Aidsbestrijding als mensenrechtenwerk

Ambitieuze doelstellingen sierden de openingstoespraken op de eerste dag van de VN-top rond aids gisteren in New York. ‘Nul HIV-besmettingen, nul discriminatie en nul aids-gerelateerde doden, dat moet de realiteit worden,’ verklaarde Michel Sidibé, hoofd van UNAIDS.

De VN-vergadering komt er precies dertig jaar nadat het eerste geval van aids werd vastgesteld en moet een nieuwe verklaring opleveren waarin lidstaten en ngo’s omschrijven hoe ze de strijd tegen de ziekte in de volgende jaren willen aanpakken. Daarbij is de VN van mening dat de wereld het gevecht tegen aids niet alleen aan het winnen is, maar de ziekte ook daadwerkelijk tot stilstand kan brengen.

Er is reden voor optimisme. Volgens de VN daalde het aantal besmettingen de voorbije tien jaar met twintig percent, en sinds 2006 werd het aantal mensen dat stierf aan de ziekte met een vijfde verminderd. Steeds meer mensen hebben toegang tot antiretrovirale therapiën. Zo kunnen naar schatting zes miljoen inwoners van lage en middeninkomenslanden rekenen op een behandeling.

Toch blijft er nog een lange weg te gaan. Meer dan 25 miljoen mensen stierven sinds de jaren tachtig aan de ziekte en wereldwijd leven naar schatting nog steeds 33.3 miljoen mensen met HIV, het merendeel van hen vrouwen. Meer dan 7000 mensen worden per dag besmet. De voorbije jaren steeg het aantal nieuwe infecties in Oost-Europa, Centraal Azië, Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Het grootste deel van de aids-patiënten in arme landen krijgt nog steeds geen behandeling en een derde van de landen heeft geen wetgeving die discriminatie tegen AIDS-patiënten verbiedt.

Een nieuwe verklaring, een nieuwe aanpak

De vorige VN-verklaring rond aids dateert van 2006, en het voorstel dat de lidstaten vrijdag zullen ondertekenen legt een aantal nieuwe accenten. Vooraan staat het verhogen van het aantal aids-patiënten dat toegang heeft tot een antiretrovirale behandeling, in het bijzonder in lage inkomenslanden. Daarnaast schuift de VN een model van ‘gedeelde verantwoordelijkheid’ naar voor, waarin arme en rijke landen delen in de financiële verantwoordelijkheid om aids in de derde wereld terug te schroeven. De nieuwe verklaring legt ook de nadruk op het belang van innovatie om de kostprijs van behandelingen te doen dalen en het aantal besmettingen te reduceren.

De VN benadrukt het verband tussen geweld tegen vrouwen en de verspreiding van aids in conflictgebieden, en vraagt aandacht voor kwetsbare groepen zoals migranten, sekswerkers en homo’s. ‘In de jaren tachtig heerste een vreselijke angt voor een nieuwe plaag. Mensen lijdden niet enkel onder ziekte, maar discriminatie, en nog erger, smaad,’ zei VN-Secretaris-Generaal Ban Ki-moon in zijn openingstoespraak. ‘De campagne tegen AIDS was altijd meer dan de strijd tegen een ziekte. Het was een oproep voor mensenrechten, een oproep voor gendergelijkheid en een gevecht om een einde te brengen aan discrimantie op basis van seksuele oriëntatie. Het was een eis voor de gelijkaardige behandeling van alle mensen,’ concludeerde hij.

‘Het helpen van slachtoffers is een kwestie van mensenrechten’

Er is reden voor optimisme. Volgens de VN daalde het aantal besmettingen de voorbije tien jaar met twintig percent.
Ook de Belgische delegatie in New York benadrukte het aspect van mensenrechten in de strijd tegen aids. België is met 46 miljoen euro aan ontwikkelingshulp specifiek gericht op aids een van de weinige landen die in het voorbije jaar haar budget voor HIV-gerelateerde ontwikkelingshulp niet terugschroefde.

In zijn toespraak voor de Algemene Vergadering vroeg premier Leterme aandacht voor de stigmatisering van HIV-patiënten, en wees op de rol van seksueel geweld tegen meisjes en vrouwen in de verspreiding van de ziekte. ‘Hoe kunnen we de preventie van aids ernstig nemen als we tolereren dat kinderen, meisjes en vrouwen verkocht worden in het kader van seksuele slavernij en eerst slachtoffer worden en vervolgens overdragers van de besmetting? Hoe kunnen we preventie van aids ernstig nemen als we tradities tolereren waarbij waardigheid en gelijkheid aan vrouwen en meisje worden ontzegd, waarbij hun de fysieke integriteit en de autoriteit over hun eigen lichaam wordt ontzegd,’ zei de premier.

Volgens Gorik Ooms, jurist verbonden aan het Departement Volksgezondheid van het Instituut voor Tropische Geneeskunde, ziet België gezondheidszorg meer en meer als een mensenrecht en ook andere donorlanden zouden in eenzelfde richting evolueren. Die nadruk op mensenrechten brengt echter ook strengere verwachtingen tegenover ontwikkelingslanden met zich mee. ‘Gedeelde verantwoordelijkheid betekent ook dat donorlanden strengere eisen stellen aan ontwikkelingslanden, en dat is op zich een positieve evolutie,’ zei Ooms. Wanneer ontwikkelingslanden aan die eisen voldoen zijn ze immers goed geplaatst om ook donorlanden aan hun verantwoordelijkheid te herinneren.

Tien jaar geleden was een concept als ‘gedeelde verantwoordelijkheid’ ondenkbaar, legde UNAIDS-directeur Sidibé uit tijdens het eerste panelgesprek van de top. ‘Vandaag is het tijd om na te denken over een nieuw parnerschap dat gebaseerd is op gedeelde verantwoordelijkheid. We moeten verantwoordelijkheid delen op basis van gedeelde waarden en een nieuwe sociale overeenkomst.’

Eline Gordts volgt voor MO* de VN-top over aids in New York.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.