MO* ging op zoek naar ingenieurs zonder vakantie

Ook ingenieurs doen aan ontwikkelingssamenwerking en sommigen onder hen offeren hiervoor hun vrije tijd of vakantie op. Eerder belichtte MO* Ingenieurs Zonder Grenzen, nu werd gezocht naar kleinere initiatieven met ambitie. Humasol en Water4Ghana zijn twee vierdepijlerorganisaties, gegroeid uit een studentenproject, die werken aan ontwikkelingsprojecten in het Zuiden.

  • CC Humasol In Thiès, Senegal, voorziet een project van Humasol warm water en energie via alternatieve systemen voor het “Mame Diarro Diallo” centrum, dat de rechten verdedigt van de meest kwetsbare groepen in de Senegalese samenleving: vrouwen en kinderen. CC Humasol

Water4Ghana voorziet drinkwater in het droge Noorden van Ghana. Humasol doet in Zuid-Amerika en Afrika met energie wat Water4Ghana met water doet. ‘Toegang tot zuiver water en energie is in het Zuiden een groot probleem waarop je vanuit een technisch ingenieursstandpunt een hele goede oplossing kunt bieden’, volgens Kenneth Van den Bergh, voorzitter van Humasol.

Het Humasol-concept is eerder toevallig ontstaan tijdens een reis in Argentinië en Water4Ghana sprak verschillende Ghanese ngo’s aan waaruit een eerste project rolde. Beide lanceren projecten op vraag van een lokale ngo of instantie. Zo’n vijf jaar later evolueren ze van een vereniging die buitenlandse stages aan studenten biedt naar een ontwikkelingsorganisatie waarbij studenten eerder het middel zijn om iets te bereiken. Ze werken samen met een of meerdere plaatselijke partners, vaak een andere vierdepijlerorganisatie. De studenten vertrekken alleen naar hun bestemming en worden daar opgevangen door de plaatselijke gemeenschap of organisatie. Ze worden hier tijdens het jaar op voorbereid en vanuit België wordt de situatie opgevolgd en contacten onderhouden.

Een bewuste keuze

Humasol focust op landelijke gemeenschappen met nood aan energie. De organisatie is actief in Peru, Senegal, Oeganda, Kenia en Argentinië. ‘Hernieuwbare energie was een bewuste keuze. In het Zuiden heeft één op vier geen toegang tot elektriciteit. Energiearmoede is een enorme rem op ontwikkeling en dan kunnen hernieuwbare technieken een goede oplossing zijn, want er is wel veel wind, water of zon.’, zegt Van den Bergh.

‘Onze installaties kunnen in elke gemeenschap geplaatst worden en zijn ook nog eens duurzaam en CO2-vrij. Je moet wel realistisch zijn: de “properheid” van hernieuwbare energie is een Westers idee. Mensen die energie nodig hebben, geven niet om de oorsprong ervan.’ De aanwezigheid van duurzame energie – zoals de biovergister in Peru of de zonnepanelen in Kenia – heeft een positieve impact. Het zien van de zonneboilers in Humahuaca, Argentinië, heeft meerdere omwonenden aangezet zelf een installatie te bouwen of aan te kopen.

Zo’n 85 procent van de wereldbevolking leeft op het droogste deel van onze planeet. Bijna 800 miljoen mensen stellen het zonder zuiver water. ‘Water is een hot topic in Afrika’, zegt Floriaan Van Mechelen, een van de initiatiefnemers van Water4Ghana. Ghana wordt steevast geteisterd door droogte en negen miljoen Ghanezen hebben geen toegang tot drinkbaar water. De doelstelling van Water4Ghana is enkele gemeenschappen van drinkbaar water te voorzien in het noorden van het land, een regio die aanzienlijk armer is dan het zuiden met de rijkere steden en havens.

Water4Ghana wil de gemeenschappen die helemaal geen toegang hebben tot drinkbaar water helpen, door oppervlakte- of grondwater naar hen te leiden en te zuiveren. Hun installaties pompen water uit kunstmatige meren. De meren waren het antwoord van de Ghanese overheid op een extreme droogte rond de eeuwwisseling, maar zijn sterk vervuild met parasieten. In Gbrimah repareerden ze een defecte pomp en dit voorjaar ontdekten ze dat de overheid hier en daar in het noorden wel waterleidingen heeft gelegd, maar dat die niet werden aangesloten omdat de gemeenschap daar eerst voor moet betalen. Die instapkost is een te hoge drempel. In de toekomst wil Water4Ghana een programma opstellen om hen hier bij te helpen.

