Persvrijheid Iran krijgt opnieuw klappen

Het nieuws van de sluiting van twee dagbladen komt niet als een verrassing. Eind januari werden ze, samen met dertien andere kranten al gewaarschuwd door de regering. De dagbladen, Etemad en Iran Dokht, hadden sterke banden met de oppositie.
Etemad is het oppositieblad met de grootste oplage in Iran. Iran Dokht wordt gerund door de zoon van Mehdi Karroubi, één van de oppositieleiders. Volgens de Iraanse Raad voor Mediatoezicht hebben de bladen verschillende mediaovertredingen begaan.
Sina, een provinciale krant, werd ook verboden omdat het volgens de Raad voor Mediatoezicht niet volgens de grondwet werkte.
Vorig jaar werd in november de zakenkrant Saramyeh gesloten, omdat die heel kritisch stond ten op zichte van het economisch beleid van president Ahmadinejad. In augustus ten slotte werd een andere krant van Karroubi, Etemad-e Melli, al verboden.

Opgesloten journalisten

Iran blijft een gevaarlijk land voor journalisten, dat blijkt opnieuw uit de zware straffen die twee journalisten deze week gekregen hebben. Hengameh Shahidi, journaliste en lid van Karroubis National Trust Party, is veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf. De aanklacht luidde: “opruiing tegen het regime, opstand, samenscholing, lidmaatschap van een organisatie die tegen de nationale veiligheid werkte en het beledigen van de president.”
Samen met Shahidi werd ook Omid Montazeri veroordeeld tot zes jaar opsluiting. Hij schrijft commentaarstukken voor verschillende kranten. Net als Shahidi zit hij opgesloten in de beruchte Evingevangenis. Dezelfde gevangenis waar zijn vader, een politiek gevangene, werd geëxecuteerd eind jaren ’80.
Er is ook een beetje goed nieuws te rapen in Iran. De autoriteiten hebben zes journalisten op borgtocht vrijgelaten. Maar er zitten nog altijd 42 journalisten opgesloten in het land. In geen enkel land, zelfs niet in China (30), zijn er meer gevangen journalisten.
Alles bij elkaar heeft het ervoor gezorgd dat Iran gezakt is tot 172ste plaats in de persvrijheidsindex van Reporters zonder Grenzen. Het islamitische land houdt enkel nog buurland Turkmenistan, Noord-Korea en Eritrea achter zich.