Schoon schip in Sofia

Onder zware druk uit Brussel maakt Bulgarije werk van de strijd tegen corruptie en georganiseerde misdaad. Na de ineenstorting van het Oostblok twintig jaar geleden verliep de overgang naar democratie en markteconomie er zo moeilijk dat maffiosi het land in hun greep kregen.
  • Kristof Clerix De lokale bevolking van Sliven is niet gelukkig met het negatieve imago van prostitutiestad. Kristof Clerix
Vanaf de top van de Sinite Kamani-bergketen heb je een prachtig uitzicht over Sliven, een stad op 300 kilometer ten oosten van de Bulgaarse hoofdstad Sofia. Het tochtje in de verouderde kabelbaan naar de voet van de oostelijke Balkan, 600 meter naar beneden, toont de veelzijdigheid van Sliven, ooit de wieg van de Bulgaarse industrie.
Het imposante vergezicht is een aaneenschakeling van uitgestrekte perzikvelden over vergane textielindustrie aan de rand van de stad tot het charmante stadscentrum met zijn weelderige gemeentehuis en drukbezochte winkelwandelstraten.
In de rest van Bulgarije doet Sliven doorgaans op twee manieren een belletje rinkelen. De stad staat bekend om haar grote Romagemeenschap –de 15.000 Roma wonen in een armoedige wijk achter het treinstation, ironisch omgedoopt tot Madesjda (“hoop”)– en haar flamboyante burgemeester. Jordan Letsjkov zette in een vorig leven als voetbalinternational bij Marseille en Hamburg SV –en vooral bij de Bulgaarse wonderploeg die in 1994 doorstootte tot de halve finale van de wereldbeker voetbal– Sliven op de wereldkaart.
In België is de Bulgaarse stad met 112.000 inwoners echter op een heel andere manier bekend. Zowat honderd meisjes achter de neonlichtramen van de beruchte Brusselse Aarschotstraat zijn volgens de politie van Schaarbeek uit Sliven afkomstig. Dat is één op drie.
‘In Sliven wordt het als heel normaal beschouwd dat meisjes in de prostitutie gaan werken en jongens pooier worden’, staat te lezen in het gloednieuwe Rapport Mensenhandel 2008 van het Centrum voor de Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding. ‘De Bulgaarse meisjes stappen doelbewust in de prostitutie en beschouwen dit als een tijdelijk levensproject van bijvoorbeeld twee jaar, om nadien voldoende welvarend te kunnen leven.’

De rekensom is snel gemaakt


‘Het is een kwestie van snel geld.’ Dobrin Dobrev, hoofdredacteur van het lokale weekblad Slivenski Novini, geeft een korte rondleiding door het centrum van zijn stad. Geen grauwe appartementsblokken hier, wel gezellige terrasjes, hippe koffiesalons en kuierende jongeren.
‘De meisjes die in Brussel als prostituee gaan werken willen graag luxekleren en luxewagens’, zegt Dobrev, ‘ze zien in het nachtleven leeftijdsgenootjes met een hoge levensstandaard.’ Het gemiddeld maandsalaris in Sliven schommelt rond de 250 euro. Als prostituee in de Aarschotstraat kan een meisje volgens de politie van Schaarbeek per maand en na aftrek van allerhande kosten tot 9000 euro verdienen. De rekensom is snel gemaakt.
Dobrev: ‘Meisjes die terugkeren naar Sliven investeren hun geld in cosmeticawinkels, schoonheidssalons en kapperszaken. Eenmaal terug in Bulgarije gaat het leven gewoon door. De pooiers investeren hun geld in vastgoed. De bouwsector is in Bulgarije de makkelijkste branche om geld wit te wassen.’
De politie van Sliven probeert teruggekeerde prostituees en pooiers te betrappen op witwaspraktijken. Aleksi Aleksiëv, hoofd van het regionale team Strijd tegen de Georganiseerde Misdaad: ‘We vergelijken hun officiële inkomen met hun reële bezittingen. Tegen witwassen, een neveneffect van prostitutie, kunnen we optreden. Maar we kunnen de meisjes niet tegenhouden om in een busje richting Nederland of België te stappen. Op hun voorhoofd staat niet geschreven dat ze prostituee zijn.’
Aleksiev benadrukt dat de meisjes uit Sliven geen slachtoffers zijn. ‘Ze stappen vrijwillig in de prostitutie. Wanneer een meisje in België of Nederland gaat werken, is het heel duidelijk wat ze daar gaat doen. Wat had ze gedacht? Dat ze perziken en tulpen zou gaan plukken? Ze doen het voor het geld en het avontuur. Iedereen wil zijn leven in korte tijd op zijn plooi hebben.’
De pooiers zijn volgens Aleksiëv vaak het vriendje of de echtgenoot van het meisje. ‘Anderen kennen de meisjes via hun vriendenkring. Belangrijk is dat ze elkaar vertrouwen.’


