Op een begrensde planeet kan je niet onbegrensd groeien

Als we vooruitgang enkel kunnen interpreteren als “steeds meer”, als meer produceren en consumeren, lopen we onherroepelijk vast, met achteruitgang als gevolg, zegt Jan Mertens.

  • © Brecht Goris © Brecht Goris

Ik zeg weleens dat het gemakkelijker is om uit te leggen waarom ons huidig economisch model groei nodig heeft dan dat je kunt uitleggen dat groei mogelijk is. Discussies over groei zijn nog steeds erg geladen, vol van taboes. Dat is op zich best te begrijpen, zelfs niet onlogisch, maar daarom nog niet de beste manier om tot goede inzichten en tot goede beleidskeuzes te komen.

Het blijft een eenvoudige, misschien voor velen te eenvoudige (en daarom bedreigende) waarheid: op een begrensde planeet kun je niet onbegrensd groeien. We worstelen al lang met die eenvoudige waarheid en een geforceerd optimisme zal ons niet helpen om er op een goede manier mee om te gaan en zo meer hoop te creëren.

Het blijft een eenvoudige, waarheid: op een begrensde planeet kan je niet onbegrensd groeien.

Op zich is het merkwaardig. Wanneer het gaat over een mens of over een boom, dan vinden we het normaal dat die niet eeuwig blijft groeien. Wanneer het over de economie gaat, dan is het zogenaamd rationeel. Terwijl het op zich normaal zou moeten zijn om te zeggen dat je genoeg hebt, is dat voor het gangbaar economisch model blijkbaar een heiligschennis.

Stilstaan zou achteruitgaan zijn. Waarom eigenlijk? Als het gaat over de reële ecologische impact van onze levenswijze dan zou stilstaan vooruitgang zijn. Een toenemende ecologische druk op de planeet, ook al neemt die druk trager toe, is eigenlijk achteruitgang. Want zo ontnemen we heel wat mensen vandaag en nog meer mensen morgen en overmorgen de kans op een waardige welvaart.

Tegelijk is het ook goed te begrijpen. In een land als het onze heeft de naoorlogse generatie de reële welvaart spectaculair zien toenemen door de groei. Dat we vanaf een bepaald welvaartsniveau niet steeds gelukkiger zijn geworden, houden we meestal uit beeld. En dat we allemaal impliciet weten dat de concrete vorm van ons welvaartsniveau niet uitbreidbaar is naar alle mensen van deze planeet, laten we ook ergens rusten in ons hoofd.

Het is te begrijpen dat mensen met “groei” iets positiefs associëren, en dat dat een van de redenen is waarom het debat zo moeilijk loopt. We zijn het mooie begrip vooruitgang, het idee dat mensen die het niet goed hebben, uitzicht kunnen houden op het perspectief dat het beter zal gaan, steeds meer gaan vereenzelvigen met economische groei voor iedereen. Dat je nooit mag stoppen met streven naar meer rechtvaardigheid zou je als een recht kunnen beschouwen, dat je globaal altijd moet blijven groeien niet.

De tegenwerpingen die je krijgt, zijn vaak heel voorspelbaar. Er wordt nogal gemakkelijk gezegd dat we toch gewoon kunnen spreken over groene groei, duurzame groei, kwalitatieve groei, inclusieve groei, gedematerialiseerde groei, of hoe men het ding ook wil noemen. Dat klinkt op zich allemaal wel erg positief, maar het zijn de feiten die tellen. Neemt de ecologische druk op de planeet in absolute termen af? Of gaat de stijging ervan enkel een beetje trager?

Een andere tegenwerping is dat we toch niet mogen pleiten tegen economische groei in landen waar er veel armoede is. Dat klopt, maar dat is eigenlijk niet de kwestie. Als we intellectueel eerlijk zijn, moet de vraag zijn of we in staat zijn de voetafdruk van een land als het onze drastisch naar beneden te brengen (en dat kan), en vooral of we bereid zijn dat te doen (dat is wat anders).

Als we onze gulzigheid niet in vraag willen stellen, als we die zelfs als vooruitgang zien, dan zal dat resulteren in achteruitgang voor velen.

Als we alle landen uitzicht willen geven op en waardige, rechtvaardige en duurzame welvaart, dan zullen de ecologisch meest gulzigen letterlijk plaats moeten maken voor de anderen. Als we bv. onze vleesconsumptie enkel op peil kunnen houden door miljoenen hectaren elders op de wereld in te nemen, dan is die consumptie objectief te hoog, als we tenminste echt naar meer rechtvaardigheid voor iedereen streven. Als we die gulzigheid niet in vraag willen stellen, als we die zelfs als vooruitgang zien, dan zal dat resulteren in achteruitgang voor velen, want het zullen andermaal de armsten en meest kwetsbaren zijn die de hoogste prijs betalen.

