn ambt als plaatsvervangend president opgenomen toen Pedro Parente aanstelde als nieuwe topman van Petrobras. Parente komt uit de privé-sector en heeft de Braziliaanse tak van de Amerikaanse multinational Bunge, een gigant in de agro-industrie, geleid.

Onder president Cardoso was hij vice-minister van Financiën en tot voor kort was hij voorzitter van de aandelenbeurs Bovespa in São Paulo.

In een gesprek met de zakenkrant Wall Street Journal zei Parente van Petrobras weer een ‘grote maatschappij’ te zullen maken, die ‘aantrekkelijk’ is voor investeerders.

Felix (CC BY-SA 4.0)

Petrobras

Deze aantrekkelijkheid wil hij volgens de klassieke methode verwezenlijken. Dit houdt in dat Parente activiteiten die volgens hem niet tot de kernactiviteit van Petrobras behoren, zal afstoten en de “overjaarse ideologie” overboord gooit.

De directeur van Petrobras steunt het wetsontwerp van huidig minister José Serra om zijn onderneming het bijzondere pré-sal statuut af te nemen!

 

Parente onderhandelt naar verluidt over de verkoop van een gaspijpleiding, een distributie-afdeling , eigendommen -onder andere schepen- van het filiaal Transpetro en “oude en dure” olievelden.

Als klap op de vuurpijl steunt de nieuwe directeur van Petrobras het wetsontwerp van huidig minister José Serra om van zijn eigen onderneming het bijzondere pré-sal statuut af te nemen!

Parente voert een globaal herstructureringsplan uit, dat door zijn voorganger Aldemir Bendine in juni 2015 in gang is gezet, dus onder president Dilma Rousseff.

Bendine en Parente stellen het voor alsof er moet gesneden worden omdat Petrobras ‘de zwaarste schuld van alle petroleumfirma’s’ torst, een last van 126 miljard dollar.

Goed bestuur, privatisering en diefstal

Het herstructureringsplan voorzag in 2015 en 2016 ruim 15 miljard dollar aan schulden weg te werken en de komende twee jaren nog eens ruim 42 miljard dollar, door eigendommen af te stoten of stil te leggen en door reorganisaties.

Goed beheer, zullen sommigen denken. Maar deze ingrepen berusten op de logica van de private ondernemers en in tegenstelling tot Parente’s beweringen, zijn ze onmiskenbaar ideologisch gekleurd.

Bendine en nu ook Parente leggen het zwaartepunt van Petrobras’ activiteit voortaan upstream, bij de exploratie en de productie in de pré-sal-velden. Voor downstream -denk aan raffinaderijen- geldt het ordewoord ‘onderhoud’, lees: statu quo.

Deze ingrepen berusten op de logica van de private ondernemers en zijn onmiskenbaar ideologisch gekleurd.

 

Toen de Petrobras-top in 2013 het Business and Management Plan (BMP) voor de volgende vier jaar bekendmaakte, ging er nog veel aandacht naar het downstream-luik.

Het plan voorzag 236,7 miljard dollar aan investeringen (tot 2017), waarvan 62 procent voor exploratie en productie -upstream- en haast 30 procent voor downstream.

Dat enorme bedrag was nodig onder meer voor de moeilijke winning van de pré-sal velden.

De staat beschouwt Petrobras als een spil van nationale ontwikkeling. Van de geïnvesteerde sommen moeten toenemende percentages aan zogenaamde local content worden besteed.

Deze sommen moeten in het land blijven en naar Braziliaanse contractanten gaan, bijvoorbeeld naar de scheepswerven of de staalindustrie.

Met contracten met Petrobras was voor derden altijd al geld te verdienen, maar met de pré-sal projecten leken de gouden tijden pas echt aangebroken. Het verklaart echter ook de enorme corruptieschandalen. Er is namelijk op grote schaal geld van Petrobras gestolen.

Divulgação Petrobras / ABr - Agência Brasil (CC BY 3.0 br)

Olieplatform in Brazilië

Lokale investering, globale crisis

Petrobras heeft zich inderdaad in schulden gestoken. Maar intussen sloeg de economische conjunctuur om. De wereldeconomie kreeg een zware schok met de financiële crisis van 2008. En de handel van grondstoffen voelde de weerslag.

Er was nu overproductie, ook van energie, en de prijzen vielen sterk terug. Met het nieuwe Business en Management Plan van 2015 tot 2019 pastte de Petrobrastop zich aan die veranderde context aan. en hij koos ervoor een andere strategie te hanteren.

In dit BMP worden nog 130,3 miljard dollar investeringen vooropgesteld, maar daarvan gaan 83 procent naar upstream en amper 10 procent naar downstream.

Brazilië pompt sinds vorige eeuw petroleum op, heeft de staat de capaciteit niet om al zijn petroleum zelf tot brandstof te verwerken.

 

In absolute bedragen valt downstream terug op een vijfde: 12,8 miljard dollar (voor de periode 2014-2018) vergeleken met 64,8 miljard dollar in het vorige plan, voor de periode 2013-2017.

Dit betekent dat Brazilië’s omschakeling naar een nationale economie wordt stopgezet, althans voor de energie-sector. Die omschakeling behelsde ook de bouw van petroleumraffinaderijen.

Want hoewel Brazilië sinds vorige eeuw petroleum oppompt, heeft de staat nog steeds onvoldoende capaciteit om al zijn petroleum zelf tot brandstof te verwerken. Dit is mede te wijten aan zware ruwe petroleum die het land voortbrengt, die is immers moeilijk te kraken.

Brazilië exporteert ruwe petroleum en voert geraffineerde producten in, een zware kost voor zijn handelsbalans, want het land is nog steeds netto-importeur van petroleum.

Om die balans bij te stellen is onder president Lula onder meer beslist om vijf nieuwe raffinaderijen te bouwen. Maar deze oriëntatie sneuvelt nu, zodat Petrobras zich moet toespitsen op het ordinaire werk, met andere woorden pompen.

Ideologie aan de pomp

De prijs aan de pomp is nog een “ideologische” optie die weegt op de schulden. ‘Petrobras joeg er miljarden dollar door,’ schreef de Wall Street Journal onlangs, ‘om de geïmporteerde brandstof te subsidiëren en dus de prijs voor de consument betaalbaar te houden’.

Ook dit was een bewuste keuze van de vorige regeringen, die niet wilden dat de verbruiker een meerprijs zou betalen voor ingevoerde brandstof. Maar voor Parente, Temer’s nieuwe CEO van Petrobras, gelden er geen taboes.

‘Is het verboden om onze portefeuille actief te beheren? Nee. Vanwege de financiële restricties moeten we selectief de domeinen kiezen waarin we willen investeren’, aldus Parente. Met andere woorden zal de consument meer betalen aan de pomp.

Minder en selectiever investeren en de kosten drukken, dat heeft directe gevolgen voor de tewerkstelling. Het aantal jobs bij Petrobras was toegenomen met de pré-sal projecten, maar kent sinds 2014 weer een forse terugval.

Het is voor de vakbonden het voornaamste motief om de petroleiros, de arbeiders uit de petroleumindustrie te mobiliseren.

De zakenwereld en haar analysten eisen trouwens dat ‘om Brazilië weer concurrentieel te maken’ de globale loonkost wordt verlaagd, dat is echter een ander paar mouwen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Schrijver, journalist en onderzoeker

    Raf Custers is schrijver, historicus en journalist en publiceerde onder andere Grondstoffenjagers (2013) en De uitverkoop van Zuid-Amerika (2016).

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.