Interview met Joseph Stiglitz over 'Eerlijke globalisering'

Nobelprijswinnaar economie, ex-Wereldbanktopman en ex-economisch topadviseur in de regering Clinton: Joseph Stiglitz heeft de lange mars door de machtscentra gemaakt. Met Eerlijke globalisering publiceert hij een nieuw boek waarin hij die machtscentra en hun overtuigingen bekritiseert, maar ook concrete voorstellen doet om de huidige globalisering om te buigen tot een proces waar de armen beter van kunnen worden. Om het gesprek te openen vroegen we hem de beruchte Washington Consensus -waarover hij in zijn boek uitgebreid schrijft- even toe te lichten.

Joseph Stiglitz: De Washington Consensus is een overeenstemming die bereikt werd tussen 15th Street en 19th Street Washington, respectievelijk de straat waarin de Amerikaanse Nationale Bank haar kantoren heeft en waar het IMF gehuisvest is. De consensus betrof de dingen die ontwikkelingslanden moesten doen om aan hun ontwikkeling te werken. Eigenlijk was het een simpel voorschrift dat voor al die landen moest gelden: liberalisering, privatisering, deregulering enmacro-erconomische stabiliteit. Het was au fond een erg conservatieve politieke agenda uit de Reagan-Tatcherjaren die opgelegd werd aan alle ontwikkelingslanden. En het werkte niet. De Washington Consensus werd verkocht als economische wetenschap, terwijl het in feite een politieke ideologie was. Vanuit de regering Clinton hadden we het beleid dat belichaamd werd in de Washington Consensus voortdurend proberen bestrijden, vandaar mijn shock toen ik op de Wereldbankvernam dat dit uitgerekend de voorschriften waren die de derdewereldlanden allemaal kregen.

Wij hadden nochtans allesbehalve het gevoel dat de Clintonregering de globalisering bestreed, integendeel.

Joseph Stiglitz: Dat maakte het allemaal nog wat erger. In het Witte Huis probeerden we een vrij progressief beleid vorm te geven, terwijl de gouverneur van de Nationale Bank en de minister van Financiën de agenda van het IMF volgden of -erger nog- formuleerden. De president werd er gewoon heel vaak buitengehouden.

Hoe verklaart u de populariteit van deze neoliberale ideologie in de jaren negentig, toen het ideeëngoed van slanke staten en vrije markten zowat de hele wereld overspoelde en domineerde?

Joseph Stiglitz: Een belangrijk element is zeker het einde van de Koude Oorlog en het falen van veel van de socialistischeregeringen in hun ambitie dooreconomische groei te realiseren. Het mislukken van het sovjetexperimentbracht heel wat mensen tot de foute conclusie: dat devrije markt hetantwoord was op alle problemen. De realiteit is dat de Sovjetunie mislukte om een veel grotere variëteit aan redenen dan enkel het ontbreken van een vrijemarkteconomie. Het juiste antwoord lag in het zoeken naar een goed evenwicht tussen staat en markt. Zonder functionerende markt kan je geen succes boeken, maar zonder een capabele overheid is evenmin succes mogelijk.

Waarom bleef men dan zo lang vasthouden aan dit foute antwoord?

Joseph Stiglitz: Dat heeft alles te maken met het democratische deficit in de Wereldbank, het IMF, … Kijk naar de stemrechten in deze instellingen. Het is allesbehalve “één mens één stem”, het gaat om het gewicht aan dollars, en zelfs over het economisch gewicht 60 jaar geleden, toen de instellingen opgericht werden. In het IMF heeft alleen de VS een veto, waardoor Wall Street echt zeg krijgt over het financieel beleid op wereldschaal. Bovendien wordt het management van deze instellingen op zeer ondemocratische en ondoorzichtige manier gekozen: het IMF wordt altijd geleid door een Europeaan, de Wereldbank altijd door een Amerikaan.

