Tien manieren om het klimaat te redden zonder akkoord

Het ziet er niet naar uit dat de VN-Klimaatconferentie in het Zuid-Afrikaanse Durban eind 2011 een nieuw akkoord zal opleveren. De onderhandelingen worden steeds complexer en de onderlinge relaties blijven gespannen. Ondanks die politieke impasse komen wereldwijd initiatieven op gang die de lagekoolstofmaatschappij moeten vormgeven. De vraag is of ze in staat zijn op korte termijn de nodige trendbreuk te realiseren.

  • Robert Thomson Een windmolenpark in Dabancheng, provincie Xinjiang, China. China is wereldkampioen in windenergie. Robert Thomson
  • Francisco Martins De metro van Delhi. Dankzij de metro is de uitstoot van uitlaatgassen in de Indiase stad afgenomen met 630.000 ton per jaar. Francisco Martins

In de aanloop naar de VN-Klimaattop van Durban (van 29 november tot 9 december) is de internationale conjunctuur niet bepaald gunstig om tot snelle toegevingen te komen aan de onderhandelingstafel. Europa worstelt met een zware economische crisis en in de VS wil president Obama zijn politiek krediet liever in andere zaken investeren dan in klimaatdiscussies. Zonder een bindend engagement van de VS is ook China niet bereid verplichte reductienormen op zich te nemen. Terwijl de ontwikkelingslanden pleiten voor een Kyotoprotocol II met enkel bindende verplichtingen voor rijke landen, willen Japan, Rusland en Canada daar niet van weten. Japan pleit voor een nieuw globaal akkoord waarin ook groeilanden verplichte normen voor CO2-reductie opgelegd krijgen, een standpunt dat ook Europa gunstig gezind is. Van vertrouwen, een coöperatieve geest en een gezamenlijke visie is er niet echt sprake. Professor Hans Bruynickx van de K.U.Leuven is zeer kritisch: ‘Ik zie niet hoe het interstatelijk systeem uit deze impasse zal geraken.’

De baanbrekers

Het goede nieuws is dat, ondanks het uitblijven van een akkoord, het discours wel is doorgesijpeld. Wereldwijd zijn processen op gang gekomen –hetzij van vrijwillige voorlopers, hetzij afgedwongen door regelgeving of natuurrampen– die de samenleving een nieuwe gedaante geven. Uit die bonte waaier van initiatieven blijkt hoe de klimaatproblematiek onze samenleving in een andere richting stuurt.

1. Zuid-Korea: gezamenlijke bestemming

Azië stoot het meeste broeikasgassen uit. Toch is de regio goed op weg om voortrekker te worden in het vergroenen van de economie. Vooral Zuid-Korea trekt wereldwijd de aandacht. Op de VN-Klimaatconferentie in Kopenhagen (2009) pakte het land uit met zijn Groene Groei-plan. Samengevat: ‘We moeten het paradigma van de groei omvormen.’ Zuid-Korea heeft die transitie naar een groene economie inmiddels vertaald in een vijfjarenplan. Dat is gericht op investeringen in onderzoek en ontwikkeling voor batterijen, elektrische wagens en hernieuwbare energie. Zuid-Korea wil ook een leidende rol spelen om Azië op weg te helpen naar een lagekoolstofmaatschappij. Om dat te realiseren, werd het Global Green Growth Institute opgericht, dat pilootprojecten opzet en partnerships stimuleert. Het instituut ondersteunt bijvoorbeeld Kazachstan bij het uittekenen van een eigen Groene Groei-plan. Daarbij staat technologie voor klimaatmaatregelen, groene economie en energie- en watermanagement centraal. Begin september werd ook een samenwerking ondertekend met het Mexicaanse ministerie van Milieu en Natuurlijke Rijkdommen. Zuid-Korea gaat Mexico helpen met capaciteitsopbouw en de twee landen gaan ook ervaringen uitwisselen.

