Filipijns vredesakkoord blijkt broos

De rebellen maken deel uit van de zogenaamde Bangsamoro Islamic Freedom Fighters (BIFF). Het gaat om moslims die strijden voor een onafhankelijke staat in het zuiden van de Filipijnen. Tot 2008 maakten ze deel uit van het Moro Islamic Liberation Front (MILF), maar het kwam tot een breuk tussen de twee omdat de BIFF vinden dat het MILF zich te inschikkelijk opstelt in de vredesonderhandelingen met de Filipijnse regering. Al sinds de jaren zestig streven moslimbewegingen in het zuiden van het land naar meer autonomie. Deze week kwam het tot een doorbraak na onderhandelingen die meer dan twintig jaar geduurd hebben.

Duurzame vrede

Het akkoord, dat op 25 januari tot stand kwam na bemiddeling van de Maleisische regering, voorziet in de oprichting van een autonoom gebied voor de moslims met de naam “Bangsamoro”. Tegen 2016 zou de autonome regio een feit moeten zijn. Daarmee komt de regering tegemoet aan de eis van de moslims om zelfbestuur.

In ruil zal het MILF zich ontwapenen, en zal het samen met het leger helpen kleine milities in het gebied terug te drijven. Het leger zal zijn aanwezigheid in de regio ook terugschroeven.

Beide partijen waren tevreden met het akkoord. “Het vredesproces moet dienen als een sterk fundament voor de duurzame vrede en ontwikkeling van Mindanao (het meest zuidelijke Filipijnse eiland, red.) en in dat opzicht beschouwen we dit als een heel belangrijke ontwikkeling’, verklaarde regeringsonderhandelaar Miriam Coronel Ferrer aan BBC World.

Onafhankelijke staat

De BIFF echter zijn niet tevreden met dat akkoord. Zij willen een onafhankelijke staat. De verzetsgroep die niet meer dan een paar honderd leden telt, zet zijn gewapend verzet dan ook verder. Het Filipijnse leger begon op dinsdag 28 januari met een offensief tegen de rebellen, en kwam een dag later met het bericht dat het 37 rebellen gedood had.

Een woordvoerder van de rebellen ontkende echter dat er doden in zijn kamp waren gevallen, maar gaf toe dat het leger een deel van hun kampen had veroverd. ‘Ze kunnen ons gebied veroveren, maar zolang ze ons niet gevangen nemen, kunnen ze onze jihad niet stoppen’, zei woordvoerder Abu Misry aan het persagentschap Associated Press.

De Filipijnse president Aquino verklaarde dat het offensief bedoeld is om dorpen in de provincie Maguindanao te beschermen tegen de rebellen. Het offensief zou aanvankelijk slecht twee dagen duren, maar is intussen al verlengd tot zes dagen.

Vier decennia conflict

Meteen na het uitbreken van de gevechten sloegen zo’n 10.000 mensen in de regio op de vlucht. Het autonomiestreven van de moslims op de Filipijnen, die met ongeveer tien procent van de bevolking een minderheid uitmaken in het overwegend katholieke land, heeft in vier decennia aan 150.000 mensen het leven gekost.