De EU is daar mee verantwoordelijk voor, want ze ging ermee akkoord dat de benoeming van Bush voor de Wereldbank -hoe slecht die ook zou zijn, zelfs als het de architect zou zijn van de Irakoorlog- aanvaard zou worden zonder morren. Dat allemaal terwijl de mensen wiens leven echt bepaald wordt door het IMF nauwelijks een stem hebben in de instelling. Het resultaat is dat de mensen die veel invloed hebben in het IMF zich zelf niets aantrekken van de beleidsvoorstellen en -aanbevelingen, terwijl degenen die afhankelijk zijn van dat beleid er juist geen invloed op kunnen uitoefenen.

Dat is een lange reeks democratische deficits. U citeert in uw boek heel wat mensen en rapporten die de tekortkomingen kennen en onder woorden brengen. Toch blijft het dagelijkse beleid grotendeels hetzelfde.

Joseph Stiglitz: Er zijn toch wel wat veranderingen aangebracht, grotendeels als gevolg van het grotere bewustzijn dat in de geïndustrialiseerde landen gegroeid is. Wellicht is Seattle 1999 daarin een kantelpunt geweest. Clinton had wellicht gehoopt dat de nieuwe onderhandelingsronde naar hem of naar Seattle genoemd zou worden, terwijl we nu enkel de straatprotesten van Seattle herinneren. Het was in elk geval het moment waarop duidelijk werd dat de belofte dat globalisering het leven voor iedereen aangenamer zou maken niet vervuld was. Waarom zouden anders zoveel mensen zo ongelukkig zijn met de WTO?

De cijfers bewezen ook dat de jongste ronde van vrijmaking van de wereldhandel heel veel mensen in de ontwikkelingslanden armer en kwetsbaarder gemaakt had. De protesten brachten meer media-aandacht en dus meer politieke druk hierrond. Vooral in Europa, moet ik zeggen. In de presidentiële debatten van 2000 werd het IMF één keer genoemd, in 2004 niet. In Groot-Brittannië daarentegen is de grootste partijoverschrijdende groep in het parlement de groep die zich bezighoudt met hulp, handel en schuld. De reden die ze daar zelf voor geven is: omdat onze kiezers met deze thema’s bezig zijn.

U pleit voor een rechtvaardige ontwikkeling die de kloof kleiner maakt in plaats van breder. De globalisering van de voorbije decennia, die juist wél de kloof vergroot heeft, werd ons verkocht als onontkoombare economische wetenschap. Uw wetenschappelijke werk heeft ertoe bijgedragen dat die claim ondergraven werd.

Joseph Stiglitz: In het begin van de globalisering gold het credo dat iedereen zou profiteren van de groei van wereldhandel. Het beeld was: a rising tide lifts all boats. Mijn onderzoek toonde aan dat de realiteit van een slecht gestuurde globalisering een vloedgolf is die heel veel kleinere bootjes doet kapseizen en datiedereen diezonder reddingsvest op zee is, verdrinkt. Dat is geen revolutionair inzicht, het was vanaf het begin deel van de economische theorie dat globalisering grotere ongelijkheid kon creëren. Want volledige integratie van markten zou betekenen dat alle ongeschoolde arbeiders ter wereld gelijke lonen zouden krijgen, of ze nu in Europa, de VS, India of China werkten. Dat betekent een enorme neerwaartse druk op de lage lonen in het Noorden. De voorstanders van globalisering kénden die consequentie, maar ze hielden ze stil.

