De toekomst van onze planeet ligt in handen van 58 mensen

Voor wie het gemist mocht hebben, het klimaatpanel IPCC van de Verenigde Naties heeft het derde en laatste deel van zijn klimaatrapport gepubliceerd op 13 april. Het stelt daarin ronduit dat we nog maar vijftien jaar hebben om een kritieke, wereldwijde temperatuurstijging van 2 graden te voorkomen. Lukt dat niet, dan zijn de gevolgen dramatisch.

Alleen de meest slechtzienden realiseren zich niet wat die gevolgen zijn – van een stijging van de zeespiegel tot meer stormen en orkanen (steeds vaker in gebieden die daar voorheen niet mee te maken hadden) en een negatieve impact op de voedselproductie.

In een normale, betrokken wereld, waarin minstens 83 procent van de mensen die nu leven over vijftien jaar nog leeft, zou dit rapport moeten inslaan als een bom. In plaats daarvan heeft geen enkele leider van de 196 landen waarin de 7,5 miljard “consumenten” op aarde wonen, er iets over gezegd. Het is gewoon ‘business as usual’.

Mens niet superieur

Antropologen die de gelijkenissen en verschillen tussen mensen en andere diersoorten bestuderen, concludeerden lang geleden dat mensen niet op elk terrein superieur zijn. Veel dieren zijn bijvoorbeeld beter dan mensen in staat aardbevingen, orkanen en andere natuurrampen te overleven. Je kunt er zeker van zijn dat, op dit moment, andere dieren tekenen van alertheid en ongerustheid zouden vertonen.

Het eerste deel van het rapport, dat in september 2013 werd gepresenteerd in Stockholm, stelde met 95 procent zekerheid of meer dat mensen de belangrijkste oorzaak zijn van de opwarming van de aarde. Het tweede deel, dat eind maart in Yokohama werd gepresenteerd, rapporteerde dat “in de afgelopen decennia, veranderingen in het klimaat gevolgen hebben gehad voor natuurlijke en menselijke systemen op alle continenten en in de oceanen.”

Het IPCC bestaat uit meer dan tweeduizend wetenschappers en het is de eerste keer sinds de oprichting in 1988 door de Verenigde Naties, dat het panel tot stevige en definitieve conclusies komt.

De belangrijkste conclusie van het rapport is dat de uitstoot van broeikasgassen met 40 tot 70 procent teruggedrongen moet worden voor 2050, om de race naar het ‘point of no return’ te vertragen. En dat “alleen grote institutionele en technologische veranderingen ertoe kunnen leiden dat we een goede kans maken” de opwarming van de aarde onder de kritieke grens te houden. Deze veranderingen zouden op zijn laatst in de komende vijftien jaar moeten beginnen en zijn afgerond binnen 35 jaar.

Het is de moeite waard erop te wijzen dat pakweg de helft van de wereldbevolking jonger is dan dertig jaar. Het zullen vooral deze jongeren zijn die de enorme kosten moeten dragen van de strijd tegen de klimaatverandering.

Noorden vs Zuiden

De belangrijkste aanbeveling van het IPCC is eenvoudig: grote economieën moeten een belasting heffen op CO2-vervuiling, de prijs van fossiele brandstoffen verhogen en zo de markt in de richting van schone energiebronnen zoals wind, zon of kernenergie sturen. Dit is het terrein waarop de “grote institutionele veranderingen” nodig zijn.

Tien landen zijn verantwoordelijk voor 70 procent van de totale vervuiling met broeikasgassen in de wereld. De Verenigde Staten en China nemen daarvan 55 procent voor hun rekening. Beide landen zetten serieuze stappen om de vervuiling te bestrijden.

De Amerikaanse president Barack Obama probeerde tevergeefs steun van de Senaat te krijgen, en gebruikte zijn bevoegdheid onder de Clean Air Act uit 1970 om de CO2-vervuiling door auto’s en fabrieken te verminderen en schone technologie aan te moedigen. Maar hij kan verder weinig doen zonder steun van de Senaat.

De machtige nieuwe president van China, Xi Jinping, heeft het milieu tot prioriteit verheven, ook omdat officiële bronnen het aantal jaarlijkse doden in China als gevolg van vervuiling op 5 miljoen schatten.

Maar China heeft kolen nodig om te groeien, en het standpunt van Xi is: “Waarom moeten wij onze ontwikkeling vertragen, terwijl jullie, de rijke landen het probleem veroorzaakt hebben met jullie groei?”

Daardoor ontstaat een vicieuze cirkel. De landen in het Zuiden willen dat de rijke landen hun kosten om de vervuiling terug te dringen betalen, en de landen in het Noorden willen dat ze stoppen met vervuilen.

Het gevolg is dat in de samenvattende conclusie van het rapport, bedoeld voor politieke leiders, tabellen ontbreken waaruit geconcludeerd kan worden dat het Zuiden meer moet doen. Tegelijkertijd hebben de rijke landen druk uitgeoefend om formuleringen te voorkomen waaruit opgemaakt zou kunnen worden dat zij financiële verplichtingen moeten aangaan.

Hierdoor zou het gemakkelijker worden om een overeenkomst te bereiken tijdens de volgende Conferentie van Partijen bij het Raamverdrag inzake Klimaatverandering (UNFCCC) in Lima (we herinneren ons nog de rampzalige uitkomst van klimaatgesprekken in Kopenhagen in 2009).

VS heeft de sleutel

De sleutel tot een overeenkomst ligt in handen van de VS. Het Amerikaanse Congres heeft elk initiatief om iets aan de klimaatverandering te doen geblokkeerd, en daarmee China, India en andere vervuilers een gemakkelijk excuus gegeven: waarom moet zij verplichtingen aangaan en offers brengen, als de VS niet meedoen?

Het probleem is dat de Republikeinen klimaatontkenning tot een van de pijlers van hun identiteit hebben gemaakt. Ze ontkennen en ridiculiseren de klimaatverandering en vallen Democraten aan die voorstander zijn van een CO2-heffing; zij zouden uit zijn op een ‘oorlog tegen kolen’. De Amerikaanse energie-industrie steunt de Republikeinse partij financieel en de klimaatverandering aan de kaak stellen wordt gezien als politieke zelfmoord.

De laatste keer dat een CO2-belasting werd voorgesteld, was in 2009. Dat plan kreeg steun in het door Democraten beheerste Huis van Afgevaardigden, maar strandde in de door de Republikeinen gedomineerde Senaat.

Bij de verkiezingen in 2010 raakten een aantal politici die voor de belasting stemden, hun zetel kwijt, wat bijdroeg aan de de Republikeinse machtsovername in het Huis. Degenen die verandering willen, zullen moeten wachten op de verkiezingen van 2016, in de hoop dat de nieuwe president in staat zal zijn de situatie te veranderen – een goed voorbeeld van waarom de oude Grieken hoop de laatste godin noemden.

Dit brengt ons bij een heel eenvoudige realiteit. De Amerikaanse Senaat telt honderd leden. Dat betekent dat er 51 stemmen nodig zijn om een wet die fossiele brandstoffen belast, tegen te houden. In China ligt de situatie anders, maar besluiten worden, uitgaand van de beste veronderstellingen, niet door de president alleen genomen, maar door het zeven leden tellende Centraal Comité dat de werkelijke macht heeft in de Communistische Partij.

In andere woorden, de toekomst van onze planeet ligt in handen van 58 personen. Tot zover onze democratische wereld, met de huidige wereldbevolking die de 7,7 miljard mensen nadert.

Roberto Savio is oprichter en oud-voorzitter van persagentschap Inter Press Service (IPS) en uitgever van Other News.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.