Ontwikkelingshulp of ontwikkelingshandel?

Heeft het huwelijk tussen ontwikkeling en onderneming kans op slagen? Steeds vaker wordt het donormodel in ontwikkelingshulp vervangen door en inclusief businessmodel waarbij kleine boeren in het Zuiden zich verenigen in coöperaties die samenwerken met grote, westerse bedrijven zoals Walmart of Carrefour. Sommigen spreken van een win-winsituatie, anderen zeggen dat ‘zij wel voor de markt werken, maar de markt niet voor hen.’

 

Wederzijdse belangen

Eerder deze week hield het International Institute for Environment and Development (IIED) in samenwerking met Vredeseilanden zijn vierde Provocative Seminar in het Europese Parlement onder de titel Pro-poor business, development and smallholder empowerment. Ook Ex-Change organiseerde donderdagavond in Gent hun zomerevent rond hetzelfde thema: Van donorlogica naar ondernemerslogica. Ex-Change is een vzw die op vraag van ondernemingen in het Zuiden expertise ter beschikking stelt van lokale bedrijven of organisaties met het oog op welvaartscreatie. MO* ging luisteren naar wat poor business, inclusieve business en ondernemerslogica precies inhoudt.

De voorbije jaren schakelen steeds meer ontwikkelingsorganisaties over van een donor- naar een ondernemersmentaliteit. Winstbejag in plaats van filantropie als drijfveer, maar steeds met de principes van corporate responsability in het achterhoofd.

‘De traditionele ontwikkelingshulp is voorbijgestreefd’, aldus Marcus Leroy, voormalig diplomaat van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. ‘Ontwikkelingshulp is een industrie geworden, waarbij iedereen zoveel mogelijk projecten opstart, die de overheid met plezier sponsort om op die manier de vereiste 0,7 procent van het BBP aan ontwikkelingssamenwerking te spenderen.

‘Waarom moet de relatie tussen pakweg België en Burkina Faso zo verschillen van die tussen België en Canada? Een samenwerking, gebaseerd op wederzijdse belangen is voor beide partijen voordeliger’, aldus Leroy op het zomerevent van Ex-Change.

Boosdoener of partner?

Binnen het inclusieve businessmodel is de private sector niet langer de grote boosdoener maar een potentiële handelspartner van de kleine boeren in het Zuiden. ‘Een Indiase boer met amper 1 hectare grond heeft niet veel keuze. De enige manier om toegang te krijgen tot de markt is via grote bedrijven’, aldus Sanjeev Asthana van de National Skills Foundation for India.

De kleine boeren organiseren zich in coöperaties, wat hen in staat stelt producten te leveren aan grote internationale bedrijven. Het levert hen bovendien een sterkere positie aan de onderhandelingstafel op om bijvoorbeeld een hogere prijs voor hun producten te vragen. Voor een groot exportbedrijf zal één kleine boer het verschil niet maken, tweehonderd kleine boeren kunnen wel hun gewicht in de schaal werpen.

De bedrijven nemen deze coöperaties vervolgens op in hun businessplan. Ze ondersteunen de kleine ondernemingen met fondsen, technologie en expertise, bouwen zo een langdurige relatie op met de producent in het Zuiden en weten zich verzekerd van een kwaliteitsvol product.

Luidere stem

De voordelen van inclusieve business zijn volgens Vredeseilanden legio. Kleinschalige landbouw is beter geschikt om duurzaam te produceren, met een kleinere impact op het milieu en meer respect voor de biodiversiteit.

Bovendien helpt inclusieve business het onderwijsniveau te verbeteren. ‘Uit studies in Nicaragua en Guatemala is gebleken dat kinderen uit landbouwgemeenschappen die zich in coöperaties hebben verenigd, langer naar school gaan dan hun niet-georganiseerde leeftijdgenoten’, vertelt Chris Bacon van het Instituut voor Milieustudies aan de Amerikaanse Santa Clara Universiteit. Werken binnen een coöperatie geeft hen naast een sterkere onderhandelingspositie, tevens een luidere stem op politiek vlak. Zo kunnen ze zich beter verdedigen tegen onteigeningen of landherverdeling.

‘Waarom moet de relatie tussen pakweg België en Burkina Faso zo verschillen van die tussen België en Canada?’

