Onveilig Irak leidt tot hogere levensduurte

In vergelijking met de periode van voor 2007, toen de Amerikanen hun troepenaantal verhoogden, blijft het aantal doden zeer beperkt, opent het rapport. Maar toch zijn het afgelopen kwartaal nog 248 burgers en 193 mensen van de Iraakse veiligheidsdiensten gedood. Het aantal bomaanslagen is dan wel erg afgenomen, toch veroorzaakten ze nog minstens honderd doden.

Het aantal dode Amerikaanse soldaten is dan weer gestegen. In het afgelopen kwartaal sneuvelden er 21. Dit komt in de buurt van de cijfers uit hetzelfde kwartaal van 2009. Het gaat vooral om soldaten die betrokken zijn bij de beveiliging van militaire bases en luchthavens. Ook de Amerikaanse ambassade is steeds vaker het doelwit van aanslagen. Vooral het Iraaks veiligheidspersoneel had veel doden te betreuren. Ook rechters, officieren en hoge ambtenaren moeten vaker voor hun leven vrezen.

Nieuwe terreurgroepen

Het aantal aanslagen aan Al Qaeda gelieerde groepen neemt zichtbaar af, volgens het SIGIR-rapport. Andere en kleinere, lokale sjiitische groepjes nemen die plaats in. Bagdad blijkt nog steeds het voornaamste werkterrein, meer dan 40 procent van alle incidenten gebeurt in de hoofdstad. Daarna volgen Mosul en Kirkuk, die samen voor een kwart van de incidenten staan. Vooral Kirkuk baart het instituut zorgen. Door de verschillende etnische groepen die in een olierijk gebied wonen kan de situatie zeer explosief worden.

Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken krijgt ook een veeg uit de pan. Het ministerie weigert openbaar te maken hoeveel personeel er in de ambassade in Bagdad werkt. Dit kan verregaande gevolgen hebben voor Amerikanen en Irakezen bij noodgevallen, zeker nu terroristen steeds vaker de ambassade viseren

Al-Maliki tegen het parlement

Het Iraaks veiligheidspersoneel zou volgens SIGIR nog onvoldoende opgeleid zijn. Premier al-Maliki wil de Amerikaanse troepen echter houden, in tegenstelling tot het parlement. Hij heeft nu een sterk argument in handen te hebben om zijn wil door te kunnen drijven. Al-Maliki heeft echter een achterpoortje gevonden. Indien Irak Amerikaans militair materiaal aankoopt, heeft al-Maliki ook de garantie dat de Amerikanen de Iraakse militairen  gaan opleiden.

In dit geval zou het om zesendertig F-16’s gaan. Al-Maliki probeert de oppositie te sussen door te zeggen dat het enkel gaat om trainers, niet om soldaten. De vliegtuigen kunnen volgens al-Maliki gefinancierd worden door de afschaffing van dertien ministeries (van de huidige 42), aldus de Iraakse internetkrant Iraq for all news.

Effect op de economie

Tussen dit politiek getouwtrek luiden Iraakse ondernemers de alarmbel. Meer gebouwen hebben te lijden van de aanslagen en het aantal bewoonbare huizen gaat er op achteruit. Daarnaast is de Iraakse samenleving sinds de Amerikaanse inval ook sneller verstedelijkt. Daardoor bereiken de vastgoedprijzen in Bagdad recordhoogtes. Om hier aan tegemoet te komen zouden buitenlandse ondernemingen een miljoen woningen bouwen.

Door de onveiligheid blijven deze bedrijven echter weg, met negatieve gevolgen voor de Iraakse economie. De Iraakse Nationale Investeringsraad uitte zijn kritiek op premier al-Maliki, die beschikbare grond weigert vrij te maken voor woningen. Daarnaast krijgt Bagdad ook steeds vaker te maken met brandstoftekorten en stroomonderbrekingen. De elektriciteitscentrales zijn beschadigd door de oorlog, en de bijkomende hitte van de zomermaanden zorgt ervoor dat de generatoren uitvallen.

De inwoners van de hoofdstad moeten zich daarom steeds vaker wenden tot benzine- of dieselgeneratoren. De brandstofprijzen swingen daarom de pan uit. ‘Voor twintig liter brandstof betaalden we vroeger 12.000 dinar (€ 7,13). Nu betalen we minstens 17.000 dinar (€ 10,11), zeggen de inwoners van de wijk al-Amariya in Bagdad aan Assafir Press. De regering heeft ondertussen alle ambtenaren verplicht met verlof gestuurd, vanwege de hitte. De bedoeling is om zo elektriciteit te besparen, maar voorlopig zonder veel resultaat.