Luitenanten en soldaatjes


‘Als je door Sliven wandelt, lijkt het een klein, aangenaam provinciestadje. Tot je weet: dit café, dat terras is voorbehouden voor die pooier’, zegt hoofdinspecteur Johan Debuf, sectiechef mensenhandel van de politie van Schaarbeek. Debuf werkt met de politie van Sliven samen om de prostitutieverbanden in kaart te brengen en illegale uitwassen te bestrijden.
‘Het fenomeen is niet onder controle. Daarvoor zijn er in Bulgarije te veel belemmeringen qua justitieregels. Wanneer we om een uitlevering van een pooier vragen, kunnen we hem de ene keer na twee maanden ophalen terwijl we de andere keer tien maanden moeten wachten.’
Volgens Debuf is de politie van Sliven ‘uit een hele diepe, corrupte put aan het kruipen. We zijn eens op rogatoire commissie geweest voor een dossier uit Sliven. In Sofia en omgeving verliep de samenwerking heel vlot, maar in Sliven –waar ons target woonde– kreeg de nationale onderzoeksrechter geen toestemming van zijn lokale collega om het onderzoek voort te zetten. Dat was een paar jaar geleden, intussen verloopt de samenwerking wel wat beter.’
Over één ding zijn Aleksiëv en Debuf het echter niet eens. Volgens Aleksiëv is de Brussel-Sliven-connectie een kwestie van individuele gevallen, niet van georganiseerde misdaad. Debuf spreekt dat tegen: ‘In de Aarschotstraat zie je drie categorieën: de kleine pooier die met zijn vriendin of echtgenote aan de slag gaat; een los samenwerkingsverband tussen kleine pooiers zonder georganiseerde structuur; en ten slotte de maffia, de georganiseerde misdaad, met een baas, luitenants en soldaatjes.’
‘In het geval van de Bulgaren spreken we over de tweede en derde categorie. Als we in Brussel een telefoontap draaien op Bulgaarse pooiers, vangen we vaak ook informatie op over drugs en clandestiene autohandel.’
De mensenhandelaars opereren niet alleen vanuit Sliven maar ook vanuit steden als Boergas, Varna en Pazardzjik. In 2008 identificeerde de Bulgaarse overheid in heel het land 250 slachtoffers van mensenhandel, onder wie 38 minderjarigen. De Bulgaarse politie stelde 187 onderzoeken in naar seksuele exploitatie, 79 pooiers werden vervolgd en 69 veroordeeld.


