Ton Lemaire zoekt naar een filosofie van de aarde

Hoe kan je tegengas geven aan de hoogtechnologische en eenzijdig marktgerichte samenleving waarin we bij de aanvang van de 21ste eeuw zijn aanbeland? Cultuurfilosoof Ton Lemaire pleit voor een herwaardering van de zintuigen. Wandelen, de lucht en het weer en de aarde terug leren voelen, maar ook schilderkunst of poëzie, kunnen volgens Lemaire een weg zijn voor een nieuwe relatie met de aarde. Lemaire noemt zijn ecofilosofie het spiritueel naturalisme. Begin juli was hij te gast op de zomerweek van Aardewerk (*). MO* filosofeerde mee, in het idyllische landschap aan de oever van de Semois.
Hij schuwt de media en heeft een hekel aan slogantaal. Zijn boeken zijn de neerslag van langzaam gerijpte gedachten, in de diepte uitgepuurd en glashelder geformuleerd. Over de waarde van culturen: inleiding in de cultuurfilosofie (1976) werd zijn basiswerk. Maar ook zijn eerste boekje, dat hij op zijn 28ste schreef in het legendarische jaar 1968, De tederheid: gedachten over de liefde was meteen een schot in de roos. Zijn colleges over cultuurfilosofie en ethiek aan de universiteit van Nijmegen, in de jaren zeventig en tachtig, trokken massa’s studenten.
Het belette Lemaire niet om in 1988 een punt te zetten achter die klassieke academische carrière en Nederland vaarwel te zeggen. ‘Met tranen in de ogen heb ik staan kijken hoe het Nederlandse landschap door de opkomst van de welvaartsmaatschappij werd kapot gemaakt. Het was een aanslag op mezelf, op mijn eigen ziel’, vertelt hij. Sindsdien leeft Lemaire teruggetrokken op een boerderij in een afgelegen dorpje in de Franse Dordogne. Een “ecologische vluchteling” noemt hij zichzelf.
Van een filosoof mag je verwachten dat hij leeft in overeenstemming met zijn gedachten, vindt Lemaire, en dus bakt hij zelf zijn brood, teelt zijn groenten, kweekt bijen en sprokkelt het hout voor de winter. Een computer om zijn boeken te schrijven heeft hij niet, via overvloedige lectuur informeert hij zich over de rest van de wereld. Gedreven door zijn passie voor de natuur, plaatste Lemaire de relatie van de mens tot die natuur meer en meer centraal in zijn filosofie.
Over die relatie, die in de loop van eeuwen vooruitgangsdenken zwaar beproefd werd, gaat zijn boek ‘Met open zinnen’ (2002). Lemaire laat zien hoe de verhouding met de natuur door de technische ontwikkelingen van de moderne tijd en de dominantie van de consumptiemaatschappij tot in haar wortels is veranderd. Hij heeft het wel eens over een zich langzaam voltrekkende mutatie van de mens. Zijn filosofie van de aarde is hierop een reactie. Leven ‘met open zinnen’ verwijst voor Lemaire naar een levenswijze waarin het esthetische, het spirituele en het ecologische samenkomen in een andere, poëtische omgang met de wereld. Wat volgt is de vrucht van een lange dialoog met de deelnemers van de Aardewerk-zomerweek en een aanvullend gesprek met MO*.

Een nieuwe heilsleer


De cultuurfilosofische analyse die Lemaire van onze maatschappij maakt, is ontluisterend. Onze samenleving zit momenteel in de derde en misschien laatste fase in het proces van mondialisering, die begon met de ontdekkingsreizen in de 16de eeuw, en een nieuwe fase inging met de industriële revolutie. Niet alleen in zijn omvang maar ook in zijn aard verschilt de derde fase van de vorige.
De term “globalisering” verscheen precies op het moment dat de andere grote verhalen wegvielen en gebruikte de leemte die daardoor ontstond om zich op te werpen als de nieuwe doctrine of ideologie. Een heilsleer zelfs, stelt Lemaire, waarin de enig zaligmakende weg die wordt voorgehouden, er een is van ongebreidelde economische groei en marktfundamentalisme. Bovendien wordt de indruk gewekt dat dit proces iedereen ten goede komt, terwijl het nu al vrij duidelijk wordt dat de globalisering in hoofdzaak de belangen dient van een kosmopolitische elite in het Westen, en elders -met name in de Derde Wereld- vaak tot rampzalige gevolgen leidt. Zo’n model van permanente economische groei op een eindige aarde leidt onvermijdelijk tot een catastrofe.