De theorie stelde dat globalisering tot grote groei kon leiden en dat de winnaars de verliezers konden compenseren -maar er is nooit gesteld dat ze dat ook effectief zouden doen. Ze hebben dat dus ook niet gedaan en, wat het nog erger maakt, in de naam van de globalisering werd op heel veel plaatsen de bestaande sociale bescherming afgebouwd of ingekrompen. Natuurlijk gaan mensen daartegen protesteren, zoals de jongeren in Frankrijk. Want ze begrijpen niet hoe het afbouwen van bescherming en van lonen leidt tot de beloofde betere levensstandaard voor iedereen. Ze krijgen dan als antwoord dat ze geduld moeten hebben, dat het op den duur wel in orde komt. Maar Keynes zei het al: op den duur zijn we allemaal dood. Bovendien is het op de lange duur gebleken dat de arbeiders verliezen. In de VS liggen de reële lonen vandaag 30 procent lager dan 30 jaar geleden.

Het antwoord van de neoliberale economen is dat de bescherming van werkers in de weg staat van innovatie en dus van groei.

Joseph Stiglitz: Het hangt er maar vanaf hoe je succes definieert. Veel mensen hebben op basis van economische cijfers al gezegd dat Europa het niet zo goed doet als de VS. Dat klopt als je de BNP-cijfers als enige maatstaf neemt. Maar meer dan 50 procent van de Amerikanen zijn er vandaag slechter aan toe dan 6 jaar geleden. De meeste Amerikanen hebben hun inkomen zien dalen. Is dat een goede economie? Neen, zo’n economie heeft een probleem.

Welk alternatief stelt u voor?

Joseph Stiglitz: Eerst en vooral moeten we duidelijkheid verschaffen over de doelstellingen die een economie moet verwezenlijken. Bijvoorbeeld: de afbraak van het milieu wordt nu niet ingerekend als een minpunt in de economische cijfers. Nochtans zou je het verdwijnen van natuurlijke rijkdommen en van leefmilieu moeten aftrekken van de economische groei. Je mag niet vergeten dat het BNP niet meet wat de burgers in hun portemonnee voelen, maar wat er geproduceerd wordt -ook al verdwijnt de meerwaarde grotendeels naar het buitenland.

In Papua-Nieuw-Guinea zorgde een goudmijn zo voor het grote deel van het BNP. De winst verdween naar het buitenland en bovendien vernietigde de mijn door haar vervuiling veel van de traditionele bronnen van inkomen voor de mensen. Toen de mijn niet genoeg meer opbracht, vertrok de buitenlandse eigenaar en kon de regering opdraaien voor de sanering van de site. Een ander voorbeeld van het falen van de huidige logica, is het systeem van intellectuele eigendom. Men verkoopt dat als noodzakelijk voor innovatie, terwijl in feite de meest belangrijke nieuwe ideeën niet eens beschermd zijn door intellectuele eigendom. Het uitbreiden van het aantal patenten heeft volgens mij een erg negatief effect gehad op groei en innovatie.

Een duurzaam model gaat dus eerder de richting uit van Linux dan van Microsoft.

Joseph Stiglitz: Inderdaad. Zeker voor ontwikkelingslanden is dat belangrijk, want zo’n “open source” model geeft hen toegang tot technologie tegen een betaalbare kost. De inefficiëntie van het patenteren van ideeën is duidelijk, aangezien we ideeën kunnen delen en ze toch volledig blijven bezitten. Het is niet zoals een stoel waarop maar één persoon tegelijk kan zitten. Het beperken van de circulatie van ideeën is vanuit economisch oogpunt erg inefficiënt, zeker omdat het systeem een monopolie geeft aan de bezitter van het patent -en we weten allemaal dat monopolies héél veel inefficiëntie veroorzaken.