‘Het feit dat de idee van groene groei aanslaat, wijst erop dat de mensheid zich bewust wordt van haar gezamenlijke bestemming’, zei president Lee Myung-bak op een conferentie in september. ‘Tal van problemen in onze onderling verbonden wereld zijn gemeenschappelijke problemen die een antwoord op internationaal niveau vereisen. Het is van cruciaal belang dat de mensheid een groter gevoel van verantwoordelijkheid aan de dag legt en de inspanningen verdiept.’

2. China, kampioen in windenergie

China is de VS voorbijgestoken als grootste CO2-uitstoter. Toch doet Beijing heel wat inspanningen om de uitstoot af te remmen. In China’s twaalfde vijfjarenplan voor economische ontwikkeling zijn duidelijke doelstellingen opgenomen voor energiebesparing en hernieuwbare energie (wind-, zonne-, biomassa- en geothermische energie). China wil tegen 2020 vijftien procent van zijn energie uit hernieuwbare bronnen halen, tegenover zo’n tien procent nu.

China produceert 23 procent van alle windenergie op de wereld. Het gaat om bijna 45.000 megawatt (zeventig procent meer dan in 2009). Tegen 2015 wil China die capaciteit verdubbelen. Ter vergelijking: de EU is goed voor 43 procent van de totale windenergieproductie, de VS voor twintig procent. In 2011 steeg op wereldvlak het aandeel windenergie met 38.000 megawatt tot een totaal van 197.000 megawatt. Dat is drie keer zoveel als in 2006 en negen keer zoveel als tien jaar geleden.

3. Japan: met dank aan Fukushima

Groot was de consternatie op de VN-Klimaattop in Cancún (2010) toen Japan bekendmaakte dat het zich niet wilde engageren om het Kyotoprotocol verder te zetten. Het herhaalde dat standpunt onlangs op een conferentie van het European Policy Center (EPC) in Brussel. De Japanse houding heeft alles te maken met concurrent China, dat geen reductieverplichtingen heeft indien het Kyotoprotocol verlengd zou worden. Japan voert echter wel een doorgedreven klimaatbeleid en de nucleaire ramp in Fukushima heeft dat nog kracht bijgezet. De Japanse overheid legde in maart een energiebesparing op van twintig procent voor het verkeer, de industrie en de particuliere gezinnen. ‘We zijn erin geslaagd’, zei de Japanse klimaatexpert Hironori Hamanka triomfantelijk op de EPC-conferentie. ‘Vóór Fukushima was ons dat nooit gelukt. We moeten nog duidelijker communiceren dat we gevaar lopen als we ons energie- en grondstoffengebruik niet drastisch reduceren.’

4. India: ontwikkeling heruitvinden

Op de klimaatconferentie van Kopenhagen beloofde India om zijn economie zo te hervormen dat de uitstoot tegen 2020 met een vijfde tot een kwart zou verminderen ten opzichte van business as usual (dat betekent: ten opzichte van wat het land zou uitstoten indien het de normale curve zou volgen en geen middelen zou inzetten om de uitstoot in te perken). Volgens een studie van het Center for Science and Environment (CSE) in Delhi zijn de zware vervuilers op weg om die doelstelling te halen. Het gaat om de sectoren van energie, staal, aluminium, cement, papier en kunstmest. Sunita Narain, directeur van het CSE, juicht de inspanningen toe maar noemt ze “laag hangende vruchten”. Nairan: ‘De inspanningen moeten verder gaan als we ook na 2020 nog resultaat willen boeken.’ Zij stelt een andere invulling van groei en ontwikkeling voor, een nieuw concept dat nog moet uitgevonden worden. Narain wijst daarbij op de miljoenen armen in India die de motor kunnen zijn om het land tot een grondige ommekeer te dwingen.

