Eerste dame van Uruguay Lucía Topolansky

De politieke betekenis van een Volkswagen Kever

Van het presidentiële paleis moest ze niets weten. Ook de limousine paste niet bij haar politieke idealen. De succesvolle senator Lucía Topolansky vocht in de jaren zeventig samen met haar man José Mujica, de huidige president van Uruguay, als guerrillera tegen de militaire dictatuur. Ze zat er veertien jaar voor in de cel. Nu woont ze op een boerderij waar ze, tussen de politieke bedrijven door, bloemen teelt.

Het is feest in de textielfabriek van Paysandú, een stadje aan de grens met Argentinië. In een hoekje, half verscholen achter de vakbondsafgevaardigden, staat een vrouw te luisteren naar de toespraken van de arbeiders. Ze zou hun moeder kunnen zijn. Een toevallig passerende oma misschien. Maar de dame in de schaduw die hier onverwacht opdook, Lucía Topolansky (69), speelt een andere rol in het leven van deze werknemers.

Ze de echtgenote van de president van Uruguay en de meest vooraanstaande senator van het land, en ze ondersteunt de werknemers van de fabriek Paylana. Toen die twee jaar geleden op de fles ging, en de bazen met de noorderzon verdwenen, besloten de arbeiders het bedrijf als coöperatie over te nemen.

De Eerste Dame achterin applaudisseert, ze zal de schijnwerpers niet snel opzoeken. Veertien jaar gevangenis maakt een mens bescheiden. 

Tupamaros

Er is nog een link met het stadje Paysandú. María Elia, haar beste vriendin, strijdmakker en tweelingzus, woont hier. De Topolansky’s zijn twee grote namen in het kleine Uruguay. Toen de rode wind door Latijns-Amerika waaide eind de jaren zestig wisselden Lucía en María Elia hun engagement in de studentenbeweging en hun architectuurstudie in voor een clandestien leven in de gewapende guerrillabeweging MLN-Tupamaros. Stoute kinderen kregen naar verluidt te horen dat de Topolansky’s hen mee zouden nemen.

Bij de Tupamaros leerde Lucía José Mujica kennen, ‘Pepe’ voor de vrienden. Even later sloeg de vlam over. Maar veel tijd hadden ze niet voor een romance.

De guerrillera werd in 1970 opgepakt door de politie, maar kon een paar maanden later ontsnappen. De tweede keer, in 1972, had ze minder geluk en verdween ze weer achter de tralies. Met de militaire coup in 1973 zag de situatie er nog benaderder uit. In Uruguay werden politieke tegenstanders niet massaal vermoord zoals in buurland Argentinië, maar folteringen waren schering en inslag in de gevangenissen. Topolansky ontsnapte ook niet aan de fameuze ‘picana’, een ijzeren staaf voor elektroshocks.

In 1985, bij de terugkeer van de democratie, kwam ze vrij, samen met Pepe Mujica. In een lokale krant vertelde ze over Pepe. Ze zei dat ze hem in die moeilijke, eenzame omstandigheden had leren kennen zoals hij was, ‘met al zijn sterktes en zwaktes, zonder opsmuk, zonder meer’.

‘Kinderen hebben we dus niet kunnen maken’, zegt ze over die donkere periode. Zacht, maar zonder wrok. Topolansky hangt het slachtoffer niet uit. Ze noemden haar ‘la Tronca’ in de guerrilla, ‘de boomstam’. Zo stevig ziet ze er nog steeds uit. 

Staken bij de zusters

Lucía Topolansky is meer dan ‘de vrouw van’, ze is een politica die op een stevig eigen traject kan bogen. Na haar vrijlating richtte ze samen met enkele ex-guerrillero’s de politieke partij MPP (Movimiento de Participación Popular) op. Daarin groeide ze door van raadslid in Montevideo tot parlementslid en senator. Tijdens de laatste verkiezingen in 2009 haalde ze een recordaantal van 300.000 stemmen binnen voor de coalitiepartij Frente Amplio. Daardoor moest haar echtgenoot, met wie ze in 2005 was getrouwd, zijn presidentiële eed in de senaat bij haar afleggen. Dat hadden ze in Uruguay nog niet gezien.

De toespraken in de textielfabriek zitten erop. Topolansky vertrekt naar een buurtvergadering om een paar inwoners van Paysandú aan een woning te helpen. Ze wandelt ietwat moeizaam door haar heupprothese. Hakken mag ze niet dragen, als ze dat al zou willen. De Uruguayaanse is net genezen van borstkanker. ‘Het gevolg van de stress van het werk als militante.’

‘We hebben de politiek nooit vaarwel gezegd’, zegt ze. ‘Ook niet toen we na de gevangenschap in de boerderij gingen wonen. Ik vind het belangrijk vandaag in Pasyandú te zijn, dit is meer dan een job. Ik zie mezelf als een sociale strijdster, dat was in de middelbare school al zo.’ Toen de Topolansky’s de strenge regels van de zusters dominicanen in het Sacré-Cœurcollege in Montevideo niet meer konden verdragen, organiseerden ze hun klasgenootjes om mee te staken. Het zit in haar: ‘Ik wil mensen helpen waar ik kan, en luisteren naar hun problemen.’

