Qatar is een merk

Nogal wat Midden-Oostenwaarnemers trokken het voorbije jaar de wenkbrauwen op bij het zien van zoveel Qatarees aplomb op politiek vlak in de woelige Arabische regio. Complottheorieën over religieuze agenda’s en economische eigenbelangen passeerden snel de revue. MO* ging te rade bij de echte kenners en polste waar het nu echt om gaat.

  • Lectrr Lectrr

Qatar in zakformaat

  • Arabisch emiraatje aan de Perzische Golf
  • aantal inwoners: 280.000 Qatarezen, 1,6 miljoen buitenlanders
  • wereldleider voor export vloeibaar gas
  • mondiaal hoogste inkomen per capita: 78.600 euro (België: 28.800 euro)
  • werkloosheid: 0,4 procent
  • grenst aan: Saoedi-Arabië en Bahrein
  • dominante islamitische stroming: wahabisme

Tik de naam van een Qatarese sheik of sheika in op een online zoekmachine en de links naar Facebookpagina’s en persoonlijke celebrity-websites rollen over het scherm. Qatarezen hebben behalve veel geld ook gevoel voor pr. Meer: ze hebben invloed. Sheika Mozah, de tweede vrouw van emir Hamad bin Khalifa al-Thani die de invloedrijke Qatar Foundation leidt, oogstte niet alleen de bewondering van het magazine Vanity Fair, ze kreeg in 2011 ook een plaats in de Forbes-lijst van de meest invloedrijke vrouwen ter wereld.

Vreemd genoeg ontbreekt haar man in de Forbes-lijsten. Ook het toonaangevende Amerikaanse magazine Foreign Policy keek losjes over de emir bij het opstellen van de top honderd van mondiale denkers 2011. Dubbel vreemd, want waarnemers en Golfexperts zijn het erover eens: de wereld kan niet meer om de sterke regionale en mondiale invloed van het kleine gouden golfstaatje heen. De agenda van Qatar beperkt zich niet meer tot de Arabische regio, ook in Europa haalde de golfstaat haar kredietkaart boven. Zo pompte Qatar onder meer geld in de Griekse banken.

‘Qatar is een merk’, zegt de Gentse Gerd Nonneman, professor in Doha (lees het volledige interview met professor Nonneman over Qatar op ‘Qatar wil niemands poedel zijn’). ‘De huidige emir en zijn drie vertrouwelingen doen er alles aan om dat merk op te bouwen, onder meer via een interventionistische agenda.’ Of, zoals onderzoeker David Roberts het zegt: ‘Qatar speelt een heel significante rol in de regio. Qatar onderhandelde in 2008 een doorbraak in het Libanese conflict (tussen Hezbollah en regering, td). Kijk naar de positie die Doha innam bij conflicten in Libië en nu Syrië. Je kunt dat niet negeren: de bewijzen zijn er.’

De internationale wereld kon ook niet naast de rol kijken die het Qatarese satellietnetwerk Al Jazeera speelde in de berichtgeving over de Arabische Lente. ‘Al Jazeera is extreem invloedrijk’, zegt media-expert Khaled Hroub. ‘De zender heeft een cruciale rol gespeeld ten aanzien van de Arabische publieke opinie en politieke keuzes.’

De emir

Het is een breed gedragen consensus: de emir van Qatar, Hamad bin Khalifa al-Thani, is een haantje. In 1995 voerde Hamad bin Khalifa een geweldloze coup uit tegen zijn vader en nam hij het bestuur van het land over. Op het eerste gezicht is dat vreemd maar familiecoups blijken deel uit te maken van de cultuur en geschiedenis van de familie Al-Thani.

Gerd Nonneman: ‘Hamad bin Khalifa heeft zijn vader opzijgezet met de goedkeuring van een aantal cruciale personen in de koninklijke familie. Hij was toen al de dagelijkse bestuurder van Qatar. Zijn vader, die soms maanden in het buitenland verbleef, was niet echt meer in de running.’ Volgens Nonneman had de huidige emir een kort maar stevig to-do-lijstje toen hij zijn vader opzijschoof: hij wou het imago van Qatar opkrikken en het kleine staatje onder de rokken van het machtige Saoedi-Arabië vandaan halen. ‘En hij wou economisch doorstoten met een ambitieus ontwikkelingsproject voor de industrie van vloeibaar gas en de ontginning van het North-Dome-gasveld, het grootste ter wereld. Dat vergde lef, wat zijn vader, die veel voorzichtiger was, niet had. Qatar moest enorme schulden aangaan om die droom waar te maken. De zware investeringen zijn nu een ongelofelijk succes gebleken.’