Van global village tot technotoop


Hoewel Lemaire in zijn boek regelmatig de term global village hanteert, vindt hij het een vervreemdend begrip. ‘We leven vandaag in een verstedelijkte samenleving. De betekenis van het vroegere dorp, met een grote sociale en culturele controle, waarin mensen elkaar kennen en ontmoeten, is er niet meer. Mensen vervreemden van elkaar, ook in de dorpen. De global village heeft een heel groot deel van de mensen ontworteld en ontheemd. Eindeloze migratiestromen veranderen regio’s en steden, vaak worden gemeenschappen zelfs gedwongen om te verhuizen in naam van ontwikkeling en economische vooruitgang.
Tegelijk is die ontworteling ook een immaterieel proces. Mensen verliezen hun emotionele band met specifieke plekken. De verhouding van de mens tot de ruimte is aan het veranderen. Door de versnelling van het leven en de toegenomen mobiliteit wordt de ruimte meer en meer een doorgangsruimte en worden de mensen passanten, toeristen die innerlijk los komen te staan van hun woonomgeving.
De ruimte is in een technotoop aan het veranderen, stelt Lemaire. Oude plaatsen, vaak heilige plekken door de intensiteit aan ervaringen en belevingen die eraan waren gekoppeld, worden vervangen door niet-plaatsen. We worden verlost van onze plaatsgebondenheid en dat creëert een gevoel van vrijheid, maar schept tegelijk vervreemding van de directe omgeving. De meest concrete uitdrukking hiervan is het belang van cyberspace en internet in onze cultuur.
Lemaire krijgt kippenvel wanneer hij deze trends in de toekomst projecteert. In zijn boek stelt hij het zo: “Is de mens onbeperkt aanpasbaar, kan hij zich steeds weer aanpassen aan de omstandigheden die hij zelf creërt? Hoeveel beton en asfalt, hoeveel lawaai, vervuiling en mobiliteit kunnen we verdragen? Zullen we ons ooit echt thuis kunnen voelen in een technotoop met een hoge graad van delocalisering zoals die van ons wordt gevraagd door een marktgerichte samenleving die meer en meer door het proces van globalisering wordt gestuurd?” (p.52)

Het gewicht van de geschiedenis


Ons beschavingsmodel is de vrucht van eeuwen vooruitgangsdenken, dat zijn oorsprong vond in het Platoonse dualisme en de Verlichting. Naast de grote exponenten van dit denken, zoals Descartes en Hegel, heeft ook de joods-christelijke traditie een onuitwisbare stempel gedrukt op ons wereldbeeld. Een wereldbeeld dat gekenmerkt wordt door een lineair vooruitgangsdenken en een zeer sterke antropocentrische houding: de mens is het middelpunt van de kosmos en vanuit het scheppingsverhaal heeft hij de opdracht meegekregen om de natuur te onderwerpen en te beheersen. De mens als heer en meester van de schepping.
“Het is een geschiedenis die ons het ‘Cogito’ heeft gebracht en de moderne natuurwetenschappen; ze heeft ons macht over de natuur gegeven, maar ons tevens van die natuur vervreemd en grote milieuproblemen opgeleverd; ze heeft onze rationaliteit sterk ontwikkeld maar anderzijds geleid tot een gedeeltelijke atrofiëring van onze zintuigen” schrijft Lemaire. Zijn boek wil een aanzet zijn voor een ander wereldbeeld en is tegelijk een persoonlijke stellingname: ‘De strijd die ik voer, is er één tegen onze eigen traditie, tegen het joods-christelijke monotheïsme, omdat juist die traditie één van de verantwoordelijken is voor onze milieucrisis. Ik zoek dus naar een filosofie van de aarde, die de joods-christelijke traditie radicaal herziet.’

