‘Smaaklik!’: Zuid-Afrikaanse blik op Ledeberg

Ismail Farouk, geograaf en stadskunstenaar

In 2008 werd de Zuid-Afrikaan Ismail Farouk geselecteerd door Africalia en de stad Gent om een kunstwerk te ontwerpen voor de gemeente Ledeberg. Op zijn functioneel kunstwerk ‘Smaaklik’ is het nog even wachten, maar intussen deelt Farouk met MO* alvast zijn visie op ruimte en samenleven in Ledeberg, Europa en thuisland Zuid-Afrika.

  • Bart Lasuy Ismail Farouk. Bart Lasuy

Op een van die zeldzame zonnige lentedagen in maart ontmoet ik Ismail Farouk in Gent. Hij wacht me op voor het café van de Vooruit, terwijl hij rustig en met open blik zijn omgeving in zich opneemt. Later legt hij me uit dat dat zijn manier van werken is: al zijn zintuigen inzetten door te letten op de ritmes in het komen en gaan van mensen, op geluiden, geuren en kleuren, om uiteindelijk uit te komen bij een project of kunstwerk dat op maat gesneden is voor de plek in kwestie.

Ismail Farouk gelooft niet in statische kunst zoals standbeelden of monumenten in publieke ruimtes. De openbare weg is constant in beweging, er is een komen en gaan van mensen, activiteiten en functies. ‘Stadsontwikkelaars zien de publieke ruimte als het ultieme teken van sociale samenhang’, zegt Farouk. ‘Maar ze hebben vaak een heel rigide kijk op sociale cohesie en zetten daarom botte en inefficiënte instrumenten in’, vindt de kunstenaar.

In een van zijn eerste rapporten over Ledeberg merkt hij op dat louter een simpele opsmuk van de woningen of de wijk er alleen maar voor zorgt dat minderbedeelde gemeenschappen wegtrekken op zoek naar andere, betaalbare oorden. ‘Hierin schuilt voor velen de rol van de kunstenaar’, zegt Farouk over zijn functie. ‘Artiesten worden geacht cultuurgestuurde mechanismen te gebruiken om interactie met meer diepgang te bewerkstelligen. Anders dan bij stadsontwikkelaars mag het bij kunstenaars juist niet om hem of haar gaan maar moet het draaien om de gemeenschappen die er leven’, specificeert Farouk. In zo’n onderneming kruipt echter veel tijd en energie. Er moeten ook geld en visie in de gemeenschappen geïnvesteerd worden. ‘Dat is een hele uitdaging, zeker als je een buitenstaander bent en niet in dezelfde stad woont. Dan is het bijna onmogelijk’, zegt hij over zijn opdracht.

Dat inzicht hield hem niet tegen om in de afgelopen jaren, trouw aan zijn eigen visie op kunst, verschillende keren af te zakken naar het Ledebergplein, om voeling te krijgen met de omgeving en de mensen, met het kloppende hart van de gemeente.

Gek van kunst

Ismail Farouk is een kunstenaar-wetenschapper die al twaalf jaar in het onderzoek zit. Met een master in de humane geografie en schone kunsten op zak werkt hij nu in Kaapstad, tussen een dozijn andere stadsprojecten in, aan zijn doctoraat. Farouk groeide op in Lenasia, een Indiase township op 25 kilometer van Johannesburg, tijdens de hoogdagen van de apartheid. Altijd geïnteresseerd in kunst deed hij zijn middelbaar in een van de weinige kunstscholen die toegankelijk waren voor kleurlingen. Toen zijn ouders halverwege zijn jeugd beslisten meer zuidwaarts te trekken, maakte hij dagelijks een reis van veertig kilometer om naar school te gaan. ‘Zo werd ik dagelijks blootgesteld aan de gescheiden geografie van de Zuid-Afrikaanse steden onder de apartheid.’ Het waren interessante tijden om school te lopen. ‘Er was altijd politie aan onze school. Er waren boycots, protestmarsen, stakingen, studentenleiders werden gearresteerd.’

‘Als ik naar de lichaamstaal van kleurlingen kijk die het Ledebergplein oversteken, doet me dat aan de apartheidstijd denken.’

Die gebeurtenissen en een inspirerende leerkracht die hem de schilderkunst deed ontdekken, openden van jongs af zijn wereld. ‘Ik werd me acuut bewust van de sociale verdeeldheid en de ruimtelijke afscheidingen in onze steden. Hieruit haal ik de inspiratie voor mijn werk.’

In zijn eigen land is Farouk vooral gefascineerd door de informele economie waarin vele migranten in Zuid-Afrika hun kost proberen te verdienen. Zo deed hij in Johannesburg een project met zogenaamde ‘trolleypushers’, mensen die in de binnenstad hun diensten aanbieden aan klanten om bagage en ander zwaar materiaal te vervoeren met winkelkarretjes. ‘De trolleypushers zijn in de criminaliteit gedrumd omdat de winkelkarretjes in eerste instantie gestolen werden van de grote winkelketens, meestal niet door henzelf maar door georganiseerde tussenhandelaars. De pushers krijgen vaak maar een fractie van de gevraagde som voor hun diensten, omdat klanten weten dat ze in de illegaliteit opereren.’