De Indiase armen slaagden erin verschillende grootschalige projecten te doen afblazen omwille van hun milieu-impact. Narain: ‘Nagenoeg alle industriële en infrastructuurprojecten in India –gaande van mijnbouw over thermische, hydro- en nucleaire energie, tot cement- en staalprojecten– worden aangevallen door gemeenschappen die vrezen dat hun overleven bedreigd wordt. Wat anderen “ontwikkeling” noemen, is een pad dat hen steeds armer maakt. India moet een weg vinden om zich te ontwikkelen, met inbegrip van deze groep armen.’

Dit is het kritieke decennium. We moeten voorbij de tirannie van het nu.
Ook in Latijns-Amerika groeit die beweging, van Mexico over Brazilië en de Andeslanden tot in Patagonië. Mijnbouwprojecten worden afgevoerd, olieconcessies bemoeilijkt, ontbossing bestreden en infrastructuurprojecten tegengehouden.

5. Latijns-Amerika: REDD de bossen

Veertig procent van Latijns-Amerika is bedekt met tropisch woud. Klimaatbeleid in de regio bestaat dan ook voor een groot deel uit het terugdringen van uitstoot door ontbossing tegen te gaan en bosherstel te stimuleren –REDD in het jargon. Brazilië engageert zich om de ontbossing van het Amazonewoud tegen 2020 met zeventig procent te verminderen, wat een daling van 4,8 miljard ton CO2 zou opleveren. Dat is meer dan wat de industrielanden volgens het Kyotoprotocol moeten bereiken.

In de regio staat Costa Rica aan de top. Tegen de tweehonderdste verjaardag van zijn onafhankelijkheid, in 2021, wil het klimaatneutraal zijn. Nu al haalt het land 96 procent van zijn elektriciteit uit hernieuwbare bronnen. Het voorbije decennium heeft Costa Rica bovendien zijn bosareaal met tien procent uitgebreid. Ook Cuba zet zich als geen ander in voor energiebesparing en hernieuwbare energie.

6. Afrika, gedwongen om aan te passen

Historisch gezien heeft Afrika amper vier procent van alle broeikasgassen uitgestoten. Toch wordt uitgerekend Afrika erg hard getroffen door de klimaatverandering –denk maar aan de droogte in de Hoorn van Afrika en de stroom van klimaatvluchtelingen. Naast hernieuwbare energie en de strijd tegen ontbossing zet Afrika dan ook volop in op “slimme” landbouw: die vorm van landbouw die weerstand biedt aan droogte en overstromingen. In september ondertekenden energieministers van verschillende Afrikaanse landen de Johannesburg-verklaring, een oproep aan financiële instellingen en rijke landen om Afrika te ondersteunen bij de ontwikkeling van zo’n klimaatbestendig landbouwmodel.

7. Ontwikkelingslanden engageren zich

Na de klimaattop van Kopenhagen (2009) werd aan alle landen van de klimaatconventie gevraagd hun vrijwillige bijdrage voor de reductie van broeikasgassen bekend te maken. Alleen van de Minst Ontwikkelde Landen wordt zo’n aanbod niet verwacht.

De ontwikkelingslanden beloofden 2,3 miljard ton CO2 minder uit te stoten tegen 2020, de rijke landen amper 0,8 tot 1,8 miljard. China beloofde ervoor te zorgen dat de CO2-emissies per eenheid bnp tegen 2020 met 40 tot 45 procent zouden krimpen ten opzichte van 2005. In mensentaal: China gaat proberen met minder energie dezelfde hoeveelheid producten te produceren . Ook Brazilië zette de ambitieuze doelstelling voorop om de groei van de uitstoot af te remmen met 38 tot 42 procent tegen 2020. Zuid-Afrika belooft in zijn klimaatplan om de afhankelijkheid van steenkool af te bouwen, de emissies te laten pieken tegen 2020-2025 en na 2030 aan de afbouw te beginnen.