Gouden tijden voor gewelddadige ondernemers


Dé specialisten inzake georganiseerde misdaad in Bulgarije zijn de onderzoekers van het Center for the Study of Democracy (CSD), een onafhankelijke denktank in Sofia. Met financiering van de Europese Unie en westerse ambassades doet het centrum sinds 1989 onderzoek naar de rol van de maffia in Bulgarije.
CSD-expert Tihomir Bezlov: ‘De geschiedenis van de georganiseerde misdaad in Bulgarije begint met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. In één klap verdween een belangrijke afzetmarkt voor onze exportgerichte economie. Bovendien viel door de oorlog tussen Koeweit en Irak ook nog een tweede afzetmarkt in het Midden-Oosten weg. Ten derde had je de oorlog in buurland Joegoslavië, en het daaropvolgende VN-embargo, dat ons van de rest van Europa afsneed.’
Met alle gevolgen van dien. Het verschil in levensstandaard in Bulgarije tussen 1989 en 1992 was enorm. De staat raakte in verval. ‘Tussen 1994 en 1997 was er een permanente crisis. Het was hét tijdperk van de georganiseerde misdaad. De gewelddadigste soort criminelen waren de voormalige worstelaars, die na de ineenstorting van het Oostblok hun gerespecteerde baan verloren.’
‘Ook 20.000 politiemannen en geheim agenten werden in één klap werkloos. Een aantal van hen belandde in de georganiseerde misdaad. Een derde groep maffiosi waren gevangenen die amnestie hadden gekregen. Die drie groepen begonnen geweld te verkopen, “bescherming” aan bedrijven.’
Aanvankelijk registreerden de maffiosi veiligheidsbedrijven, die ze later omdoopten tot verzekeringsmaatschappijen. Bezlov: ‘Het waren de gouden tijden van het gewelddadige ondernemerschap. Omstreeks 1997 greep de regering in. Het geweld nam af, en de meeste van die gasten probeerden hun inkomsten te legitimeren.’
Via een andere vorm van georganiseerde misdaad verloor de staat echter een hoop inkomsten: de zwarte handel, vooral in benzine, alcohol en sigaretten. Bezlov: ‘De totale benzinemarkt in Bulgarije is goed voor twee miljard euro. Als tien tot dertig procent daarvan zwart verhandeld wordt, gaan heel wat inkomsten voor de staatskas verloren.’
‘Criminelen wassen hun geld wit in legale sectoren zoals bouw, toerisme en boetieks’, vult Bezlovs collega, generaal Tsjavdar Tsjervenkov, aan. Tsjervenkov is het voormalige hoofd van de Bulgaarse militaire inlichtingendienst en bond in 1994 als minister van Binnenlandse Zaken in een overgangsregering de strijd aan met de georganiseerde misdaad.
Tsjervenkov: ‘Hier in Sofia heb je boetieks in de winkelstraten waar je de hele dag geen klant naar binnen ziet gaan, maar die toch een heel hoge omzet draaien. Wie twintig jaar geleden racketeer was, is nu eigenaar van dat soort boetieks, of van grote restaurants. Omdat de staat nog altijd heel, heel zwak is, is het moeilijk om ze te controleren.’


