Van Ypersele: 'Nog discussiëren met klimaatsceptici is tijdverspilling'

Het laatste rapport van het VN-Klimaatpanel (IPCC) zou de onderhandelaars op de VN-Klimaatconferentie, eind november in Warschau, een duw in de rug moeten geven. Zal de wereld eindelijk in actie schieten? MO* vroeg het aan Jean-Pascal van Ypersele, klimatoloog aan de UCL en ondervoorzitter van het IPCC.

  • Dieter Telemans Jean-Pascale van Ypersele voor een fresco van Claude Rahir. Het stelt de Big Bang voor en hangt in het Research Center Georges Lemaître, geneomd naar de auteur van de Bing Bang-theorie. Dieter Telemans

Al meer dan twintig jaar wordt de opwarming van de aarde door honderden wetenschappers gemonitord en in kaart gebracht. Ook het vijfde IPCC-rapport –waarvan het eerste deel eind september in Stockholm werd gepubliceerd– bevestigt met nog meer zekerheid dat de opwarming zich gestaag doorzet en dat de mens daarvoor verantwoordelijk is.

Wanneer ik van Ypersele ontmoet aan de UCL, is hij net terug uit Stockholm. Vijf dagen lang is daar bijna dag en nacht gediscussieerd over de ‘Samenvatting voor Beleidsmakers’. Klimaatwetenschappers gaan nu eenmaal niet over een nacht ijs. En eens de bewijzen zonneklaar zijn, willen ze ook dat politici hun verantwoordelijkheid nemen.

Die politieke dimensie is voor van Ypersele bijna even belangrijk als zijn wetenschappelijk werk. Van kindsbeen af werd hij gedreven door twee grote passies. De interesse voor de politiek, die kreeg hij van thuis uit mee. Zijn vader was adjunct-kabinetschef van voormalig premier Théo Lefèvre en zijn overgrootvader was zelf eerste minister in 1920. Daarnaast is er van Ypersele’s passie voor het heelal en de wetenschap. Op zijn veertiende werd hij lid van de Astronomische Kring van Brussel. Vandaag is hij ondervoorzitter van het IPCC en, tussen de internationale conferenties door, professor Klimatologie en Milieuwetenschappen aan de UCL.

De dagen voor de publicatie is er verwarring gezaaid in de media door het bericht dat ‘de opwarming de afgelopen vijftien jaar is stilgevallen’, dat er een soort “pauzeknop” is aangesprongen in het systeem. Hoe moeten we die boodschap begrijpen? Van Ypersele legt rustig uit wat er precies aan de gang is: ‘Het bericht heeft betrekking op één paragraaf uit het hele rapport, die door de klimaatsceptici uit zijn context is gerukt. Voor het rapport is het echter van belang alle metingen in kaart te brengen. We zien effectief een kleine vertraging in de opwarming voor de periode van vijftien jaar die begint in 1998. Daar moeten twee dingen bij verduidelijkt worden: 1998 was een jaar met een heel sterk El Niño-fenomeen, het sterkste in decennia, en dus vertekent het enigszins de werkelijkheid als we dit als referentiepunt nemen.

‘Bovendien zijn zulke fluctuaties niet abnormaal. Klimaat kan je ook niet meten over vijftien jaar; het is gedefinieerd over een periode van dertig jaar. Een ander element is dat negentig procent van de opgeslagen extra energie in het klimaatsysteem (door de uitstoot van broeikasgassen) tussen 1971 en 2010 is geabsorbeerd door de oceanen. De oceaan is een zeer groot reservoir van warmte. Een kleine fluctuatie in de temperatuur van de oceanen kan zeer grote gevolgen hebben voor de atmosferische temperaturen. De oceaan kan die warmte later weer afgeven. Dat is wat er met El Niño gebeurde: een groot deel van de tropische Stille Oceaan wordt warmer, vooral in het oostelijk deel, en wanneer de warmte van de oceaan terugkomt naar de atmosfeer, heeft dat een grote invloed op de atmosferische temperatuur. Wellicht zullen de oceanen over enkele jaren die warmte opnieuw afgeven, over drie jaar, vijf jaar, tien jaar misschien. Het gaat dus om een fluctuatie in het systeem. Dit patroon betekent zeker niet het einde van de opwarming. De afgelopen vier decennia was elk decennium warmer dan het voorgaande.’