Ze worden regelmatig voor het weekend gearresteerd, weer vrijgelaten na het weekend en een grote boete opgelegd. ‘In ons project met de trolleypushers creëerden we een legaal alternatief voor de winkelkarretjes. We plaatsten er camera’s in om de politie te filmen en zo bewijsmateriaal te hebben en deelden pamfletten uit in zeven talen met juridisch advies over wat te doen bij een arrestatie.’

Toen tijdens de wereldbeker voetbal in 2010 een oude antirondhangwet van onder het apartheidsstof werd gehaald, verzette hij zich er samen met andere organisaties tegen. ‘Het was een ware sociale opkuisoperatie, die er op neerkomt dat je als zwarte man op de straat simpelweg gearresteerd kunt worden. Dat staat haaks op onze grondwet. We hebben er via juridische bijstand op toegezien dat van elk geval een zaak werd gemaakt’, vertelt hij met veel vuur.

Functioneel

‘Smakelijk’, zegt hij glimlachend wanneer we in onze pasta prikken, ook al kunnen peper, zout en tabasco niets verhelpen aan het voor hem smakeloze gerecht. Ik ben erg benieuwd naar de indruk die een doorsnee Vlaamse voorstad nalaat op iemand die letterlijk van de andere kant van de wereld komt en vooral op iemand die de moeite neemt om echt te kijken.

Farouk spreekt als een pretentieloze wetenschapper met de sensibiliteit van een kunstenaar. Zijn antwoorden hebben diepgang en zijn weloverwogen. In Ledeberg richtte hij zijn blik vooral op plaatsen van consumptie in en om het plein. ‘Daar heb je vrij homogene groepen’, merkt hij op. ‘Je hebt die typische Belgische bars waar je bijna uitsluitend blanke mensen ziet. Hetzelfde geldt voor de Turkse bars, waar je geen vrouwen of andere etnische groepen vindt.’ Daartussenin vond hij toch ruimtes waar mensen met verschillende achtergrond elkaar wel tegenkomen. Zo is er de Turkse bakkerij Aktief, of de eettafel van kunstenares Daniela, die mensen van overal bij haar uitnodigt om te koken of een babbeltje te slaan. ‘Voedsel is een centraal element in de menselijke interactie’, distilleert hij uit die observaties.

Eten was ook de inspiratiebron voor het werk dat hij voorstelde aan Ledeberg: een elf meter lange constructie met verschillende niveaus, waarvan de componenten samen het Afrikaanse woord ‘smaaklik’ (smakelijk) vormen. ‘Het leunt dicht aan bij het Nederlands en tegelijkertijd zit er, zoals gestipuleerd in mijn opdracht, een Afrikaans element in het kunstwerk.’ Hij voegt er grinnikend aan toe: ‘Ook al verwachten mensen bij dat laatste misschien meer iets met een luipaardprint.’ Om het puur statische te overstijgen injecteert hij dynamiek in zijn kunstwerk door het functioneel te maken. Smaaklik fungeert als een zitruimte, een plaats waar mensen op de bus of tram kunnen wachten, waar concerten of voordrachten gehouden kunnen worden, mogelijks als een openbare plek waar voorbijgangers toegang hebben tot het internet.

Regenboog

We eindigen onze ontmoeting op de zonnige trappen van een theater in hartje Gent met een extra smaakvolle kop koffie. Na zijn verhalen en zijn studie van de Ledebergse microkosmos vraag ik me af waar het hem het beste leven lijkt.

‘In mijn werk kijk ik naar alle mogelijke details en expressievormen. Wanneer ik naar de lichaamstaal van kleurlingen kijk die het Ledebergplein oversteken, doet me dat aan de apartheidstijd denken. Dat is confronterend. Je merkt dat mensen op hun tippen lopen en zich niet vrij voelen.’ Over zijn thuisland is hij heel wat optimistischer. ‘In Zuid-Afrika moeten we nog een hele weg afleggen. De verschillen in economische kansen zijn er nog steeds, maar de grootste scheidingslijnen houden nu vooral verband met klasse.’

Als hij naar Europa of Amerika reist, is hij altijd op zijn hoede. Hij herinnert me aan de strenge visumregels die gelden voor niet-Europeanen en de algemene achterdocht tegenover kleuringen en niet-westerse namen. De vele vervelende douaneanekdotes die hij aan elkaar rijgt, liegen er niet om. ‘Raciaal gezien is Zuid-Afrika een van de meest progressieve landen in de wereld. Het is een van de enige plaatsen waar je je echt kunt ontspannen.’ En hij voegt er trots aan toe: ‘Het is niet voor niets dat we de regenboognatie worden genoemd.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.