Acht zaken waar het echt over zou moeten gaan in Syrië

Op 23 oktober is het precies één maand geleden dat de Verenigde Staten luchtaanvallen tegen Islamitische Staat (IS) begon uit te voeren in Syrië. De Amerikaanse strategie is gericht op het ‘vernederen en uiteindelijk vernietigen’ van IS. Waarnemers zeggen echter dat deze militaire strategie dreigt een aantal cruciale elementen links te laten liggen die broodnodig zijn in het doorbreken van de status-quo in Syrië.

1. Verlies Assad niet uit het oog

Sinds 2011 maakte het Syrische regime meer dan 200.000 slachtoffers. De troepen van Assad schenden op grote schaal de mensenrechten en het internationale humanitaire recht. Het regime belegert hele steden en vluchtelingenkampen, arresteert en doodt burgers bij checkpoints of in geheime detentiecentra, en zet op grote schaal sluipschutters in.

Het Syrische regime neemt burgercentra onder vuur met raketten en zogenaamde “vaatbommen”, en gebruikt chemische wapens tegen zijn eigen bevolking. De snelle opmars van IS deed de aandacht van het Westen echter verschuiven naar de strijd tegen IS.

‘Als de internationale gemeenschap de terroristen wil stoppen, moet het evengoed het regime en zijn luchtaanvallen stoppen’

Waarnemers roepen de internationale gemeenschap op Assad niet uit het oog te verliezen. ‘Een legitiem bestuur in Syrië vereist veel meer dan enkel het verwijderen van Assad, maar het vertrek van Assad is wel een eerste stap hiernaartoe. Zonder een legitiem bestuur in Syrië zal de Islamitische Staat blijven oprukken’, aldus Fred Hof van de Amerikaanse denktank The Atlantic Council.

Iyas Kaadouni, een Syrische media-activist die in 2013 vluchtte naar ons land en nu in Berchem woont, waarschuwt in een gesprek met MO* voor de gevolgen wanneer het Syrische regime uit het oog wordt verloren.

‘De afgelopen weken bombardeert het regime non-stop de streek rond Aleppo, met een gebruik van vier tot vijf “vaatbommen” per dag. Het feit dat de Amerikanen daar niets tegen doen maakt de mensen woedend, en dreigt hen in de handen van IS te drijven. Niets ondernemen tegen de gruwel van het regime creëert een dankbare voedingsbodem voor IS. Als de internationale gemeenschap de terroristen wil stoppen, moet het evengoed het regime en zijn luchtaanvallen stoppen.’

2. Geef diplomatie een echte kans

Na de mislukte vredesgesprekken in Genève in januari 2014 bleef het stil aan het diplomatieke front. Hoewel alle betrokken partijen al in juni 2012 het belang van een “politieke transitie” benadrukten, bleef dit tot nog toe dode letter.

De grote lijnen van een diplomatieke doorbraak lijken nochtans duidelijk: de creatie van een overgangsregering zonder Assad en het betrekken van soennieten en Syrische minderheden in nieuwe politieke en militaire structuren.

De opmars van IS opent ironisch genoeg nieuwe perspectieven voor een diplomatieke doorbraak. Zowel Rusland als Iran zijn gealarmeerd over de snelle opmars van IS. Beide landen gaven in het verleden aan in de eerste plaats hun belangen in Syrië te willen vrijwaren, eerder dan een onvoorwaardelijke steun aan de persoon van Assad.  

De opmars van IS opent ironisch genoeg nieuwe perspectieven voor een diplomatieke doorbraak

Het afdwingen van een staakt-het-vuren en het overtuigen van Rusland en Iran om Assad te laten vallen moet voor veel waarnemers dan ook een diplomatieke topprioriteit zijn.

Het Assadregime is voor zijn overleven immers sterk afhankelijk van de financiële en militaire steun van Rusland en Iran.

Het Syrische regime rekruteert vooral nieuwe troepen uit de Syrische alawitische gemeenschap, die zich meer en meer afvraagt of Assad wel is opgewassen tegen IS.

Bomaanslagen en beelden van regimesoldaten en alawitische burgers die op gruwelijke wijze door IS worden afgeslacht stuurden een schokgolf door de alawitische gemeenschap. Ze doen de steun voor het regime langzaam aan afbrokkelen.

Het regime is zo steeds meer afhankelijk van Iran en Hezbollah voor het behouden van voldoende mankracht, terwijl het stilaan door zijn financiële reserves heen zit en afhankelijk is van Iraans geld voor de uitbetaling van soldaten en ambtenaren. Iran en Rusland leveren bovendien op grote schaal wapens aan Assad.

Een diplomatieke doorbraak voor Syrië lijkt wel enkel mogelijk als de toenemende koude-oorlogsretoriek tussen het Westen en Rusland een halt wordt toegeroepen en eind volgende maand een akkoord rond het Iraanse kernprogramma wordt bereikt.