Juweeltje

De schrik zat er goed in bij buitenlandse investeerders toen de ‘extreem linkse’ Pepe Mujica in 2010 de presidentstroon besteeg. Maar net als zijn Braziliaanse ex-collega Luis ‘Lula’ da Silva matigde Pepe zijn discours al snel. Hij nodigde 1500 ondernemers uit binnen- en buitenland uit in een luxueus hotel in de toeristische badstad Punta del Este, en stelde hen gerust: Uruguay is een veilige plek om te investeren.

Het grootste ideologische probleem van de mensheid is het consumisme. Het maakt de mensen niet gelukkig.
Dat werkte. Fernand Huts, de topman van de logistieke groep Katoen Natie, noemde Uruguay een paar maanden geleden nog het juweeltje van Latijns-Amerika voor investeerders. Katoen Natie beheert de containerterminal van Montevideo’s strategisch gelegen haven. ‘Ik heb hier nog nooit geld onder tafel moeten schuiven’, klonk het tevreden.

De linkse bewegingen die Mujica aan de macht hielpen, zijn minder content. Mujica en zijn voorganger en partijgenoot binnen het Frente Amplio, Tabaré Vázquez, mogen de steile economische groei dan op hun conto schrijven – de werkloosheid daalde de laatste tien jaar van 22 procent naar 5,7 procent en het aantal armen halveerde. Maar door de komst van sojaplantages, eucalyptusbossen en papierfabrieken is ondertussen meer dan een miljoen hectare, bijna 6 procent van het totale territorium, in handen van twaalf buitenlandse ondernemingen. Om een idee te hebben: dat is een plak van Oost-Vlaanderen tot Limburg.

Soberheid

Buitenlandse en Uruguayaanse ondernemers mogen dan veel geld verdienen in Uruguay, het presidentspaar blijft arm. Dat bevestigt Gustavo Rombys, een van de politici die het dichtst bij hen staat. Twee jaar geleden moest hij, net als het presidentiële koppel zelf, loon inleveren. ‘Pepe was nog maar net verkozen of hij stelde een loonplafond voor van 40.000 peso (1535 euro) voor alle verkozen ambtenaren van het Frente Amplio. De rest schenken we via de partij aan goede doelen. Dat is niet niets, want in Uruguay verdient een senator toch algauw 130.000 peso (4980 euro)’, zegt Rombys zonder merkbare spijt.

In zijn nieuwjaarsboodschap, net voor de zomervakantie hier, herhaalde Mujica dat nog eens voor zijn ministerraad: ‘Bespaar zoveel je kunt, maak zo weinig mogelijk officiële reizen. De regering moet het voorbeeld geven. We moeten de Uruguayanen een boodschap van soberheid meegeven.’ Dat een politicus soberheid predikt, is niet vreemd. Dat hij het in de praktijk brengt wel. De familie Mujica is wel extreem sober. Het echtpaar weigert de officiële limousine te gebruiken en staat erop zoveel mogelijk met hun eigen wagen te doen: een Volkswagen Kever uit de jaren tachtig. Een smartphone hebben ze niet, een laptop evenmin. ‘Het grootste ideologische probleem van de mensheid is het consumisme’, zegt la Mujica hierover. ‘Het maakt de mensen niet gelukkig. Integendeel, ze zitten in een race naar steeds meer, maar dat theoretisch geluk komt er nooit. En ondertussen gaat de planeet naar de vaantjes.’

Ook het presidentiële paleis in Montevideo vinden Topolansky en Mujica ver boven hun stand. Ze wonen in een eenvoudige boerderij op twintig kilometer van de stad. ‘Daar zijn we ingetrokken toen we vrijkwamen’, vertelt Topolansky. ‘We werken er met een paar gezinnen op het veld in een gemeenschappelijk project. We telen bloemen, en alfalfa (luzerne, een plantje dat als veevoer dient, nvdr), om op de lokale markt te verkopen. Maar sinds Pepe president is, kunnen we alleen in het weekend nog op de boerderij werken.’

De eerste vakantie 

‘Vorig jaar zijn we voor de eerste keer in ons leven op vakantie gegaan’, geeft mevrouw Mujica toe. ‘Na de opsluiting, het harde werk op het platteland en de politieke engagementen was dat er niet eerder van gekomen. En ik weet niet of het er dit jaar in zit. Ik hoop dat Pepe vrij kan nemen, al is het maar voor een weekje Colonia.’

Op twee uur van Montevideo, in de buurt van de oude stad Colonia, ligt het presidentiële buitenverblijf. Hoewel de Mujica’s het paleis in de hoofdstad niet wilden betrekken, maken ze er wel af en toe gebruik van. ‘Het is er zo mooi’, zucht de politica. ‘We zijn gek op wandelingen langs de Rio de la Plata. Met ons hondje. En twee agenten om de boel in het oog te houden, meer niet. In ons Uruguay kan dat perfect.’

De Mujica’s worden soms gespot in een bodegón (een kantine) van een of ander dorp in de buurt van Colonia. Ze zitten dan gewoon tussen de andere klanten. En hun hondje Manuela, met drie poten, wacht buiten rustig met de andere honden tot zijn baasjes, de Uruguayaanse president en de senator, gedaan met eten en de rekening betaald hebben, om op hun gemak naar huis te wandelen in de rode avondzon die boven de brede Rio de la Plata hangt. Meer moet dat niet zijn.

Tom Dieusaert en Sam Verhaert zijn twee Vlaamse journalisten die vanuit Argentinië berichten over Latijns-Amerika. Ze werken voor Prensa Nueva en maakten dit interview in Uruguay.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.