WijDelen binnenkort in hogere versnelling

De Gentse organisatie ‘WijDelen’ lanceert heel binnenkort een nieuw online platform dat het voor mensen makkelijker maakt  om hun spullen met elkaar te delen. Daartoe maakten de twee initiatiefnemers van WijDelen vrijdag jongstleden in Amsterdam de nodige afspraken met het Nederlandse bedrijfje Peerby.

Zegt een van de twee initiatiefnemers Lieven D’Hont: ‘Peerby vertrekt vanuit de vraag van iemand die iets wil lenen. Stel: je zoekt een boormachine. Als gebruiker vul je dit in op de website waarop Peerby via e-mail eerst probeert tien directe buren te vinden die over een boormachine beschikken. Lukt dat niet, dan zoekt het systeem bij gebruikers die wat verderaf wonen. Zodra iemand positief reageert op de vraag van Peerby, krijgt de vrager dat contact door, en kan hij of zij contact leggen met zijn of haar wijkgenoot om de boormachine te lenen.’ 

Tot nu toe vertrok WijDelen meer van het aanbod: iedereen die zich registreerde op de site www.wijdelen.be moest minstens drie items inbrengen. Peerby vertrekt vanuit de vraag van wie iets wil gebruiken. ‘Wij denken niet dat mensen graag oplijsten wat ze allemaal willen delen,’ aldus D’Hont. ‘Dit zal beter werken. De site is ook iets functioneler dan de opensource technologie van sharetribe waar we tot nu toe gebruik van maken.’

Er is dus nooit een verplichting om je spullen uit te lenen. Elkeen beslist of hij of zij op een bepaalde vraag van Peerby ingaat. Enkel wie positief reageert op de vraag van het systeem, kan worden gecontacteerd door een ontlener. De specifieke voorwaarden waaronder het voorwerp wordt geleend, worden vervolgens tussen beiden afgesproken. Of de ontlener voor het gebruik een of andere vergoeding betaalt of niet, valt te bespreken.

Als er een trede van de geleende ladder stuk is, of de ontleende kajak lekt na gebruik, dan dient ook vooraf afgesproken te worden, wat er in dat geval moet gebeuren. Het valt niet uit te sluiten dat WijDelen op termijn voor een soort ongevallenverzekering zorgt om dat soort gevallen te dekken.

Een vermageringskuur voor Gent

‘Wij willen de Vlamingen spullen of materiaal leren delen’, zegt Lieven D’Hont. ‘Daarbij willen we Gent gebruiken als proefstad omdat we denken daar een voldoende draagvlak is om het initiatief echt van de grond te krijgen. Bovendien wonen Ludo Dhelft en ik in Gent.’

D’Hont en Dhelft willen graag het “gewicht” van Gent verminderen, letterlijk: de hoeveelheid spullen en dus hun gewicht die alle Gentenaren samen bezitten, naar beneden krijgen. ‘Een stad kan ook zwaarlijvig zijn door heel veel materialen te gebruiken omdat iedereen op zijn eentje zoveel mogelijk heeft. Als we delen, komt er ook ruimte vrij in onze huizen.’

Er zit uiteraard een milieudimensie achter WijDelen. Door te delen daalt de consumptie van schaarser wordende grondstoffen, neemt de afvallenstroom af (en dus ook de CO2-uitstoot die samenhangt met de productie van bijna al onze spullen). D’Hont: ‘Maar er is ook een economisch luik: als mensen delen met elkaar, sparen ze geld uit. Tenslotte is delen goed voor je hoofd en je hart: als je bedankjes krijgt van je buren, dan doet dat gewoon deugd.’

Deeleconomie

WijDelen past in een bredere stroom van initiatieven van de zogenaamde deeleconomie die een hele trits middenveldorganisaties (Bond Beter Leefmilieu (BBL), Netwerk Bewust Verbruiken,Taxistop, Autopia, Samenhuizen, Velt en Voedselteams) willen versterken. Zij stelden deze week een memorandum voor om beleidsmakers te inspireren en aan te moedigen concrete maatregelen te nemen om de deeleconomie te bevorderen.

Ze probeerden dat met drie concrete voorbeelden duidelijk te maken. Volgens de middenveldorganisaties zouden er 300.000 minder extra wooneenheden nodig zijn tegen 2030 als twintig procent van de onderbezette woningen in Vlaanderen via “samenhuizen” gedeeld wordt met andere bewoners. Of nog: in een stad waar de helft van de inwoners gebruik maken van autodelen, zouden tot vijf keer minder wagens rondrijden. Repair Cafés (waar kapotte toestellen worden hersteld, jvd) zouden tot zeventig procent van de defecte toestellen een tweede leven kunnen geven. 

Eén ding is duidelijk: indien deze cijfers kloppen, en indien de deeleconomie echt van de grond komt, zal dat onze economie kwalitatief veranderen. Eén voorbeeldje maar: als er effectief veel minder wagens worden gekocht, moeten andere sectoren dan de automobielbranche de economie schragen, anders dreigen meer mensen werkloos te worden. Dat is dan een van de vele onzekerheden/uitdagingen waar we voor staan met de overgang naar een meer duurzame economie.