De mens in duplo


‘We kunnen het gewicht van de geschiedenis niet ongedaan maken, we kunnen niet uit onze traditie stappen.’ Het is één van de ankerpunten in Lemaire’s denken. Simpele oplossingen zijn er niet. Het heeft ook te maken met het wezen van de mens zelf. “Hoewel mensen onvermijdelijk in letterlijke zin aardbewoners zijn, hebben ze daar zelden genoegen mee genomen, want oud en hardnekkig is de gedachte dat onze ware bestemming toch niet op aarde ligt. Diep in ons gloeit het verlangen om ons van de aarde te bevrijden, om aan de zwaartekracht te ontsnappen en als een vogel in de lucht te vliegen.” (p.32)
Lemaire: ‘De mens is van nature een dubbelwezen, een homo duplex, ambigu en ambivalent. Dat is geen fenomeen van de moderniteit, ook in de primitieve samenleving is dat zo. De mens is het enige wezen in de schepping dat gekweld wordt door de vraag: waar zijn we mee bezig? Waarom leven we? Waarom moeten we sterven? De mythologie is voor de primitieve samenlevingen de uitdrukking van de mens die zich rekenschap geeft van de breuk met de natuur, maar op een manier die veel dichter bij de natuur staat dan de joods-christelijke traditie, waarin er een strakke scheiding is tussen mens en dier.

Vluchten kan niet meer


‘Vluchten in een mythisch wereldbeeld waarin alles een harmonisch geheel vormt, is een illusie’, weet Lemaire. ‘Zo’n harmonisch geheel heeft nooit bestaan en zal ook nooit bestaan. Ook in utopieën geloof ik niet. De geschiedenis heeft geleerd dat het verlangen om een ideale maatschappij in te richten vaak leidt tot autoritarisme en gewelddadigheid. Ook een ecologische samenleving kan je niet met dwang opleggen.’
Lemaire’s analyse klinkt beklemmend. Op het einde van zijn boek stelt hij “de hemel is leeg en de vooruitgang hol geworden”(p.322), een uitspraak die er eerder toe aanzet om maar meteen de vaart in te springen. Lemaire reageert doodernstig: ‘Dat heb ik dan ook meermaals willen doen. Als je al je illusies kwijt bent, de illusie van de godsdienst, de illusie van de utopie, dan blijft er niet veel meer over. Dat valt niet mee. We staan inderdaad met lege handen. Lemaire voelt wel sympathie voor de andersglobaliseringsbeweging, maar gelooft niet dat die bij machte is het tij te keren. Is een alternatief denkbaar, haalbaar? Lemaire is kort en duidelijk: ‘Er is geen alternatief, er is geen uitweg. Het spijt me maar ik heb geen zin om iets te zeggen waar ik niet achter sta.
We zijn bezig met een langdurig proces van systematische zelfvernietiging. Dat is mijn diepste overtuiging. Dat neemt niet weg dat je wel zo hard mogelijk moet proberen datgene te doen waarvan je denkt dat het goed is en in te gaan tegen de tendens die je verkeerd vindt. Weerstand bieden aan wat je ervaart als de fatale weg. Je zo weinig mogelijk laten meeslepen met de mythe van de permanente groei, de onverzadigbaarheid, de reclame, je zo weinig mogelijk laten opjagen.’ Het systeem zelf ombuigen ziet hij niet haalbaar, omwille van de het gewicht van de geschiedenis. ‘Op een democratische manier onpopulaire, radicale maatregelen treffen, is niet mogelijk, vooral omdat met elke beslissing zo’n enorme belangen gemoeid zijn.
Neem het verminderen van het autoverbruik. Zoiets botst met de belangen van de auto-industrie en de oliemaatschappijen. De auto is zo makkelijk en de tendens in de samenleving bestaat er juist in het openbaar vervoer af te bouwen. De twee versterken elkaar. Mensen moeten voelbaar in hun belangen worden aangetast eer er structureel iets verandert. Democratie is altijd schipperen, altijd compromissen sluiten, altijd langzaam aan verandering werken en altijd te laat komen. Wij zijn niet in staat om tijdig, rationeel, op mondiaal niveau, democratisch de mensheid zo te sturen dat we aan zelfdestructie ontsnappen. Maar het idee dat beslissingen van bovenaf zouden worden opgelegd, is volledig in strijd met mijn politieke overtuiging. Dus verkies ik democratisch ten onder te gaan.’
Zelf noemt hij zijn radicaal ecologische levenswijze een vorm van strijd tegen deze waanzinnige consumptiemaatschappij, omdat het een concrete manier is om een alternatief zichtbaar te maken. Op die manier kunnen we oases vormen, waarin we zelf een zinvolle invulling proberen te geven aan ons leven.

