Rebeca Grynspan: ‘Besparen op jongeren remt ontwikkeling voor hele generatie’

‘De wereld is vandaag ongelijker dan ooit sinds de Tweede Wereldoorlog. Maar er zijn duidelijk tekenen dat die situatie niet lang meer houdbaar is. De ongelijkheid bedreigt zowel de economische groei als de vermindering van de armoede.’ Dat schrijft de VN-Ontwikkelingorganisatie (UNDP) in het rapport “Humanity Divided”, waarin de enorme risico’s van de groeiende ongelijkheid onderzocht en verklaard worden. MO* had hierover een exclusief gesprek met Rebeca Grynspan, voormalig vice-president van Costa Rica en op dit moment nummer twee in UNDP en onder-secretaris-generaal van de VN.

  • Rebeca Grynspan.

Humanity Divided begint met te herhalen wat UNDP de voorbije jaren in zijn rapporten over menselijke ontwikkeling vaker heeft gesteld: er is de voorbije jaren grote vooruitgang geboekt op het vlak van armoedebestrijding, het behalen van de Millenniumdoelstellingen en menselijke ontwikkeling in het algemeen.

Tegelijk stelt het rapport dat ‘meer dan 75 procent van de bevolking van ontwikkelingslanden in landen leeft waar de ongelijkheid vandaag groter is dan twintig jaar geleden’ en dat die ongelijkheid ‘de sociale cohesie ondermijnt, de democratie verzwakt en de economische vooruitgang hindert’.

Maar waarom beslisten de Verenigde Naties net een rapport over ongelijkheid te publiceren?

Rebeca Grynspan: De Ontwikkelingsgroep binnen de Verenigde Naties geleid door UNDP, organiseerde het grootste onderzoek ooit naar ontwikkelingsprioriteiten van burgers over de hele wereld. Wij vonden het belangrijk de stem te horen van degenen naar wie nooit geluisterd wordt. Alles bij elkaar namen 1,7 miljoen mensen deel, dat wil zeggen: ze konden hun mening kwijt of ze stemden een lijst prioriteiten voor de mondiale ontwikkelingsagenda na 2015. Bovenaan de agenda stond altijd opnieuw de groeiende ongelijkheid.

1,7 miljoen mensen zetten ongelijkheid bovenaan de ontwikkelingsagenda

Dat heeft alles te maken met het feit dat de economische groei van de voorbije decennia geen einde gemaakt heeft aan de interne ongelijkheid in landen, en in veel gevallen zelfs heeft zien toenemen. Nochtans is het tot nu veel moeilijker geweest om ongelijkheid aan te pakken dan om armoede aan te pakken, en dat heeft te maken met de diep gewortelde overtuiging dat het beleid de ongelijkheid niet kan doen verdwijnen. Dat is de reden waarom we het rapport Humanity Divided opgezet en uitgegeven hebben.

We onderbouwen in dit rapport de stelling dat een beleid van inclusieve groei mogelijk is, waarbij niet alleen meer gelijke opportuniteiten gecreëerd worden, maar ook meer gelijke resultaten behaald worden. En we bewijzen dat die gelijkheid op vlak van inkomen en mogelijkheden ook echt van belang is voor de hele samenleving.

Zegt u dat armoede uiteindelijk niet voldoende en structureel bestreden kan worden indien je niet tegelijk ook de ongelijkheid vermindert?

Rebeca Grynspan: Wat je minimaal moet vaststellen, is dat er meer armoede is als gevolg van de ongelijkheid. Want uit vergelijkingen blijkt dat minder ongelijke landen ook minder armoede voortbrengen, en dat geldt zowel voor vergelijkingen tussen arme als tussen rijke landen. Daarom is het voor de toekomst van de mensheid van cruciaal belang dat zowel armoede als ongelijkheid aangepakt worden.

We moeten trouwens niet alleen over inkomensongelijkheid spreken, maar ook over “horizontale” ongelijkheid of de ongelijkheid die vooral gebaseerd is op diep verankerde discriminatie. Ook die ongelijkheid bedreigt de stabiliteit van een samenleving, kan voor conflicten en geweld zorgen, maar ze bedreigt ook de economische groei en zeker de menselijke ontwikkeling.

De Amerikaanse auteur Walter Benn Michaels argumenteert dat in de VS de focus op die horizontale ongelijkheid alle aandacht voor de verticale of inkomensongelijkheid verdrongen heeft. Universiteiten willen een divers publiek op vlak van ras, nationaliteit en gender, maar de armen komen er minder dan ooit aan te pas.

 

Rebeca Grynspan: Ongelijkheid en uitsluiting op basis van je behoren tot een bepaalde bevolkingsgroep speelt wel degelijk nog steeds een rol. De factoren die bepalend zijn voor de uitsluiting kunnen heel verschillend zijn -het kan ras, kaste, geslacht, religie, etnische afkomst… zijn- en vaak is het een unieke combinatie van die factoren.

Er is dus ook geen makkelijk en universeel recept om ongelijkheid te bestrijden. Elk land moet op basis van zijn eigen, specifieke situatie plannen uitwerken. Dat betekent ook dat vooruitgang in ontwikkeling niet langer in gemiddelden gemeten mag worden, want een gemiddelde verbergt net de realiteit van ongelijkheden die samenlevingen ondergraven en minder succesvol maken.

