DDT is alive and kickin'

Ondanks het protest van milieuorganisaties, wordt het pesticide DDT nog steeds gebruikt, vooral in ontwikkelingslanden. ‘Een uitstekend bestrijdingsmiddel tegen malariaoverdracht.’
  • Van held naar boeman
  • Weinig aandacht voor alternatieven DDT
  • Restanten DDT in Vlaanderen

Van held naar boeman


DDT, Dichloor Diphenyl Trichloroethane, is een van de eerste moderne pesticiden en ook een van de bekendste. Het werd ontwikkeld aan het begin van de tweede wereldoorlog en werd jarenlang gebruikt in volksgezondheidsprogramma’s als insectenverdelger om dodelijke ziekten zoals malaria te bestrijden en in de landbouw om de oogst te beschermen tegen kevers en sprinkhanen. Met succes.
In een paar jaar tijd werden in de Verenigde Staten en in Europa dodelijke ziektes die door insecten worden overgebracht zo goed als uitgeroeid. Ook in ontwikkelingslanden werd DDT met succes gebruikt als bestrijdingsmiddel tegen malaria. Het gebruik van DDT was zelfs zo’n succesverhaal dat de Zwitser Dr. Paul Müller, die de insectenverdelgende werking van DDT ontdekte, er in 1948 de Nobelprijs voor Geneeskunde voor kreeg.
Vanaf de jaren vijftig verminderde het enthousiasme. Amerikaanse wetenschappers stuurden voor het eerst alarmerende berichten over de schadelijke gevolgen van DDT voor fauna en flora de wereld in. En in 1962 deed het boek Silent Spring van de Amerikaanse biologe Rachel Carson er een schepje bovenop door het gebruik van pesticiden -vooral DDT- te bekritiseren. Haar boek deed de publieke opinie inzien hoe schadelijk DDT is voor het milieu.
Uit onderzoek bleek immers dat insecten en wormetende vogels massaal stierven in gebieden waar DDT werd gebruikt, omdat de pesticide zich in het lichaam van de dieren opstapelde.  Verschillende landen, waaronder België, riepen kort nadien op tot een verbod op het gebruik van DDT. 
In 2001 keurde het milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP), in het bijzijn van vertegenwoordigers van meer dan honderd landen waaronder België, de Stockholmconventie over niet-afbreekbare, organische pesticiden (POP’s) goed. Er was dringend nood aan wereldwijde actie om de menselijke gezondheid te beschermen tegen pesticiden die zowel voor de mens als voor milieu schadelijk zijn.
De conventie bood daar een antwoord op.  Ze had als doel de productie en het gebruik van POP’s te elimineren of te beperken. In tegenstelling tot de elf andere POP’s die besproken werden, werd DDT niet volledig verboden door de conventie. Voor de bestrijding van ziekteoverdracht mag DDT wel nog gebruikt worden, in de landbouw niet meer. Bovendien moet het gebruik voldoen aan de strikte richtlijnen van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) en landen die DDT gebruiken, moeten dat aan de WHO melden.
Daarnaast moedigt de conventie landen aan om op zoek te gaan naar efficiënte, goedkope en duurzame alternatieven voor DDT voor de bestrijding van ziekteoverdracht. (nvds)