Spiritueel naturalisme als een nieuwe synthese


Een oase is echter niet méér dan een kort soelaas, het voldoet Lemaire niet. ‘Binnen de oase van je privéleven kan je mooie gedachten koesteren. Je kan je terugtrekken in een spirituele wereld en onthecht zijn van het materiële. Je hebt ook mensen die erg opgeslokt zijn door het materiële en perfect functioneren in de consumptiemaatschappij, maar in hun oase een spiritualiteit creëren waarin ze vaak compensatie zoeken voor iets wat ze missen in het dagelijks leven.
Dat is allemaal erg platoons. Je doorbreekt daarmee niet de bestaande orde, die aan de grondslag ligt van een samenleving die structurele ongelijkheid voortbrengt. Binnen het kapitalisme kan je wel een aalmoes geven en is barmhartigheid een schone deugd, omdat je de structuur van het kaptitalisme daarmee ongemoeid laat! De echte overwinning van de ongelijkheid maakt de aalmoes overbodig. Een aalmoes geven of vluchten in een spirituele wereld zijn vormen van dualismen, van een gespleten wereldbeeld, en dat moeten we proberen te overwinnen.’
Er is nog een andere reden waarom Lemaire een coherent wereldbeeld belangrijk vindt: ‘Onze samenleving is ontzettend rijk, technologisch zeer ontwikkeld en zeer machtig, maar verkeert wereldbeschouwelijk in volstrekte crisis. We zijn spiritueel zeer arm, waarden en normen zijn onzeker en worden op de helling geplaatst, maar we hebben wel atoombommen. Dat is een zeer gevaarlijke situatie.’
Lemaire gaat daarom op zoek naar een nieuwe synthese die een minder dualistisch en een meer consistent wereldbeeld kan opleveren, en ons in een nieuwe relatie met de aarde kan brengen. ‘We moeten komen tot een grondig andere verhouding tot de natuur en onze leefomgeving, waarin de mens niet het middelpunt van het universum is maar beseft dat hij deel uitmaakt van het weefsel van het leven.’
Lemaire komt zo terecht bij wat hij een spiritueel naturalisme noemt, waarin het esthetische, het ecologische en het spirituele elkaar vinden. De invulling van het spirituele is voor Lemaire sterk geïnspireerd door de indiaanse en de keltische spiritualiteit, ‘omdat zij het transcendente in de dingen zelf ervaren.’

Het tragisch hedonisme als levenshouding


Lemaire heeft geen boodschap aan het krampachtig optimisme van het marktfundamentalisme, en al evenmin aan de valse euforie van New Age. “Leven met open zinnen”, schrijft Lemaire, “houdt ook in dat men de conditie van de mens in het algemeen en die van onze tijd in het bijzonder illusieloos onder ogen durft te zien.” Dit gelouterd achterblijven zonder illusies en tegelijk genieten van wat de schepping te bieden heeft, vat Lemaire samen in een levenswijze die hij het tragisch hedonisme noemt. Een houding die de zin van zingenot erkent, maar de uiteindelijke tragiek van het menselijk bestaan aanvaardt. En in die zin voelt Lemaire zich door en door Europeaan, zij het geïnspireerd door de oude Chinese filosofie.
‘Ik ben een Europeaan die open staat voor het boeddhisme en de oosterse wijsheid. Maar voor zover ik weet, bestaat het tragische levensgevoel niet in het oosten. Ikzelf leef heel sterk met een gevoel van vergankelijkheid en dat maakt me melancholisch.’ Niet toevallig beschouwt Lemaire de Franse filosoof Albert Camus als zijn zielsgenoot. Het besef van vergankelijkheid is een levensgevoel dat ook al bovendreef in het existentialisme. Wat moeten we ons voorstellen bij zo’n levensgevoel? “Het is een hedonisme dat erin berust te leven zonder hoop op de vervulling van onze diepste verlangens, maar dat dankbaar aanvaardt dat zich soms als een onverwachte gave momenten aan ons voordoen van een kortstondig geluk: een stralende lenteochtend, een serene zomeravond als een onbekende bloesemgeur wordt meegevoerd door de wind, de schoonheid van een geliefd gezicht en de weemoedige herinnering aan de glans van een langgeleden moment toen het geluk nog binnen bereik leek.” (p.308)
(*)Aardewerk is een beweging voor radicale ecologie die vanuit die inspiratie wil werken aan verandering. http://www.aardewerk.be

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Latijns-Amerika & ecologie
    Alma De Walsche schrijft over ecologische thema’s, van klimaat- en energiebeleid, over landbouw- en voedsel tot transitie-initiatieven en baanbrekers. Ze volgt al enkele decennia Latijns-Amerika, met een speciale focus op de Andeslanden.

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.