"Geslaagde Lente" van Tunesië wordt getest

Na de overwinning van de seculiere partij, Nidaa Tounes, in december 2014 vertrouwde president Essebsi de regeringsvorming toe aan Habib Essid. Deze verrast partijgenoten en brede achterban door verschillende posten toe te kennen aan Ennahda, de partij van de moslimfundamentalisten. Het parlement stemt vandaag (4 februari) over de nieuwe regering.

CC Citizen59  (CC BY-SA 2.0)

 

Woensdag 4 februari maakt de Tunesische Kamer van Volksvertegenwoordigers (ARP) bekend of ze de regeringsvorming goedkeurt. De eerste minister is intussen aan zijn tweede poging toe in evenveel weken.

Zijn eerste voorstel werd zodanig slecht onthaald dat Essid meteen weer aan het werk ging. In tegenstelling tot Essid I omvat de huidige regering het hele politieke spectrum, tot groot ongenoegen van menig Nidaa Tounes-aanhanger.

Onmogelijke opgave

Het is geen sinecure om zowel aan de uitdagingen van Tunesië te beantwoorden, de stabiliteit van het land te waarborgen én de achterban tevreden te stemmen. De historische achtergrond van de jonge democratie zorgt voor een bijkomende gevoeligheid: al wie politieke banden had met voormalig dictator Ben Ali is uit den boze. Met deze moeilijke opgave ging premier Essid aan de slag en faalde hij grandioos in zijn eerste poging.

De redenen waren divers: ten eerste had hij nagenoeg alle ministersposten binnen de meerderheidspartij, Nidaa Tounes, gehouden, wat de coalitiepartners tegen de borst stuitte. Daarenboven werd hem verweten kandidaten voor te stellen die over onvoldoende politieke ervaring beschikken en niet charismatisch zijn. Een groot aantal figuren had een academisch profiel en kwam kennelijk wat stoffig over. Dat bleek onder meer uit de reacties op de sociale media.

Castingblunders

Frida Dahmani, Tunesische journaliste en ondervoorzitster van de sociaal-culturele vereniging Action et Développement Solidaire (ADS) maakt gewag van castingblunders. Als voorbeeld neemt ze de minister voor Sociale Zaken, Ahmed Ammar Younbaï. Deze vakbondsman behoudt overigens in zijn post Essid II.

‘We hebben nood aan een regering die Tunesië de eenentwintigste eeuw binnenleidt.’

‘Younbaï verhoogde de afgelopen jaren de lonen in de openbare sector met 40 procent, terwijl heel deze sector vierkant draait. Zowel in kabinetten als in diverse diensten is een groot deel niet eens in staat om e-mails te versturen. Ook is het heel moeilijk om een tweetalige assistent te vinden, wat in een land als Tunesië onontbeerlijk is,‘ zegt Samy Ghorbal, journalist en Tunesië-watcher bij Jeune Afrique. ‘We hebben nood aan een regering die Tunesië de eenentwintigste eeuw binnenleidt.’

Dahmani klaagt met haar vereniging de groeiende ongelijkheid en stijgende voedselprijzen aan, twee belangrijke factoren die overigens de aanleiding waren voor de revolutie in 2011. Toch vreest ze voor al te veel ondoordachte sociale maatregelen die de staatschuld nog meer zouden belasten. Daarom vindt ze de communistische affiliatie van sommige kandidaten allesbehalve geruststellend.

Versnippering

Een ander pijnpunt dat Dahmani aanklaagt, is de versnippering van ministeries die volgens haar efficiënter en transversaal zouden werken onder een enkele minister. In het huidige voorstel is er bijvoorbeeld een ministerie voor onderwijs, een afzonderlijk ministerie voor universitair onderwijs en onderzoek en een derde voor beroepsvorming en tewerkstelling.

‘Op zich hoeft dat geen probleem te zijn’, stelt Ghorbal, ‘maar een hoge participatie in het onderwijs, zelfs op universitair niveau, is jammer genoeg geen garantie voor werk. Jaarlijks studeren 400.000 jongeren af met een masterdiploma op zak, maar zij hebben minder kans op een baan dan een vroegtijdige schoolverlater.’