De tegenwerping over het BBP is ook een klassieke. Het moet toch mogelijk zijn een andere graadmeter te nemen dan het bruto binnenlands product om welvaart te meten. Absoluut waar, maar dat lost op zich nog niet noodzakelijk iets op. Als ik in mijn auto alleen een snelheidsmeter heb, dan is dat mijn enige perspectief. Als ik in het dashboard een meter zet die mij in real time meldt hoeveel maatschappelijke schade ik veroorzaak, dan kan dat hopelijk helpen om mijn rijgedrag bij te sturen, maar het is op zich nog geen garantie.

Economische groei is echter wel de basis van ons sociaal contract. Als er dan minder groei komt, zie je dat de sociale spanningen stijgen. Als de koek niet voortdurend groter wordt, kun je maar twee dingen doen: ofwel sociale afbraak en toename van ongelijkheid, ofwel beter verdelen wat er is.

We proberen steeds nieuwe vluchtwegen te zoeken om toch maar te ontsnappen aan de ongemakkelijke waarheid van een begrensde planeet.

We proberen steeds nieuwe vluchtwegen te zoeken om toch maar te ontsnappen aan de ongemakkelijke waarheid van een begrensde planeet. Groene groei steunt op het geloof (want het is eigenlijk een kwestie van geloof) dat je vooral door efficiëntie het probleem van de grenzen kunt vermijden.

Een groot geloof (opnieuw) in de mogelijkheden van technologie hoopt dat we de grenzen gewoon kunnen verschuiven. Efficiëntie nastreven en op een goede manier technologie inzetten is natuurlijk goed, de vraag is alleen andermaal of dat alles in reële termen zal leiden tot een absolute vermindering van de druk op de planeet. Als dat niet zo is, dan zou het minstens aangewezen zijn om niet alles te verwachten van eco-efficiëntie en dus tegelijk een aantrekkelijk en geloofwaardig verhaal uit werken over een “genoeg”.

Groene groei gelooft iets te gemakkelijk in de universele win-win. Zo verscheen onlangs een zeer boeiend rapport van het International Resource Panel van UNEP. Het rapport wil een overtuigende business case maken van een beleid van resource efficiency. Het is indrukwekkend te zien hoeveel interessant materiaal is samengebracht in dat rapport.

Groene groei gelooft iets te gemakkelijk in de universele win-win.

Kiezen voor een ambitieus beleid van grotere hulpbronnenefficiëntie is nuttig, haalbaar en interessant. Het zou dom zijn om het niet te doen, ook al zal het moeilijk zijn. Een van de lessen daarbij is overigens wel dat de markt alleen dat niet kan doen, er is wel degelijk nood aan sturend beleid (via doelstellingen en fiscaliteit).

Als we niets doen, zal bij ongewijzigd beleid het gebruik van natuurlijke hulpbronnen van nu tot 2050 stijgen van 85 miljard naar 186 miljard ton, wat neerkomt op 71% toename per capita.

Alleen is de vraag hier opnieuw: zal dit beleid volstaan om te komen tot een absolute ontkoppeling tussen economische ontwikkeling en druk op de planeet? Wat lees je in het rapport? “Indeed, in contrast to the long-run relative decoupling trend over the 20th century, recent years’ data suggest that resource extraction has begun to increase at a faster rate than GDP, suggestive of ‘recoupling’.”

Een ander onderzoek, van MIT, zegt het ook met zoveel woorden: technologische vooruitgang op zich zal niet volstaan. De vaak grote stijging in efficiënt gebruik van materialen wordt veelal tenietgedaan door toenemende consumptie.

De urgentie van de uitdaging is zo groot dat we het ons niet kunnen permitteren om vervelende of ongemakkelijke waarheden nog jaren voor ons uit te schuiven.

Wil dat alles zeggen dat het niet zinvol zou zijn om werk te maken van resource efficiency? Nee, natuurlijk niet. Het is alleen niet zinvol om van dat spoor alles te verwachten en zo te hopen dat je niet zult moeten nadenken over de reële planetaire grenzen.

De urgentie van de uitdaging is zo groot dat we het ons niet kunnen permitteren om vervelende of ongemakkelijke waarheden nog jaren voor ons uit te schuiven.

Laten we dus nu beginnen met voluit te investeren in een economisch model en een economische wetenschap die vertrekken van die planetaire grenzen, en niet van het ten koste van alles willen bestendigen van een klassiek groeimodel, zoals ook Tim Jackson onlangs nog uitlegde in Brussel. Dat is een kwestie van rechtvaardigheid.

Laten we vooral het concept vooruitgang niet opgeven. Als we dat alleen maar kunnen begrijpen als “steeds meer”, dan zal het tot minder welvaart voor velen leiden. Als we het aandurven om ook een minder – en dan in de zin van echt minder druk op de planeet – op te nemen in ons denken over vooruitgang, dan krijgen we uitzicht op meer rechtvaardige levenskansen voor meer mensen.

En dat is echte vooruitgang.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Beleidsmedewerker Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

    Jan Mertens woont in Leuven, werkt voor de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, en is onder meer ook actief in de denktank Oikos.

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.