Een jaar na zijn aantreden richtte de emir Al Jazeera op. De zender, die helemaal op westerse medialeest geschoeid is, paste in zijn ambitieuze plan om Qatar te “branden”. Tegelijk bood Al Jazeera een tegengewicht voor een al te grote afhankelijkheid van Saoedi-Arabië en de Verenigde Staten.

‘Qatar is een piepklein land maar een heel strategische speler’, zegt Jane Kinninmont. ‘Sinds 2008 zijn de relaties met Saoedi-Arabië opnieuw verbeterd. De emir heeft andere ideeën dan de Saoedische koning maar beseft dat goed nabuurschap belangrijk is. Met zo’n klein legertje is dat een verstandige pragmatische keuze.’

Hamad bin Khalifa laat zich omringen door een kleine groep gelijkgestemde sleutelfiguren. Vooral eerste minister Hamad bin Jassim, die qua gedrevenheid en visie zijn tweelingbroer zou kunnen zijn, is een belangrijke vertrouwenspersoon. Verder spelen sheika Mozah, een progressieve vrouw die een erg publieke rol speelt, en sheik Abdullah al-Attiyah een cruciale rol.

Die kleine entourage maakt het mogelijk voor Qatar om snel beslissingen te nemen, zegt David Roberts van het defensie-instituut RUSI in Qatar. ‘Een heel klein aantal mensen bepaalt het beleid, er is nauwelijks bureaucratie en dus is het mogelijk snel te besluiten en te handelen.’ Qatar is een klein landje en persoonlijke politiek is er erg belangrijk, vult Roberts aan, ook op het vlak van het buitenlandse beleid. ‘Zo steunden de twee Hamads (de emir en de eerste minister, td) de Libische rebellenleider Abdelhakim Belhadj, omdat ze goede banden hadden met de door Libië verbannen sheik Ali Salibi, die in Doha onderdak vond.’

Een gehate zender

Het Arabische nieuwsnetwerk Al Jazeera brak internationaal echt door in 2001, met berichtgeving over de tweede Palestijnse intifada en vooral na de aanslagen van 11 september in Amerika. De zender opende een exclusief bureau in Kaboel en was een doorgeefluik voor de beruchte tapes van Osama bin Laden. De berichtgeving kantte zich fel tegen de westerse oorlogen in Afghanistan en Irak en berichtte over de vele burgerslachtoffers. Maar ook de Arabische landen werden kritisch onder de loep genomen. Al Jazeera bracht onder meer een documentaire uit over Palestijnse guerrillero’s die in Libanon gingen vechten. Jordanië, Tunesië, Libië en Marokko riepen hun ambassadeurs tijdelijk terug en in Saoedi-Arabië was de zender tot voor kort off-air.

Topjournaliste Sherine Tadros kwam in 2006 in dienst bij de Engelstalige Al Jazeera en werkte in Libanon, Gaza en Egypte. ‘Voor de Arabische Lente werden we gehaat. Voor de Amerikanen waren we de spreekbuis van Al Qaeda, voor de Arabische landen een westerse propagandamachine. Zeker Caïro spuugde ons uit, volgens Moebarak waren we een persoonlijke haatzender van de emir.’

‘Al Jazeera is geen liefdadigheidsdoel van zijn broodheer Qatar. Natuurlijk is de berichtgeving op de een of andere manier in lijn met het Qatarese buitenlandse beleid.’

Begin 2011 berichtte Al Jazeera over de zogenaamde Palestine Papers: uitgelekte, vertrouwelijke Palestijnse documenten over de vredesonderhandelingen met Israël, onder de vleugels van PLO-onderhandelaar Saeb Erekat. Na de publicatie werd Al Jazeera beschuldigd van een beschadigingscampagne tegen de PLO en Fatah. ‘De vrijgave van die documenten in complete 007-stijl maakte duidelijk deel uit van een regionale politieke campagne door Qatar, dat daarvoor Al Jazeera inschakelde’, vertelde Leila Shahid, PLO-vertegenwoordiger in Brussel, in een interview met MO*. ‘Qatar is geen fan van president Mahmoud Abbas en zijn Palestijnse Autoriteit, dat weten we al langer.’