Poreuze grenzen

De afgelopen jaren kreeg Tunesië steeds meer met een nationaal veiligheidsprobleem af te rekenen— zowel intern als aan de grenzen. In de transitieperiode bleven de grenzen met Algerije en Libië te lang onvoldoende beschermd. Het rechtstreekse gevolg van dit wanbeleid is de oprichting van trainingskampen door zowel Algerijnse als Libische jihadisten die Tunesië als een transitzone gebruikten. Hoewel de uittredende regering de kampen intussen opdoekte, blijft de dreiging reëel.

Er leeft vandaag een miljoen Libische vluchtelingen in de grensgebieden. Dat zorgt niet alleen voor veiligheidsproblemen – naast burgers sijpelen ook jihadisten binnen. Er zijn ook onvoorziene sociale gevolgen. De meerderheid van deze vluchtelingen is immers welgesteld en kan zich hogere huur- en voedingsprijzen veroorloven. Verhuurders en winkeliers passen hun prijzen aan de Libische vluchtelingen aan en dat zorgt voor wrevel bij de lokale Tunesiërs die hun koopkracht zien dalen.

Hooggespannen verwachtingen?

Volgens Samy Ghorbal waren de verwachtingen van de Tunesiërs sinds de verkiezingen in oktober zeer hooggespannen. Tegelijk waren ze tegenstrijdig. Enerzijds rekenen de Tunesiërs immers op verregaande veranderingen van het beleid. Ze eisen een efficiënter functioneren van de openbare diensten en klagen de vastgeroeste overheid aan. Anderzijds schreeuwen ze moord en brand wanneer er ontslagen vallen, zelfs als dat nodig is om schoon schip te maken.

Journaliste Frida Dahmani stelt de situatie eenvoudiger voor. Voor haar heeft de doorsnee Tunesiër slechts twee verwachtingen, namelijk de terugkeer van de veiligheid en brood op de plank.

Moslimfundamentalisten: in of uit?

Tot voor kort was de hamvraag of premier Essid leden van de moslimpartij Ennahda zou aanstellen. Bij zijn intrede kondigde de president namelijk aan er voor alle Tunesiërs, dus ook de islamisten, te zijn. Wekenlang domineerde deze vraag de lokale media: krijgen de moslimfundamentalisten bevoegdheden in de regering?

‘In tegenstelling tot de meerderheidspartij is Ennahda uiterst gestructureerd én democratisch’

‘De uittredende partij Ennahda heeft zich sterk op de achtergrond gehouden. Er worden door de mensen van Ennahda geen al te neerbuigende opmerkingen gemaakt over de eerste gefaalde regeringsvorming,’ stelt Dahmani. Deze houding heeft alvast vruchten afgeworpen, Ennahda krijgt onder meer een belangrijke ministerspost toegewezen (beroepsvorming en tewerkstelling).

Volgens Ghorbal beperken de problemen zich echter niet tot het zogenaamde fundamentalistenvraagstuk. Tunesië staat voor enorme uitdagingen en heeft dus nood aan bekwame ministers die het land uit de (economische) impasse kunnen leiden.

‘In tegenstelling tot de meerderheidspartij is Ennahda uiterst gestructureerd én democratisch’, aldus Dahmani. ‘Voorts hebben ze jonge leden die voor de vernieuwing kunnen zorgen waar het land behoefte aan heeft.’

Strategische samenstelling

Het is overduidelijk dat premier Essid ervoor wilde zorgen dat Kamer de regering morgen goedkeurt. De strategische keuze de moslimfundamentalisten niet uit te sluiten en ook de coalitiepartners bevoegdheden te geven, zorgt ongetwijfeld voor een positief resultaat.

‘Zelfs als de regering goedgekeurd wordt, houdt deze niet lang stand.’

Toch zal de meerderheidspartij Nidaa Tounes dit op langere termijn zwaar bekopen, is de verwachting. Haar achterban bestaat grotendeels uit jonge vrouwen die niet alleen voor de partij gestemd hebben, maar vooral tegen de moslimfundamentalisten. ‘Zelfs als de regering goedgekeurd wordt, houdt deze niet lang stand. Même si ça passe demain, ça cassera plus tard’, voorspelt Frida Dahmani.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.