Het nieuwe rapport stelt ‘met 95 procent zekerheid’ dat de aarde opwarmt ten gevolge van menselijke activiteiten. Wisten we dat ook al niet in het vorige rapport in 2007?

Van Ypersele: Toen wisten we dat met 90 procent zekerheid. Is dat een groot verschil? Ja en neen. Als je de straat wil oversteken en er is negentig procent kans dat je aangereden wordt, dan volstaat dat om niet over te steken. Een groot verschil is het dus niet. Je kan het echter ook omgekeerd bekijken: de onzekerheid is kleiner geworden met een factor twee. De tien procent onzekerheid is gereduceerd tot vijf procent. Dat betekent dat de kernbevindingen van het vorige rapport nog eens bevestigd zijn. Nieuw is ook dat de cijfers over het stijgen van de zeespiegel in dit rapport vollediger zijn. In de vorige rapporten was de invloed van de ijskappen niet meegerekend. Opmerkelijk is ook dat de cijfers over de stijging van de zeespiegel –van dertig centimeter tot een meter in 2100– precies dezelfde zijn als die in het eerste rapport van 1990.

Wat is voor u de kern van het nieuwe VN-Klimaatrapport?

Van Ypersele: Als we doorgaan met business as usual, komen we tegen het einde van de eeuw aan een opwarming van 4,8 graden. Als wij onder de twee graden opwarming willen blijven, moeten we onder de biljoen ton koolstof in de atmosfeer blijven. We zitten vandaag al aan 500 miljard ton –de helft dus. Naarmate de opwarming vordert, komen daar door het smelten van de permafrost nog methaan en CO2 bij. Dat versterkt het proces nog; de nog beschikbare ruimte zal zo sneller opgebruikt zijn. We moeten dus volledig stoppen met fossiele brandstoffen te gebruiken, zo vlug mogelijk. We kunnen onmogelijk alle beschikbare voorraden fossiele brandstoffen opgebruiken. Het is de eerste keer dat er zo’n duidelijke grens gesteld is, die ook door alle regeringen van de wereld aanvaard is.

Is het nog realistisch om de opwarming onder die twee graden te houden?

Van Ypersele: Het derde deel van ons nieuwe rapport gaat hier in detail op in. Het zal in april 2014 verschijnen en focust op mitigatie. Maar indirect staan er ook al aanwijzingen in het eerste deel van ons rapport. Vier scenario’s worden aangereikt. Een van die vier is het scenario zonder klimaatbeleid, waarbij de temperatuur tot boven de vier graden zal stijgen. De drie andere zijn stabilisatiescenario’s, op basis van klimaatbeleid. Het laagste scenario geeft tegen het einde van de eeuw een stabilisatie waarbij de temperatuurstijging onder de twee graden blijft. Dit scenario wordt als technologisch realistisch beschouwd, maar dat impliceert dan wel de opvang en opslag van koolstof en de inzet van biomassa –algen kweken bijvoorbeeld. Wat niet in het rapport staat maar wat je tussen de lijnen kan lezen, is dat dit alleen mogelijk is áls er voldoende politieke wil is. En ook dat is een groot vraagteken.

Dagenlang is vergaderd alvorens het eerste deel van jullie rapport vrij te geven en er zijn liefst 55.000 commentaren in verwerkt. Wat zijn de hete hangijzers? En is het eindresultaat nog wel betrouwbaar?