Toegepast op medicijnen leidt dit niet enkel tot hogere prijzen dan noodzakelijk, maar ook tot het sterven van mensen omdat ze de nodige koopkracht niet hebben. Een generische aidsbehandeling kost jaarlijks 300 dollar, de merknaambehandeling in de VS kost 10.000 dollar. En het ergste is dat dit systeem van intellectuele eigendom niet het resultaat is van onoplettendheid, maar van een bewuste strategie. Het was de uitdrukkelijke bedoeling van de farmaceutische industrie om de Uruguay-ronde (binnen de General Agreement on Tariffs and Trade, de huidige WTO) af te sluiten met een overeenkomst die de patentregeling zou uitbreiden. En heeft het de innovatie gestimuleerd? Neen. De farma-industrie spendeert meer geld aan advertenties en marketing dan aan research, meer geld aan research naar lifestyle medicijnen -zoals haargroeimiddelen- dan aan lifesaving medicijnen, en bijna geen geld aan ziektes die vooral derdewereldlanden treffen zoals malaria. Zo werkt de markt. Die zorgt ervoor dat onderzoek zich vooral gaat bezighouden met de behoeften van de koopkrachtige consumenten.

Daarmee heb ik niet de markt als dusdanig verworpen. Ik denk dat er heel eenvoudige manieren zijn om markten beter te doen functioneren. Bijvoorbeeld: organiseer op wereldschaal een Medische Prijs Fonds, waarin grote prijzen uitgekeerd worden aan mensen die echt relevante medicijnen ontwikkelen, bv tegen malaria, terwijl mensen die relatief gewone medicijnen produceren veel minder krijgen. De kracht van competitieve markten kan dan gebruikt worden om de goederen te verdelen. Op die manier kan je de prijs zo laag mogelijk houden en de verdeling zo breed mogelijk krijgen.

Is uw pleidooi om oplossingen voor de het huidige globaliseringsprobleem te zoeken binnen de markt een gevolg van uw geloof in de efficiëntie van markten of is het om de apostelen van de vrije markt op hun eigen terrein tegemoet te treden?

Joseph Stiglitz: Beide. Ik wil op de eerste plaats aantonen dat het vrijemarktmodel niet werkt zoals zijn verdedigers beweren. Een van de redenen is dat we niet juist omgaan met het gegeven “incentives”. Op dit moment stimuleert het systeem vervuiling, want het vertegenwoordigt in de productie vaak een besparing (geen investeringen in schone technologie…) terwijl het niet aangerekend wordt als maatschappelijke kost. Zolang de vervuiling geëxternaliseerd wordt, zullen mensen en bedrijven dus blijven vervuilen. Vanuit een louter commerciële logica zullen bedrijven er zelfs toe gedreven worden om de wetgeving te beïnvloeden om die toestand te verlengen of zelfs nog uit te breiden.

Exxon, bijvoorbeeld, financiert gigantische inspanningen om te bewijzen dat de opwarming van de aarde niet bestaat. Dit is een investering met een hoge return on investment, net als de investering die de farma-industrie en de entertainmentindustrie deden om TRIPs in de Uruguayronde te krijgen. Vanuit de economische adviesraad in de Amerikaanse regering waren we tegen TRIPs omdat we ervan overtuigd waren dat het slecht was voor de wetenschap, voor de vernieuwing en voor de Derde Wereld. Maar wij bepaalden niet wat er gestemd werd. De farma-industrie leverde veel grotere bijdragen voor de verkiezingscampagnes.

Toch gelooft u dat het mogelijk is om globalisering te laten werken zoals ze behoort te werken: als een kracht die het leven van de armen kan verbeteren.

Joseph Stiglitz: Op basis van een uitgebreide analyse die duidelijk maakt waarom de huidige globalisering niet werkt, is het mogelijk om vrij concreet aan te geven wat er moet veranderen om de winst van het globaliseringsproces de juiste kant op te sturen. Dat is optimistisch, ja, maar optimisme wordt ook gewettigd door de geschiedenis. Toen ik opgroeide, waren de VS een samenleving die gekenmerkt werd door diepe segregatie en rassendiscriminatie. Dat is niet helemaal verdwenen, maar het is wél heel veel verbeterd. Dat geldt ook voor genderdiscriminatie. Vooruitgang wordt gemaakt door mensen die optimistisch zijn, die geloven dat een andere wereld mogelijk is, die daarvoor op straat willen komen.