Overheid en ngo’s

Binnen het inclusieve businessmodel lijkt nog weinig plaats te zijn voor het ontwikkelingsbeleid van de overheid. ‘De overheid moet plaats ruimen voor andere actoren. Daarbij draait het niet alleen om economische maar ook sociale en culturele actoren, die elkaar vinden en een samenwerking aangaan omdat ze daar beiden belang bij hebben,’ zegt Marcus Leroy.’De overheid moet zich beperken tot het opstellen en controleren van de spelregels waaraan de bedrijven zich dienen te houden.’

De ngo’s krijgen een andere rol toebedeeld. Hun taak bestaat erin om de kleine ondernemers in het Zuiden te helpen met organisatie, innovatie, expertise en “empowerment”.

‘Maar ook de private sector kan kleine ondernemingen helpen met expertise en innovatie’, zegt Guy Callabaut van het gelijknamige fruitteeltbedrijf. Hij trok een tijdje geleden als vrijwilliger naar de cacaocoöperatie Cocama in Congo.

Deze Congolese coöperatie deed een beroep op Ex-Change om iemand met de nodige expertise te vinden die hen kon helpen hun productieproces te optimaliseren. Door een aantal eenvoudige ingrepen in het drogingsproces van de cacao, rekening houdend met de lokale materialen en mogelijkheden, hielp Guy Callebaut Cocama’s productie te verdrievoudigen. De eerste succesvolle verkoop van Cocama aan de Belgische chocoladefabrikant Belcolade werd vorig jaar afgerond. ‘Het is een win-winsituatie. Ja, de bedrijven worden rijker, maar ook de boeren worden rijker.’

Theorie versus praktijk

Tot zover de theorie. Alberto Monterroso, de voorzitter van het exportbedrijf Aj Ticonel in Guatemala, werkt meer dan tien jaar nauw samen met kleine groenteboeren in het hele land. Aj Ticonel exporteert voornamelijk naar de VS, Groot-Brittannië en Frankrijk. Onder andere Walmart en Carrefour behoren tot hun afnemers. Hij kent enkele van de problemen die inclusieve business in de praktijk met zich meebrengt.

‘Veel grote bedrijven betalen veel te laat. Soms zien de boeren pas drie maanden na levering hun geld.’ aldus Alberto Monterosso. Dat geld hebben ze echter dringend nodig om te kunnen investeren. ‘Als de boeren gedurende drie maanden geen nieuw plastic kunnen kopen om hun oogst te beschermen, gaat de oogst kapot. En als ze niet tijdig in nieuw materiaal kunnen investeren, lopen ze het risico hun certificaat als producent te verliezen.’

Certificaten

De certificaten kunnen eveneens problematisch zijn. De bedrijven leggen een aantal voorwaarden vast waaraan een landbouwer moet voldoen om te mogen leveren. ‘Die voorwaarden zorgen onder andere voor meer hygiëne maar zijn soms moeilijk te vervullen voor een arme Guatemalteekse boer. Zo moet je om een certificaat te krijgen, bewijzen dat je grond landbouwgrond is. Hoe begin je daaraan, als je amper Spaans spreekt en het verschil niet eens kent tussen landbouwgrond en andere grond?’

Merling Preza, de voorzitster van de coöperatie van kleine Fairtrade Producenten in Latijns-Amerika en de Caraïben, ziet nog een ander probleem. ‘Het certificeren is een doel op zich geworden, in plaats van een manier voor de boeren om internationale markttoegang te verkrijgen. Het is een industrie geworden, met elkaar beconcurrerende bedrijven die enkel op winst uit zijn.’

Volgens de voorzitter van Aj Ticonel lopen de kleine boeren de grootste risico’s zonder dat ze delen in de grote winsten. ‘Soms heb ik de indruk dat wij rekening moeten houden met de grote bedrijven, maar zij niet met ons.’ Merling Preza denkt er net zo over. ‘Hoewel de prijs van koffie op dit moment erg hoog staat, verdient een koffieboer amper 2,3 dollar per dag. Kleine boeren weten niet wat de werkelijke waarde is van hun product. Wij werken wel voor de markt, maar de markt niet voor ons.’

 

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.