Van Ypersele: In dit document heeft de wetenschap het laatste woord, daar wordt niet aan getornd. De geloofwaardigheid van de onderzoekers staat hiermee op het spel. De wetenschappers zullen nooit een vervorming van de onderzoeksresultaten aanvaarden. Maar dat wil niet zeggen dat regeringen niet proberen (zie kaderstuk, adw). Er zijn effectief regeringen die erop aandringen om de onzekerheden meer zichtbaar te maken in de slottekst, maar ze kunnen er geen nieuwe uitvinden. Het gaat sowieso om onzekerheden die in het rapport zelf aanwezig zijn. Door onze manier van werken –rekening houden met al die gevoeligheden en alle commentaren– ontstaat een interactie die de relatie tussen wetenschappers en beleidsmakers van alle VN-lidstaten rijker maakt. Dankzij de dialoog wordt de tekst toegankelijk en beter, maar zonder de wetenschap te vervormen.

Achter de schermen

‘Als dit geen alarmbel is, weet ik niet meer wat er wel een gaat zijn. Als er ooit een thema is dat sterkere samenwerking, partnership en toegewijde diplomatie vereist, dan is het wel dit.’ (John Kerry, Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken, in een reactie op het nieuwe rapport van het VN-Klimaatpanel)
Tijdens de onderhandelingen van het VN-Klimaatpanel in Stockholm over de beleidsaanbevelingen is ook druk gelobbyd. Zo is Saoedi-Arabië herhaaldelijk tussengekomen om onzekerheden in het rapport te benadrukken en de term ‘opwarming’ zoveel mogelijk te vermijden. Gesteund door Venezuela vroeg het ook om niet alleen fossiele brandstoffen aan te wijzen als bron van CO2 maar ook andere broeikasgassen te vernoemen die de opwarming veroorzaken, zoals methaan en N2O.

De zin ‘opwarming is ondubbelzinnig en sinds 1950 zijn heel wat van de geobserveerde veranderingen ongezien sinds decennia tot millennia’ vond Saoedi Arabië te alarmistisch. Het vroeg om te verwijzen naar het jaar 1850 in plaats van 1950 en het was ook op vraag van Saoedi-Arabië dat er een verwijzing kwam in de ‘Samenvatting voor Beleidsmakers’ over de vertraging van de opwarming in de periode 1998-2012.

Canada, dat volop olie onttrekt uit zijn teerzanden, stelde dan weer bij de observaties over het klimaat, dat in de toekomst andere factoren dan “opwarming” moeten benadrukt worden wanneer gesproken wordt over het klimaatsysteem. Rusland ijverde dan weer voor het gebruik van de term “klimaatverandering” in plaats van “opwarming van het klimaat”, en lobbyde hard om een erkenning van “geoengineering” als oplossing voor het klimaatprobleem te krijgen.

Zo’n rapport is op zich al conservatief, de cijfers zijn al enkele jaren oud.

Van Ypersele: Het kan ook niet anders dan conservatief zijn, met alle filteringen die het onderging. Maar de eindbevindingen zijn wel aanvaard door alle landen, inclusief Rusland en Saoedi-Arabië. Dat is heel belangrijk, het rapport is zeer solied. Als we over deze gegevens al geen controverse meer moeten hebben, is dat een zeer belangrijke basis. Daarom ook heeft het VN-Klimaatpanel besloten geen debatten meer aan te gaan met klimaatsceptici over wetenschap. Het debat moet nu gaan over de oplossingen.

Toch blijven de sceptici nog heel actief –denk aan de berichtgeving over de “pauzeknop”.

Van Ypersele: Dat is waarom ik vorige zondag niet ben ingegaan op de vraag van het RTBF-programma Mise au Point (vergelijkbaar met De Zevende Dag, adw) om in debat te treden met een collega-chemicus van de UCL, Istvan Markó. Het is tijdverspilling om met zo iemand in debat te gaan voor een publiek dat daar niet op een wetenschappelijke manier mee bezig is. Ik ga het debat over wetenschappelijke vragen niet uit de weg, maar dan moet het wel gevoerd worden in een wetenschappelijk kader, in vergaderingen met wetenschappers. Als je een wetenschap hebt die zo stevig gefundeerd is, door honderden wetenschappers onderzocht, en wanneer het resultaat aanvaard is door alle regeringen van de wereld, neen, dan heb ik geen tijd meer om hierover nog in debat te gaan met een klimaatondeskundige die twijfel zaait.