In 2010 presenteerde UNDP een Human Development Report waarin gesteld werd dat de menselijke vooruitgang in alle landen, uitgezonderd drie, vooruitgegaan was de voorbije 20 jaar. Is dat verenigbaar met de stelling in dit rapport dat 75 procent van de mensen leven in landen waar de ongelijkheid sterk gestegen is in die periode én met de stelling dat grote ongelijkheid samenlevingen en zelfs economieën ondergraaft?

Rebeca Grynspan: Economen voeren al eeuwen furieuze debatten over de vraag hoe economische groei en ongelijkheid zich verhouden. Wat we intussen met voldoende zekerheid weten is dat langdurige, hoge ongelijkheid voor instabliliteit en dalende sociale cohesie zorgt, en dus de kans op conflict vergroot. Daardoor is het op langere termijn een belangrijke bepalende factor van ontwikkelingskansen. Wat we ook zien is dat de negatieve impact van hoge ongelijkheid op de groeikansen van een land het grootst is in middeninkomenslanden. Extreme ongelijkheid blokkeert immers heel veel talent, dat nodig is om de groei duurzamer en hoger te maken.

Extreme ongelijkheid blokkeert heel veel talent, dat nodig is om de groei duurzamer en hoger te maken

Brazilië combineerde hoge economische groei met een daling van de ongelijkheid.

Rebeca Grynspan: Latijns-Amerika is traditioneel het meest ongelijke werelddeel, en het is dat vandaag nog steeds. Maar het klopt dat er in het voorbije decennium, voor het eerst in de geschiedenis, een vermindering van de ongelijkheid geweest is in Latijns-Amerika. En dat is duidelijk het resultaat van een bewust beleid door overheden die zich ten volle bewust geworden zijn van de omvang en de negatieve impact van ongelijkheid in hun landen.

Op dit moment bereiken de sociale programma’s op basis van voorwaardelijke uitbetalingen (conditional cash transfer)  op het continent zo’n 100 miljoen mensen. Dat is allang geen marginaal programma meer. Maar bovendien is de groei zelf inclusiever geworden, we hebben niet alles achteraf moeten oplossen met fiscale herverdelingsmechanismen.

In Brazilië stijgt het minimumloon nu al acht opeenvolgende jaren. Dat is mogelijk omdat er ook veel meer geïnvesteerd is in “menselijk kapitaal”. De democratie in Latijns-Amerika heeft ervoor gezorgd dat de druk om een echt en effectief sociaal beleid te voeren veel sterker geworden is, vandaar de investeringen in onderwijs en gezondheidszorg.

Is de aandacht van de overheid misschien ook een erfenis van de jaren van opstand in Centraal-Amerika, die duidelijk maakten welke risico’s extreme ongelijkheid heeft voor de samenleving in haar geheel en zelfs voor de gevestigde elites?

Rebeca Grynspan: Die vraag is moeilijk te beantwoorden, maar het is wel duidelijk dat de tegenstellingen in de samenlevingen veel beter aangepakt konden worden eens de toestand van burgeroorlog ophield, en vrede en democratie terugkeerden. Democratie betekent immers de inclusie van groepen die voordien uitgesloten werden van de politieke dynamiek. De verkiezing van Lula –een vakbondsmilitant- tot president van Brazilië of de verkiezing van Evo Morales –een inheemse militant- tot president van Bolivia zijn daar voorbeelden van.

Democratie kan pas duurzaam zijn als ze meer is dan verkiezingen, als ze echt voor iedereen werkt: minderheden, gemarginaliseerde meerderheden, … Het is op dat vlak dat Latijns-Amerika de grootste vooruitgang geboekt heeft en dat begint dus door te dringen in het soort economisch en sociaal beleid dat die democratische overheden voeren.

Het Humanity Divided rapport stelt dat de voornaamste redenen voor de groei van inkomensongelijkheid liggen in de handels- en financiële mondialisering, waardoor de onderhandelingspositie van arbeid tegenover kapitaal een stuk zwakker werd. Europa heeft sinds de financiële crisis zo eenzijdig ingezet op begrotingsevenwichten dat het zijn sociale welvaartsmodel helemaal lijkt op te offeren?

Rebeca Grynspan: Ik ben zelf minister van Financiën geweest in Costa Rica. Ik weet dus hoe moeilijk het is te werken zonder begrotingsruimte en enkel beperkingen. Je kan dat niet aanpakken alleen op landenbasis. Je hebt een internationaal systeem nodig dat ervan overtuigd is dat groei en begrotingsstabiliteit samenhangen. Als het eenzijdig opleggen van een soberheidsbeleid resulteert in de afbraak van tewerkstelling en daardoor in een recessie, dan draagt dat beleid ook niet bij tot een gezond begrotingsevenwicht.

Veel van de beleidsverantwoordelijken die bevraagd werden voor het rapport geven aan dat ze heel weinig ruimte zien voor een eigen, meer sociaal gericht beleid. UNDP beweert dan wel dat er meer ruimte is dan deze verantwoordelijken zien, maar er is toch een probleem van internationale sanctionering?