Weinig aandacht voor alternatieven DDT


In sommige ontwikkelingslanden wordt DDT door de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) nog steeds toegelaten als middel om de malariaoverdracht te controleren. ‘We moedigen landen niet zomaar aan om overal en altijd DDT te gebruiken, maar het is voor ons wel een insecticide dat binnenhuis gebruikt mag worden, op voorwaarde dat het voldoet aan onze kwaliteitseisen’, zegt Kabir Cham, malaria-expert bij de WHO.
Volgens Marc Coosemans van het Tropisch Instituut van Antwerpen, die in 2004 deel uitmaakte van een WHO-studiegroep rond de controle van malariaoverdracht, is het gebruik van DDT marginaal geworden. ‘Om DDT te mogen gebruiken, moet eerst aangetoond worden dat de malariamug in de behandelde regio niet DDT-resistent is en dat gebeurt zelden’, zegt Coosemans. ‘Bovendien kunnen weinig producenten een DDT garanderen dat beantwoordt aan de richtlijnen van de WHO.’
Daarom doet het Tropisch Instituut van Antwerpen al jaren onderzoek naar alternatieve insecticiden voor binnenhuisbestuivingen. ‘Er zijn alternatieve insecticiden beschikbaar die zich in tegenstelling tot DDT niet in het lichaam opstapelen en die geen schadelijke gevolgen voor mens en milieu hebben als je ze goed en doeltreffend gebruikt’, zegt Coosemans.
Daarnaast vormt ook de massadistributie van muggennetten die behandeld zijn met insecticiden een goed alternatief. Coosemans: ‘Dankzij nieuwe technologie kan de insecticide nu in de vezels worden opgeslagen, waardoor de netten wasbeurten weerstaan en drie tot zes jaar actief blijven.’
Ook al wordt het in de Stockholm Conventie aangemoedigd, het Tropisch Instituut is een van de weinige organisaties die effectief onderzoek doet naar goede alternatieven voor DDT. Ook Cham vindt dat daar te weinig geld voor wordt vrijgemaakt. ‘Er wordt veel meer geld gestopt in onderzoek naar pesticiden voor landbouwdoeleinden, dan in onderzoek naar pesticiden die de volksgezondheid ten goede komen, gewoon omdat die sector veel minder geld opbrengt. En ecologische alternatieven zijn vanuit economisch oogpunt nog minder populair voor investeerders’, zegt Cham.
Els Torreele van het DNDi, een ngo die onderzoek doet naar geneesmiddelen voor verwaarloosde ziektes, treedt Cham bij en stelt dat het weinige geld dat beschikbaar is voor de bestrijding van malaria naar geneesmiddelen gaat in plaats van naar preventiemiddelen. Torreele:’Er is vandaag wel nieuwe aandacht voor onderzoek naar geneesmiddelen, zowel vanuit de overheden als vanuit de farma-industrie, wat op zich een enorme vooruitgang is, maar preventie blijft verwaarloosd.’ Kabir Cham vindt die prioriteitsstelling onverstandig. ‘Preventie en behandeling moeten hand in hand gaan’, zegt hij. (nvds)

Restanten DDT in Vlaanderen


Het gebruik van DDT is sinds 1974 officieel verboden in België. Toch zijn de chemische stoffen van DDT volgens biomonitoringsprogramma’s nog steeds detecteerbaar in het menselijk bloed. DDT kan lange afstanden overbruggen en het kan zich gedurende vele jaren opstapelen in het menselijk lichaam. ‘Vooral in de regio rond het Albertkanaal en in meer landelijke zones worden er veel restanten (DDE) van DDT in het menselijk bloed gevonden’, zegt dokter Dirk Wildemeersch van het Vlaams Agentschap van Zorg en Gezondheid.
In de toekomst wil het agentschap uitzoeken waarom het DDE-niveau in het bloed in die zones hoger ligt dan op andere plaatsen. ‘De dosissen DDT die in het bloed gevonden werden, zijn niet zodanig hoog dat ze gezondheidsrisico’s inhouden, maar het blijft een ongewenst product dat schadelijke effecten kan hebben, zoals een hormoonverstorende werking’, aldus Wildemeersch.
‘Het is ook belangrijk dat we ons onderzoek voldoende breed houden en ons niet enkel focussen op DDT, want er worden in Vlaanderen nog zoveel andere pesticiden gebruikt die zich in het menselijk lichaam opstapelen, en geen enkele pesticide is gezond’, zegt Wildemeersch. Om het gebruik van pesticiden drastisch te verlagen, roept de Vlaamse Milieumaatschappij -in het kader van haar sensibilisatiecampagne Zonder is Gezonder- de bevolking op om in september restanten van sproeimiddelen binnen te brengen in containerparken.
‘Op die manier hopen we de restanten van pesticiden zoals DDT, die er ongetwijfeld nog zijn, in te perken. We merken dat gezinnen nog op grote schaal (verboden) pesticiden gebruiken, en we willen hen met de campagne inlichten over de schadelijke effecten ervan’, zegt Mie Van den Kerckhove van de Vlaamse Milieumaatschappij. (nvds)
www.zonderisgezonder.be

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.