Kritisch over neveneffecten

Ontwikkelingssamenwerking is ook leren uit je fouten. Dat kan gaan van materiaalkeuze tot het betrekken van de lokale gemeenschap. Afhankelijkheid creëren is een gevaar en een vraagstuk waarmee beide organisaties worstelen. In de praktijk zijn ‘zelfredzaamheid’ en ‘empowerment’ niet zo vanzelfsprekend als in theorie. ‘We zijn er ons van bewust dat we daar maar twee maanden per jaar aanwezig zijn. Daarom werken we altijd samen met organisaties die daar al veel langer zijn en de lokale situatie beter kennen. We zorgen dat een lokale ‘technicus’ twee maanden meewerkt en de installatie kent. Ik durf te zeggen dat we over onze projecten goed en kritisch nadenken. We proberen enorm op te letten voor valse concurrentie en vooral innovatief te werken door met concepten te komen die er nog niet bestaan. Onze concepten staan open voor iedereen die het wil oppikken’, zegt Van den Bergh.

Water4Ghana’s eerste project, Wovoguma, mislukte in ontwikkelingsoogpunt: al het materiaal kwam met de Belgische studenten mee en de lokale bevolking werd er niet genoeg bij betrokken. De jaren hierna zetten ze deze fout recht. In de mate van het mogelijke wordt materiaal lokaal aangekocht, net zoals Humasol doet. ‘Je steunt niet alleen de lokale economie, een defect kan ook hersteld worden en de materialen kunnen ook beter tegen de omstandigheden. Robuustheid en lage kost zijn vaak belangrijker dan energie-efficiëntie. Dit lukt voor bijna al onze materialen, op zonnecellen na, die enkel door hoog-technologische bedrijven worden gemaakt’, vertelt Van den Bergh.

En wat na die zomer in het Zuiden?

‘Wat we willen bereiken is dat de Ghanezen de installatie grotendeels zelf bouwen en wij het materiaal en de knowhow leveren. Zo zijn ze mee verantwoordelijk, iets waarop Ghanezen enorm gesteld zijn. Aan elk Water4Ghana project gaan informerende gesprekken met de lokale gemeenschap vooraf’, zegt Dimitri Sas, een student die dit jaar naar Bunglung ging. ‘Hen de installaties leren herstellen blijft een uitdaging. We proberen stap voor stap de reparatie te visualiseren. Meestal kost zo’n reparatie veel. Het risico is dat dan de installatie verwaarloosd wordt. Daarom werd in Bunglung een soort van betalingssysteem geïntroduceerd waardoor de gemeenschap die kosten kan betalen als wij dat niet kunnen. Het is een concept van Unicef en voor het water betaal je een verwaarloosbaar bedrag, maar de totale inkomst ervan dikt wel aan en wordt lokaal beheerd’, zegt Sas. ‘Je kan je altijd afvragen of een project de beste oplossing is op de lange termijn en of de Ghanese overheid zelf hier geen beleid over moet voeren, maar dat is de eeuwige discussie over ontwikkelingssamenwerking. Vandaar dat we structurele stappen ondernemen om afhankelijkheid te minimaliseren, zoals dat betalingssysteem’, stelt Van Mechelen.

In Peru staat Humasol het verst met zo’n kennisoverdracht: de lokale lasser kan de waterkrachtinstallatie opnieuw maken. Een nieuw project volgende zomer zal werken op het integreren van de technische, sociale en economische aspecten van de waterkrachtinstallatie in bestaande lokale organisaties. Bij Water4Ghana blijkt kennisoverdracht moeilijker, maar de organisatie zal samenwerken met een Ghanese hogeschool voor ingenieurs. Ze sloten een samenwerkingscontract af waarbij de studenten kunnen rapporteren over de installaties, de faciliteiten gebruikt kunnen worden en in de toekomst is een gezamenlijk project mogelijk.

Langetermijnvisie

Tijd, dat is de grootste vijand van een vrijwilligersorganisatie. Beide organisaties moeten belangrijke keuzes maken voor de toekomst. ‘We merken dat het beschikbare human capital de grootste bottleneck is van de organisatie. We zien veel projecten en werk dat we kunnen verrichten, maar het menselijk kapitaal om ze uit te voeren is vaak beperkt. We hebben altijd met ingenieursstudenten gewerkt. Dit jaar hebben we onze vijftigste jongere naar het buitenland gestuurd, voor het eerst ook met een economisch profiel’, merkt Van den Bergh op. Op lange termijn wil Humasol in het Zuiden  duurzame sociale ondernemingen oprichten die de technologische kennis verspreiden in de streek. In Peru zitten ze hier niet zo ver vanaf. ‘Onze partnerorganisatie, Caritas, verspreidt het concept en kan een budget verzamelen waarbij een ‘technicus’ een beetje betaald kan worden. De kunst bestaat er nu in alles samen te brengen. Het project zou in de toekomst lokaal beheerd worden: met de kennis en financiële middelen in handen van de gemeenschap. Dat is ons einddoel en ambitie’, voegt hij hier aan toe.

Water4Ghana heeft het ook moeilijk een focus te behouden. ‘We worden stilaan in de bredere regio gekend, krijgen steeds meer aanvragen binnen – vanuit Ghana of van buitenlandse studenten – en de kunst bestaat er nu in wat op de rem te blijven staan, want uiteindelijk belandt alles op de schouders van de organisatie. We zijn misschien een druppel op de – letterlijk – hete plaat, maar het is toch maar een druppel’, sluit Van Mechelen af.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.