Op de vingers getikt


De strijd tegen de georganiseerde misdaad vormt een enorme uitdaging voor Bulgarije. Toen het land in januari 2007 lid werd van de Europese Unie, zette Brussel een Samenwerkings- en Verificatiemechanisme op om na te gaan of Bulgarije voldoende inspanningen levert om de maffia aan te pakken. Een jaar later waren de resultaten zo pover dat de Europese Commissie besloot om honderden miljoenen euro aan steun voor Bulgarije te bevriezen.
In juli 2009 gaf de Commissie opnieuw kritiek op Bulgarije: gespecialiseerde onderzoeksteams tegen georganiseerde misdaad werken enkel op ad-hocbasis, maffiamoorden blijven plaatsvinden, bekende criminelen worden niet aangehouden, juridische procedures duren onredelijk lang, de strafwet is verouderd…
De Commissie erkent weliswaar de ‘inspanningen door individuele actoren’ bij parket en gerecht om structurele problemen aan te pakken. ‘Maar ze worden niet voldoende gesteund door een brede politieke consensus of een overtuigende strategie om van de strijd tegen de georganiseerde misdaad en de corruptie een topprioriteit te maken voor Bulgarije.’
Op de Corruption Perceptions Index 2008 van de ngo Transparency International staat Bulgarije op de 72ste plaats – daarmee is het officieel het corruptste land van de EU. Moegetergd door corruptie in het alledaagse leven en de greep van de georganiseerde misdaad stuurde het Bulgaarse volk op 5 juli 2009 een krachtig signaal naar de politieke klasse: de regerende socialisten werden in de parlementsverkiezingen naar huis gestemd, de jonge centrum-rechtse partij GERB ging met de overwinning aan de haal.
GERB, acroniem voor Burgers voor de Europese Ontwikkeling van Bulgarije, won de verkiezingen met een uitgesproken anticorruptie- en antimisdaadprogramma. Partijleider Boiko Borissov, ex-lijfwacht en burgemeester van Sofia, trad eind juli aan als nieuwe premier.
De eerste maanden van zijn regering begonnen alvast veelbelovend: Borissovs minderheidsregering maakte schoon schip en zuiverde corrupte ambtenaren weg uit overheidsdiensten als bosbeheer, rijbewijzen, grenspolitie, elektriciteitsvoorzieningen… In twee dagen tijd werden de computersystemen van douane en belastingen op elkaar aangesloten, iets wat onder de vorige regering maar niet wilde lukken.
‘De Europese Commissie verwelkomt uiteraard de vastberadenheid van de nieuwe regering om de georganiseerde misdaad en de corruptie te bestrijden’, reageert Zinaida Zlatanova, hoofd van de vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Bulgarije. ‘We hopen dat de inspanningen resultaten zullen opleveren. De bevolking heeft een duidelijk mandaat gegeven om de problemen aan te pakken, niet alleen wat corruptie en georganiseerde misdaad betreft, maar ook inzake de economische problemen en de crisis.’
Zlatanova vindt niet dat Bulgarije te vroeg lid is geworden van de EU. ‘Dankzij de integratie-inspanningen heeft Bulgarije enorme vooruitgang geboekt. De toetreding was de grootste prikkel voor verandering, en was niet alleen goed voor Bulgarije, maar voor de hele regio en Europa. De manier waarop dit land welvarend kan worden, is door geen dag, geen minuut het Europese pad te verlaten.’

Het negatieve beeld herstellen


Alle mooie woorden van Zlatanova ten spijt: Bulgarije heeft een imagoprobleem. De man die Bulgarije aan Europa moet verkopen is Krassimir Nikolov, Jean Monnet-professor aan de universiteit van Varna. In opdracht van de nieuwe Bulgaarse regering werkt Nikolov aan een ontwerpdocument dat de lijnen uitzet voor de toekomstige communicatiestrategie van Bulgarije inzake de EU.
‘Het gaat over beide richtingen: hoe in Bulgarije over de EU te communiceren, en andersom’, zegt Nikolov. ‘In 2001 heb ik de eerste communicatiestrategie geschreven. Toen begonnen we met een imago van vaagheid. Wat uit die vaagheid is gekomen, is misschien niet zo mooi. De uitdaging is vandaag nog groter: het negatieve beeld te herstellen.’
Nikolov heeft naar eigen zeggen een dubbel gevoel bij de kritische rapporten van de Europese Commissie over georganiseerde misdaad en corruptie. ‘In het buitenland zie ik vergelijkbare fenomenen, niet alleen in de nieuwe maar ook in de oude EU-lidstaten. Toch verschijnen daarover geen Commissie-rapporten, over Zuid-Italië noch over andere landen. Maar het is interessant dat de kritische rapporten over Bulgarije hier door het publiek positief zijn ontvangen. Het was een signaal van externe controle op een slecht functionerende overheid.’
Wat Bulgarije volgens Nikolov nodig heeft, is meer publieke verontwaardiging over alles wat er fout loopt. ‘Het is makkelijk voor de gewone burger om boos te worden wanneer hij te maken krijgt met kleine voorbeelden van alledaagse corruptie – door een arts of een verkeersagent bijvoorbeeld. Maar als het gaat om bedragen als een miljoen euro, dan is dat abstract voor de burgers, en daarom duurt het langer voor ze het gevaar daarvan inzien. Daarom heeft het in Bulgarije zo lang geduurd voor we de bad guys eruit hebben geschopt. Maar de laatste verkiezingen tonen duidelijk dat het volk er genoeg van heeft.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.