Rwanda wil zwarte bladzijde in geschiedenis omslaan

Twintig jaar na de genocide in Rwanda, waarbij bijna 800.000 mensen bij omkwamen, wil Rwanda die zwarte bladzijde in de geschiedenis omslaan. Maar sommige daders lopen nog steeds vrij rond.

  • IPS/Edwin Musoni Overblijfselen van enkele van de meer dan 800.000 slachtoffers van de Rwandese genocide. De resten worden binnenkort overgebracht naar een nieuwe herdenkingssite. IPS/Edwin Musoni

“Er is een gezegde dat alle Rwandezen kennen. Je kunt niet vergeven als je vergeet. Als je het je herinnert, weet je wie je kwaad gedaan heeft, kun je vergeven en verder gaan”, zegt Honore Gatera, terwijl hij rondwandelt op het terrein van het Kigali Memorial Centre in de hoofdstad.

Het museum werd in 2004 opgericht, tien jaar na de gruwelijke massamoord in Rwanda. Bij die genocide kwamen naar schatting 800.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s om het leven. De moordpartijen begonnen nadat een vliegtuig met de Rwandese president Juvenal Habyarima en zijn Burundese ambtgenoot Cyprien Ntaryamira boven Kigali was neergeschoten in 1994.

In dat jaar wist de internationale gemeenschap er niet in te slagen de genocide in Rwanda te stoppen. Bijna 20 jaar later vinden de Rwandezen dat het internationale recht het laat afweten.

Angela Mbabaz (27) is een Rwandese Tutsi. Ze groeide op in Oeganda met haar twee broers en jongere zus. Ze heeft nu een dochter die even oud is als zijzelf was toen haar moeder werd vermoord in een katholieke kerk in Kigali. Ook andere familieleden werden vermoord. “Ik hoorde van de dood van mijn moeder toen ik zeven jaar oud was”, zegt ze. “Ik wil niet dat mijn dochter weet dat mensen die verantwoordelijk zijn voor de moorden, nog vrij rondlopen. Dus heb ik het haar nog niet verteld.”

Dorpsrechtbanken

In 2001 werden dorpsrechtbanken, in Rwanda bekend als ‘gacaca’, opgezet voor slachtoffers zoals Mbabaz, die familieleden kwijtraakten tijdens de genocide. In de plaatselijke taal Kinyarwanda, betekent gacaca gaan zitten en een kwestie bespreken.

Vorig jaar werden de gacaca-rechtbanken opgeheven. Mensenrechtenorganisaties hadden kritiek op het functioneren van de rechtbanken. Ze zouden zich niet houden aan internationale juridische standaarden. Volgens cijfers van de overheid is 65 procent van de 2 miljoen verdachten schuldig bevonden tijdens de snelle rechtspraak in Rwanda.

In Rwanda zelf bestaat nauwelijks kritiek op de dorpsrechtbanken, zelfs niet van juridische experts. Sabine Uwase, juridisch adviseur van AVEGA Agahozo, een vereniging van weduwen van de genocide, zegt dat de gacaca zeer effectief werken als het gaat om vervolging van de daders. “Het land heeft snelle rechtspraak nodig, omdat er zoveel mensen zijn die graag verder willen in het proces van nationale verzoening”, zegt ze. “Het internationale hof heeft te veel tijd nodig”

Rwanda-tribunaal

Het Internationale Rwanda-tribunaal (ICTR) werd na de genocide opgericht door de Verenigde Naties. Het is gevestigd in Arusha (Tanzania) en wordt in 2014, als de laatste zaken zijn afgerond, stilgelegd.

Rolland Amoussouga, woordvoerder van het Rwanda-tribunaal, noemt de kritiek op het tribunaal ongegrond. “Sinds de start van het tribunaal in 2003 hebben we 93 mensen aangeklaagd. Er zijn 83 mensen gearresteerd en er is 75 keer uitspraak gedaan. In twaalf gevallen was er sprake van vrijspraak, in 63 gevallen van een veroordeling tot gevangenisstraf”, zegt hij.

Het tribunaal was goed voor een aantal precedenten, waaronder de eerste veroordeling ooit voor genocide door een internationaal hof. “Het is normaal dat overlevenden van genocide op een of andere manier kritiek hebben op het tribunaal. Je kunt niet verwachten dat justitie perfect is”, zegt hij.

Tien aangeklaagde Rwandese genocideverdachten zijn nog op vrije voeten. Voor de Rwandezen zijn dat er tien te veel. Naphtal Ahishakive van Ibuka (Herinner), een in Rwanda bekende organisatie voor genocideslachtoffers, zegt dat ook deze daders voor het gerecht moeten komen. “Hier in Rwanda en niet voor het Rwanda-tribunaal in Tanzania of het strafhof in Den Haag”, zegt hij. “Bij de gacaca’s was sprake van participerende rechtspraak. Dorpsbewoners kwamen bij elkaar om te horen hoe de genocide werd gepland en uitgevoerd.

Nationale herdenking

Mbabaz wil dat Rwanda het donkere hoofdstuk in de geschiedenis afsluit en vooruit kijkt. Ze vertrouwt erop dat de internationale gemeenschap de daders alsnog zal berechten. “Het is twintig jaar geleden en we leven nu in een andere tijd. We zeggen niet meer Hutu of Tutsi. We zijn allemaal Rwandezen”, zegt ze. “Ik wil dat mijn dochter begrijpt wat er gebeurd is en kan vergeven wat onze familie is aangedaan.”

Bij de nationale herdenking, volgend jaar op 4 april, worden de honderdduizenden slachtoffers van de massamoord herdacht. Rwanda heeft na de genocide een beleid gevoerd waarin etnische achtergrond van de inwoners zoveel mogelijk is uitgewist en vervangen door een Rwandese identiteit.

Ook Gatera zegt dat hij graag zo snel mogelijk een einde wil aan dit verschrikkelijk hoofdstuk in de Rwandese geschiedenis. “Het duurt al zo lang. Het Rwanda-tribunaal sluit volgend jaar, maar er zijn nog steeds lopende zaken. Veel daders lopen nog vrij rond ergens in de wereld”, zegt hij. “Als deze daders gepakt worden, moeten ze in Rwanda berecht worden. We hebben de internationale gemeenschap laten zien dat we iedereen eerlijk kunnen behandelen.”

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.