8. Duitsland, Europese koploper

Europa wil tegen 2020 twintig procent minder CO2 uitstoten. Als andere landen gelijkwaardige inspanningen leveren wil de EU die doelstelling optrekken tot dertig procent.

Maar Duitsland heeft zich unilateraal tot doel gesteld om tot veertig procent te gaan, zelfs met een uitdoofbeleid voor de kernenergie. Goed nieuws voor Europa is dat in 2010 de olieconsumptie is gedaald met 1,1 procent –een daling voor het vierde jaar op rij– terwijl die in 2010 wereldwijd met 3,1 procent is gestegen. Een derde van die stijging van het voorbije jaar komt op rekening van China, dat goed is voor tien procent van de wereldwijde olieconsumptie.

9. Steden maken het verschil

Meer dan de helft van de wereldbevolking woont in de stad. Tegen 2050 zullen acht op de tien in verstedelijkte gebieden wonen. Het Internationale Netwerk van Lokale Groene Initiatieven (ICLEI) –met 1220 aangesloten steden– is ervan overtuigd dat steden het verschil kunnen maken. 900 steden engageren zich in het programma Steden voor klimaatbescherming en willen tegen 2020 zowat 35 tot 40 procent minder uitstoten. Om de transitie naar duurzaamheid aan te moedigen, heeft de Europese Commissie het initiatief Europese Groene Hoofdstad in het leven geroepen. Dat meet over een periode van tien jaar het klimaatbeleid van steden op volgens tien indicatoren. Stockholm werd in 2010 als eerste uitgeroepen tot de Europese Groene Hoofdstad. Dit jaar is Hamburg aan de beurt. In 2012 gaat de eer naar Vitoria-Gasteiz in Baskenland, in 2013 naar Nantes. Brussels minister voor Milieu Evelyne Huytebroeck (Ecolo) doet er alles aan om in 2014 de eer in de wacht te slepen.

10. Transitiebeweging: het verborgen potentieel mobiliseren

Gezien de politieke impasse, slaan wereldwijd ook bewuste burgers de handen in elkaar om zich te bufferen tegen de schokken van de komende klimaat- en oliecrisis. Hierover kan u meer lezen in het interview met Rob Hopkins, dat eveneens verscheen in MO*magazine december 2011.

Voorbij de tirannie van het nu

Het is geen toeval dat de volgende klimaatconferentie uitgerekend in Durban plaatsvindt. Afrika wil niet aan zijn lot worden overgelaten. Het heeft de rijke landen nodig en wil dat het klimaatoverleg multilateraal blijft. De druk om tot een akkoord te komen, neemt alsmaar toe.

Sinds het klimaatprobleem in 1990 op de internationale agenda kwam, is de globale uitstoot van broeikasgassen met 35 procent toegenomen. Door de economische crisis van 2008 daalde de wereldwijde uitstoot met 300 megaton, maar in 2010 keerde de trend opnieuw.

Als de emissies blijven toenemen zoals in 2010, zal de temperatuur op aarde voor het einde van de eeuw twee graden Celcius hoger liggen.

Gezaghebbende wetenschappers, zoals de klimaatexpert Hans Joachim Shellnhuber van het Potsdam-instituut, stellen dat we goed op weg zijn naar een opwarming van drie tot vier graden Celcius tegen het einde van de eeuw en zes tot acht graden Celcius tegen 2300. ‘De globale opwarming indijken is een kwestie van menselijke waardigheid, ook voor de toekomstige generaties’, zei Shellnhuber in september op een klimaatconferentie in Australië. Volgens Shellnhuber is het dringend tijd om alles in het werk zetten: alle technologische middelen maar ook alle beleidskeuzes die een omslag moeten mogelijk maken. De uitstoot moet afnemen na 2020 want anders gaat het allemaal ontzettend veel duurder worden. Shellnhuber: ‘Dit is het kritieke decennium. We moeten voorbij de tirannie van het nu.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2770   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2770  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.