Na outsourcing komt crowdsourcing

Die vorm van samenwerking wordt crowdsourcing genoemd. Door goedkoper wordende electronica (camera’s, gps-toestellen, meetapparatuur…) en de ontwikkeling van nieuwe toepassingen om gegevens te delen via het internet heeft crowdsourcing de jongste jaren sterk aan populariteit gewonnen.

Bij crowdsourcing wordt een open oproep gelanceerd aan een ongedefinieerde groep mensen (de crowd) om een bepaalde taak uit te voeren. Bedoeling is een beroep te doen op de juiste kennis en vaardigheden zonder gespecialiseerde bedrijven en personen in te moeten huren. Het bekendste voorbeeld van crowdsourcing is wellicht Wikipedia, de online encyclopedie met intussen bijna achttien miljoen artikels in meer dan 250 talen, volledig samengesteld door de gebruikers.

Openstreetmap

De kracht van crowdsourcing kwam ook tot uiting na de aardbeving in Haïti in januari 2010. De hulpverlening na de ramp werd sterk bemoeilijkt door het ontbreken van goed kaartmateriaal van het getroffen gebied. Daarom werd Openstreetmap ingeschakeld, een online wereldkaart die net als Wikipedia volledig is samengesteld door de gebruikers zelf. Op basis van recente satellietbeelden van het rampgebied tekenden duizenden vrijwilligers straten in en brachten ze vluchtelingenkampen, wegblokkades en hulpposten in kaart. De hulpverlening kon op die manier veel gerichter en efficiënter worden ingezet.

Openstreetmap had eerder zijn nut al gedemonstreerd met het project Map Kibera. Een groep jongeren uit Kibera, een grote sloppenwijk in de Keniaanse hoofdstad Nairobi, ging gewapend met gps-toestellen de straat op om later de verzamelde gegevens in digitaal kaartmateriaal om te zetten met Openstreetmap. Map Kibera bracht ondermeer straten, scholen, medische centra en watervoorzieningen in kaart in wat voordien een blinde vlek was op zowat elke kaart van het gebied. In een volgende fase van het project zullen straten een naam krijgen en afgedrukte kaarten verdeeld worden in scholen en publieke centra.

Bedrijfswereld en media

Ook commerciële spelers hebben crowdsourcing ontdekt: Facebook liet de vertaling van zijn website voor een groot deel (gratis) uitvoeren door zijn eigen gebruikers. Bij Google Maps kunnen surfers fouten signaleren en verbeteringen voorstellen aan Google. Maar in tegenstelling tot de kaartgegevens van Openstreetmap, die door iedereen vrij te gebruiken zijn, blijven de gegevens van Google Maps eigendom van Google, ook al worden ze aangebracht door de gebruikers.

Ook in de media wordt crowdsourcing steeds populairder. Merken als Doritos en Pepsi gebruiken reclamefilmpjes ingestuurd door hun eigen klanten. Voor The Guardian onderzochten twintigduizend lezers 700.000 documenten over de onkosten van Britse parlementsleden op onregelmatigheden. De film Life in a day, die later dit jaar in de zalen komt, balt 4500 uur film samen over het dagelijkse leven op 24 juli 2010. Daarvoor stuurden meer dan 80.000 mensen via YouTube bijdragen in.