Khaled Hroub, zelf Palestijn, gelooft niet in een Qatarees overheidscomplot. Hij brengt de lekken meer in verband met de persoonlijke Hamassympathieën van ex-bestuurder van Al Jazeera Wadah Khanfar. ‘De bewuste lekken waren zeker niet belangrijk genoeg voor de Qatarese leiders om tussenbeide te komen. Trouwens, de recente bemiddelingsrol die Qatar opnam in de verzoeningsgesprekken tussen Fatah en Hamas zegt genoeg. Qatar wil die rol van leidende Arabische macht opnemen, bij gebrek aan een andere leider. Dat is Qatars ambitie.’ Hroub is ervan overtuigd dat Al Jazeera vooral tijdens de Arabische Lente een schitterende en progressieve rol speelde. ‘Dat doet alle kritiek en de tekortkomingen die men Al Jazeera zo graag wil toedichten teniet.’

Een geliefde zender

De Arabische Lente was de gedroomde en nodige imagopoetsbeurt die Al Jazeera nodig had. Niet toevallig was de enige Qatarees die wel Foreign Policy’s top honderd van mondiale denkers haalde Wadah Khanfar. Khanfar, die het met dertien andere zogenaamde ‘Arabische revolutionairen’ in 2011 meteen tot een gedeelde eerste plaats schopte, stond acht jaar aan het roer bij Al Jazeera. Hij vertrok in september 2011 en werd vervangen door een lid van de Qatarese koninklijke familie.

‘Je moet dat meer zien als een redactionele en bestuurlijke koerswijzigingen dan als een controleoperatie’, reageert Sherine Tadros vanuit Caïro. Tadros zegt dat ze nooit enige richtlijnen van bovenaf gekregen heeft. Ze heeft ook geen weet van zogenaamde ‘politieke’ rode lijnen in de berichtgeving.

Waarom Bahrein en aanvankelijk Syrië dan onderbelicht bleven, zeker op de Arabische zender? ‘Maar de Bahreinse opstand werd wél gecoverd in de Arabische berichtgeving’, aldus Tadros. ‘In mediatermen was Bahrein eenvoudigweg niet belangrijk genoeg in vergelijking met Egypte en Tunesië.’ Het blijft een wat pijnlijke en dunne uitleg voor de mediastilte over een revolutie die nog dagelijks wordt uitgevochten in buurland Bahrein. Bahrein ligt volledig in de invloedsfeer van Saoedi-Arabië. Qatar heeft sinds 2008 opnieuw betere relaties met dat land en wil dat zo houden.

Natuurlijk is er een verband tussen de redactionele keuzes van Al Jazeera en Qatars buitenlands beleid, reageert Hroub. ‘Het is buitengewoon naïef om te denken dat dat niet het geval zou zijn. Zo’n relatie vind ik zelf logisch en begrijpelijk. Het is toch niet anders met mediazenders zoals de Perzische televisiezender van BBC, France 24 en Al-Hurra (Arabischtalige Amerikaanse satellietzender, td). Alsof die compleet losgekoppeld zouden zijn van de buitenlandse visie van hun landen. Al Jazeera is geen liefdadigheidsdoel van zijn broodheer Qatar. Natuurlijk is de berichtgeving over bepaalde gebeurtenissen en revoluties daarom op de een of andere manier in lijn met het Qatarese buitenlandse beleid.’

‘De sleutel om dat te begrijpen is de ambitie van de emir om een regionale leider te zijn. De voorbije jaren is de Arabische regio een speelterrein geweest van Iraanse, Turkse en Israëlische invloeden en rivaliteit, met een opvallend gebrek aan Arabisch leiderschap. Grote Arabische landen zoals Egypte, Irak, Syrië en Saoedi-Arabië waren allemaal te druk bezig met hun eigen binnenlandse problemen. Qatar wil die leegte opvullen en ik zou zeggen: terecht.’

De agenda

‘Uw onderliggende vraag is of Qatar een religieuze agenda heeft’, reageert David Roberts wanneer ik pols naar de opvallende relaties van Qatar met de islamitische Ennahda-partij in Tunesië en de Moslimbroeders in Egypte. Qatar tekende begin dit jaar belangrijke handelsakkoorden met Tunesië, kocht voor 500 miljoen dollar (383 miljoen euro) schulden over van Tunis en beloofde ook Egypte 500 miljoen dollar toe te steken.