Rebeca Grynspan: Inderdaad. Daarom zeg ik ook dat landen dit probleem niet op hun eentje kunnen aanpakken, want dan blijven de financiële markten heer en meester en kunnen zij hun geprefereerde besparingsbeleid opleggen. Ik geloof dat dit een hele belangrijke opdracht is voor de Bretton Woods-instellingen (Internationaal Monetair Fonds en Wereldbank).

Jongeren kregen niet het onderwijs en de gezondheidszorg waar ze recht op hadden

Ik heb daar een heel persoonlijke zorg over, vanuit de ervaring in Latijns-Amerika met de structurele aanpassingsprogramma’s van de jaren tachtig. De sociale consequenties van een besparingsbeleid zijn namelijk veel hardnekkiger dan de economische gevolgen van een crisis. Maar die langetermijngevolgen zijn op de korte termijn meestal onzichtbaar. De zwaarste prijs voor deze aanpak werd betaald door de generatie kinderen en jongeren uit de besparingsperiode. Zij kregen niet het onderwijs en de gezondheidszorg waarop ze recht hadden, en dat tekort dragen ze hun hele leven mee.

Hoe belangrijk het ook kan zijn om een gezonde begroting te hebben, toch moet een land altijd zoeken naar manieren om te vermijden dat er bespaard wordt op de sociale uitgaven voor kinderen en jongeren, al was het maar omwille van de gezamenlijke toekomst waarvoor zij mee moeten zorgen.

Maar die structurele aanpassingsprogramma’s werden net opgelegd door de Bretton Woods-instellingen waarvan u nu de oplossing verwacht.

Rebeca Grynspan: Het klopt dat IMF en Wereldbank vaak bekritiseerd werden omwille van hun eenzijdige beleidsvoorschriften, en ze hebben daar intussen behoorlijk wat lessen uit getrokken. Zij vinden het beschermen van sociale uitgaven nu een belangrijke doelstelling. Maar het is te gemakzuchtig om alle schuld op IMF en Wereldbank te schuiven. Landen die alternatieve besparingen uitwerkten of op een andere manier hun economische huishouding in orde konden brengen, scoorden zelfs op vlak van het terugdringen van hun buitenlandse schulden beter dan de landen die gewoon het geld in de sociale uitgaven gingen halen.

Hoe overtuig je de 1 procent ervan dat minder ongelijkheid ook voor hen belangrijk is, of in elk geval een noodzakelijke beleidsdoelstelling?

Rebeca Grynspan: In een functionerend democratisch systeem zouden de 99 procent in staat moeten zijn zich voldoende uit te drukken en het beleid te sturen. Misschien overtuig je ook met democratische middelen de 1 procent niet, maar je kan wel de maatregelen nemen die nodig zijn voor meer inclusieve groei. Dat klinkt simpel, maar dat is het niet, dat besef ik. Toch is een verdieping van de democratie de enige manier die ik zie om hierin vooruitgang te boeken.

De democratie moet verdiept worden

Het gevoel van burgerschap moet versterkt worden en die burgers moeten zich dan natuurlijk organiseren en ervoor zorgen dat hun stem gehoord wordt. Wij zijn dan ook pleitbezorgers van een beleid dat ruimte creëert voor een veelheid van stemmen, bewegingen en georganiseerde meningen van onderuit, om tot een levendige en inclusieve democratie te komen die stemmen laat klinken en doorwegen die al te vaak afwezig zijn als een beleid geformuleerd of uitgevoerd wordt.

Opvallende cijfers uit Humanity Divided

  • Tussen 1990 en 2010 steeg de ongelijkheid in ontwikkelingslanden met gemiddeld 11 procent, in de ontwikkelde landen is dat 9 procent
  • 75 procent van de bevolking van ontwikkelingslanden leeft in landen waar de inkomensongelijkheid vandaag groter is dan in 1990; het aantal landen met groeiende en dalende inkomensongelijkheid is hetzelfde
  • De landen met de snelste economische groei zagen ook de sterkste groei van ongelijkheid; landen die in de voorbije 20 jaar van lage- naar middeninkomenslanden groeiden, zagen hun ongelijkheid groeien met 25 procent
  • Kinderen in stedelijke omgevingen hebben 30 procent meer kans om hun basisschool af te maken dan kinderen op het platteland
  • Hogere ongelijkheid verklaart slechtere sociale indicatoren voor groepen met vergelijkbaar inkomen in meer ongelijke landen; 87 procent van de variatie in kindersterftecijfers tussen de rijkste en armste twintig procent van de bevolking kan verklaard worden door inkomensongelijkheid
  • Het aantal meisjes die naar school was in 1990 82 procent van jongens; in 2010 was dat 91 procent
  • In 70 procent van de 140 landen waarin de deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt gestegen is, blijkt dat ten koste gegaan te zijn van lager geschoolde mannen
  • 79 procent van ondervraagden vinden de inkomensongelijkheid in hun land hoog, 59 procent zegt dat over de ongelijkheid in kansen

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.