Wat globalisering betreft, hebben er al serieuze veranderingen plaatsgevonden binnen het IMF en op het vlak van de manier waarop over globalisering gedacht wordt sinds Seattle. In Doha, de WTO-top in 2001, werd expliciet erkend dat de ontwikkelingslanden erop achteruitgegaan waren door de voorgaande onderhandelingronde voor de vrijmaking van de wereldhandel. Dat was een enorme vooruitgang. Het feit dat men de belofte op een ontwikkelingsronde niet waargemaakt heeft, is dan weer een teleurstelling, natuurlijk. Al is zelfs de mislukking van de Doha-ronde ook een uiting van toegenomen assertiviteit en onderhandelingscapaciteit van de ontwikkelingslanden. Want daardoor konden ze voorkomen dat er opnieuw een serie afspraken opgelegd zouden worden die hen zouden doen achteruit boeren. In deze wereld zijn het dit soort kleine overwinningen die ons hoop en moed moeten blijven geven. Bij het IMF is er ook erkenning gekomen van het onevenwicht in de stemrechten. In september heeft men in Singapore alvast een kleine correctie uitgevoerd voor vier landen en men heeft afgesproken dat dit het begin was van een meer fundamentele wijziging. Het zal niet ver genoeg gaan, de VS zullen hun machtspositie niet opgeven, maar we maken vooruitgang. Idem voor de overdreven conditionaliteiten die opgelegd werden bij leningen door het IMF. Dat is aangepakt, al gaat men opnieuw minder ver dan ik zou willen.

Een ander punt waarop ik het IMF bekritiseerde, was dat ze landen dwongen om hun financiële markten te openen voor speculatief investeringskapitaal, terwijl er geen bewijzen waren dat dit de ontwikkeling van die landen ten goede zou komen. Het was niet gebaseerd op onderzoek, maar op een geloof. Uiteindelijk is men de heilige overtuiging toch gaan onderzoeken, wat tot de enig mogelijke conclusie leidde dat de effecten van volkomen vrij verkeer van kapitaal niet leidde tot economische groei. Het IMF concludeerde dat hun vaststellingen ‘niet overeenstemde met economische theorie’, wat bewijst dat de ze voorbije kwarteeuw geen economische theorie meer gelezen hadden. Want hedendaagse economische theorie gaat uit van imperfecte markten en imperfecte informatie, en de vaststellingen van het IMF-onderzoek passen perfect binnen die theorie. Het IMF zegt nu: we kunnen de voordelen niet vaststellen, al geloven we nog steeds dat ze bestaan.

In het hoofdstuk over de opwarming van de aarde zegt u: als we duizend planeten zouden hebben, dan was het wellicht nuttig om dit soort experimenten te doen (zo veel CO2 uitstoten dat het klimaat opwarmt), en als het fout loopt te verhuizen naar een volgende planeet. Hetzelfde kan je zeggen over de IMF-politiek. Ze experimenteren op basis van quasi religieuze overtuigingen, maar er is geen andere planeet waar de slachtoffers naartoe kunnen. Deze experimenten kosten miljoenen mensen het leven.

Joseph Stiglitz: De mislukkingen hebben inderdaad zeer langdurige en diepgaande effecten. Het Zuidoost-Azië experiment met kapitaalmarktliberalisering resulteerde in een crisis die niet alleen de mensen trof tijdens die periode. Kinderen werden van school gehaald, wat minstens een generatie lang zijn effect zal laten voelen. Het IMF eiste toen ook van Thailand dat het bespaarde op zijn aidspreventiecampagnes -wat de dalende lijn van besmettingen meteen omboog in een scherp stijgende lijn. Iedereen die als gevolg van zo’n beleid sterft, zal geen tweede kans krijgen, zelfs als het IMF acht jaar later zijn vergissing inziet.

Eerlijke globalisering door Joseph Stiglitz is gepubliceerd door Uitgeverij het Spectrum. 360 blzn. ISBN 90-2742-609-0

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.