Er zijn ook geruchten dat Qatar de verkiezingscampagne van Ennahda integraal betaalde en ook de Egyptische Moslimbroeders geld toeschoof. ‘De vraag naar de religieuze agenda is heel legitiem’, gaat Roberts verder. ‘Vanuit de conservatieve samenleving die Qatar is, kan ik me voorstellen dat het leiderschap, zelf minder conservatief, een licht verlichte islamitische regering prefereert. Mijn interpretatie: het islamaspect neemt een zekere plaats in, maar de doorslaggevende factor is het pragmatische karakter van de emir. Qatar kiest voor de winnaars.’

Pragmatisme, het is wat ook Jane Kinninmont en Gerd Nonneman beklemtonen. ‘Qatar wil zich aan de goede kant van de geschiedenis plaatsen’, reageert Nonneman. ‘Qatar kent geen noemenswaardige elite van Qatarese oelama’s (islamitische geleerden) zoals Saoedi-Arabië. Ik geloof niets van die zogenaamde islamitische agenda. Die islamitische link wordt te snel gelegd omdat de nieuwe spelregels na de Arabische Lente islamitischer zijn dan verwacht: de islamitische partijen zijn belangrijk geworden. Qatar wil daar niet aan voorbijgaan.’

De irritaties

Qatar heeft geen directe vijanden, dat kan het piepkleine golfstaatje zich dus niet permitteren. Qatar is bijgevolg vriend met iedereen. Qatar steunde zowel Hamas als Hezbollah en heeft handelsakkoorden en diplomatieke betrekkingen met Iran maar tegelijk ook met Israël.

Qatar heeft ook een lange traditie om controversiële personen op te nemen die elders werden buitengezet: Afrikaanse ‘tin pot’-dictators, de Iraakse sjiiet Moqtada al-Sadr, de Egyptische moslimbroeder Yousef al-Qaradawi, onlangs nog de gezochte Iraakse leider Tariq al-Hashemi. Die opendeurpolitiek van de emir en zijn premier zorgde hoogstens voor geïrriteerde reacties. ‘Heel wat Arabische landen en hun bevolking vinden Qatar arrogant. En Algerije was niet bepaald gelukkig met de Qatarese steun aan Libië en Syrië, maar dat levert nog geen vijandelijkheid op’, zegt Jane Kinninmont.

Toen Qatar de organisatie van de Wereldbeker Voetbal 2022 binnenhaalde, steigerden internationale vakbonden. Qatar neemt een loopje met de arbeidsrechten van de vele buitenlandse arbeiders, kent geen vrijheid van vakvereniging en stelt mensen bloot aan extreme gezondheidsproblemen. Volgens Gerd Nonneman groeit het besef wel dat het zich dat als mondiale speler niet kan permitteren. Intern is er weinig protest tegen de Qatarese overheid. ‘Er is wel gemor binnen de lokale, nogal conservatieve en nationalistische samenleving over de snelheid waarmee de top te werk gaat.’

De publieke en ambitieuze strategie van de emir leverde hem aanvankelijk ook slechte punten op bij Saoedi-Arabië. ‘Saoedi-Arabië was in 1995 fel gekant tegen de coup van de jonge emir tegen zijn vader, die dicht bij Riyad stond.’ De tegencoup in 1996 tegen Hamad bin Khalifa werd toegedicht aan Saoedi-Arabië. Het noopte de emir tot een doorgedreven veiligheidsstrategie tegen eventuele Saoedische dreigingen.

‘Hamad bin Khalifa reageerde met een typische reflex van de kleine golfstaten: hij vroeg bescherming aan een grote macht. Hij haalde de Amerikanen binnen door de grootste militaire basis in het Midden-Oosten te bouwen: Al-Udeid. Tegelijk heeft hij die afhankelijke positie in evenwicht gebracht door relaties op te bouwen met landen en groepen die niet zo Amerikaans gezind zijn: de taliban, Iran, Syrië, Irak, Hamas, Hezbollah. Zo wil de emir duidelijk aantonen dat hij niet in de zak van de Amerikanen zit en dat Qatar niemands poedel is.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.