Is dit rapport nu een belangrijke ondersteuning voor de klimaatconferentie van Warschau?

Van Ypersele: Ik kan dat niet voorspellen maar laat het ons hopen. Het argument dat er een pauze is gevallen in de opwarming hebben we voldoende gecounterd, denk ik. Dat mag het debat niet meer verstoren. En de grafiek die aangeeft hoeveel ruimte er ons nog rest om onder de 2°C te blijven, zal gevolgen hebben. Dat besef zal een culturele schok veroorzaken. We kunnen niet langer fossiele brandstoffen blijven gebruiken. We kunnen zelfs niet meer opgebruiken wat nu voorhanden is. Dat heeft zijn gevolgen voor de brandstoffenindustrie. Er ligt nu een taart op tafel –geen twee of drie maar één– van duizend miljard ton koolstof. Meer dan de helft van die taart is opgegeten in 200 jaar tijd. En er komen mogelijk nog onverwachte mee-eters, zoals methaan uit de permafrost.

Het gevecht om het resterende deel zal nog heviger worden.

Van Ypersele: Dat gaat inderdaad heel moeilijk zijn. Er zal nog heel wat gediscussieerd worden tussen India, China, Brazilië en de rijke landen. De contouren zijn heel duidelijk maar of dit de onderhandelingen makkelijker maakt, is niet zo zeker.

Is het nog zinvol om alles te zetten op een globaal akkoord? Zal een pragmatische aanpak met “vrijwillige inspanningen” en een coalition of the willing niet sneller werken?

Van Ypersele: Mondiale onderhandelingen blijven heel belangrijk, opdat er op een dag –op de klimaatconferentie van Parijs in 2015 of later– een echte sterke overeenkomst komt om de emissies te reduceren, mét de steun van alle landen. Tot het zover is, zijn gedeeltelijke afspraken en lokale en regionale initiatieven zeer belangrijk. Door de kracht van het voorbeeld kunnen zij het proces vooruitstuwen en een tussenstap vormen voor de grotere schaal. Maar het zou een vergissing zijn te denken dat we de mondiale onderhandelingen kunnen vervangen door lokale of bilaterale initiatieven. Het is ook heel belangrijk om een level-playing field (een gelijke uitgangspositie voor alle betrokkenen, adw) te hebben. Dat is een uitdrukking die de bedrijfswereld altijd gebruikt maar ze hebben hier een punt. Je moet gelijke spelregels hanteren want als er te grote verschillen zijn tussen investeringen op de ene plaats en investeringen elders, dan zal dat economisch moeilijk houdbaar zijn of zullen vernieuwende initiatieven altijd klein blijven of overkop gaan. Het is ook belangrijk dat er een correctere prijs komt voor koolstofdioxide uitstoot, die geldt over een bredere regio dan alleen Europa of de kleine Kyotoclub. Zo zouden meer mensen de atmosfeer niet langer als een gratis vuilnisbak beschouwen.

Welke moeilijk te ontwarren knopen verwacht u voor de conferentie?

Van Ypersele: Landen willen hun eigen belangen op de korte termijn verdedigen, terwijl het gaat om een probleem dat alle landen van de wereld treft en over de lange termijn. Daar is een grote discrepantie tussen.

De andere moeilijkheid is de financiële en economische context van vandaag. De prioriteit voor vele landen is om de economie terug aan te zwengelen en niet om het klimaatprobleem aan te pakken. De uitdaging is om ten minste deze twee obstakels te overwinnen.

Dat zijn evenwel de obstakels van de afgelopen drie jaar, het is een heel moeilijk gegeven.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Latijns-Amerika & ecologie
    Alma De Walsche schrijft over ecologische thema’s, van klimaat- en energiebeleid, over landbouw- en voedsel tot transitie-initiatieven en baanbrekers. Ze volgt al enkele decennia Latijns-Amerika, met een speciale focus op de Andeslanden.

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.