3. Wapenleveringen brengen meer oorlog

Voorstanders van wapenleveringen aan de Syrische oppositie zien in de opmars van IS een nieuw bewijs voor de noodzaak van het bewapenen en trainen van het Vrije Syrische Leger, de koepel van de zogenaamde gematigde Syrische rebellen.

Zo’n strategie is niet zonder risico. Niet alleen bestaat het gevaar dat wapenleveringen onderschept worden door IS of andere extremistische bewegingen, het dreigt vooral bij te dragen aan een eindeloze cyclus van geweld wanneer Rusland en Iran als reactie ook besluiten hun wapenleveringen aan het regime op te voeren.

Een rapport van Conflict Armament Research toont hoe Amerikaanse wapens de afgelopen maanden in handen van IS vielen, terwijl de fundamentalistische terreurgroep nu ook claimt Amerikaanse wapenleveringen aan Koerdische strijders nabij de Turks-Syrische grens te hebben onderschept.

De “vijand van je vijand is je vriend” is niet altijd een goede leidraad

Melanie De Groof van het Brusselse onderzoekscentrum Groupe de Récherche et d’Information sur la Paix et la Sécurité (GRIP) zet zich in een lijvige paper uit 2013 eveneens af tegen wapenleveringen aan Syrische rebellen. Wapenleveringen aan gewapende rebellengroeperingen zijn volgens De Groof illegaal onder internationaal recht, terwijl een analyse van de toestand op het terrein toont dat wapens in de handen van Syrische rebellen evengoed gebruikt worden voor mensenrechtenschendingen of schendingen van het humanitaire recht.

Verschillende waarnemers, zoals de gerenommeerde Britse oorlogscorrespondent Robert Fisk, betwijfelen bovendien of er nog zoiets bestaat als een “gematigde” Syrische gewapende oppositie.

Een onderzoek van de Washington Post toont daarnaast dat Libische anti-Khadaffirebellen die in 2011 door het Westen getraind werden zich vanaf 2012 aansloten bij het Vrije Syrische Leger. Ze liepen vervolgens over naar het al-Nusrafront, en zouden zich nu willen aansluiten bij IS.

“De vijand van je vijand is je vriend” is niet altijd een goede leidraad, zoals ook bleek bij de westerse militaire steun aan anti-Russische Moedjahedienrebellen als Osama Bin Laden in het Afghanistan van de jaren 1980. Het zou volgens het Amerikaanse Ministerie van Defensie bovendien nog minstens een jaar duren om Syrische rebellen te selecteren en te trainen.

4. Snijd strijdende partijen af van wapentoevoer

Wapenleveringen leiden volgens De Groof bovendien tot een verdere eindeloze militarisering van het conflict. Die zienswijze wordt gedeeld door de Internationale Onderzoekscommissie voor Syrië van de Verenigde Naties: ‘Er is geen militaire oplossing voor dit conflict. Degenen die wapens willen leveren, creëren enkel een hersenspinsel van overwinning.’

Eerder dan nog meer wapens te leveren aan rebellen kunnen meer inspanningen gedaan worden om de wapenleveringen en wapensmokkel naar het regime en extremistische bewegingen een halt toe te roepen.

5. Veeg burgerslachtoffers niet onder de mat

Bij Amerikaanse luchtaanvallen tegen IS kwamen volgens het Syrische Netwerk voor de Mensenrechten in september alleen al 20 burgers om het leven. Het Syrian Observatory for Human Rights schat het aantal burgerslachtoffers afgelopen maand op 32 personen.

Dat is geen detail, integendeel: het dreigt IS enkel verder in de kaart te spelen.

‘Het is van vitaal belang bij aanvallen tegen ISIS dat de Verenigde Staten de eerdere lessen van Irak en Afghanistan rond het vermijden van schade aan burgers toepast. Indien burgers niet beschermd worden en indien de toegebrachte schade niet prompt erkend wordt, kan eender welk militair succes snel tenietgedaan worden’, aldus Marla Keenan van het Center for Civilians in Conflict.

Keenan vindt het cruciaal dat bij de planning van militaire operaties meer aandacht wordt besteed aan het minimaliseren van burgerleed en het respecteren van het internationaal recht en de internationale mensenrechtenwetgeving. 
Het Amerikaanse Ministerie van Defensie stelt dat de coalitie ‘erg voorzichtig’ is om geen burgerslachtoffers te maken. 

6. Vergeet het humanitaire niet

De humanitaire situatie in Syrië bevindt zich na 3,5 jaar oorlog op een absoluut dieptepunt. Meer dan drie miljoen Syriërs zijn naar de omliggende landen gevlucht, en 6,5 miljoen Syriërs zijn intern ontheemd. Tien miljoen Syriërs zijn volgens de VN afhankelijk van hulp. De landbouwsector en het elektriciteitsnetwerk zijn ingestort, en de prijzen van voedsel, basisgoederen en brandstof bereiken ongeziene hoogten.

‘Syrië is een perfecte illustratie van een eeuwigdurende regel in de internationale politiek: er lijkt nooit genoeg geld te zijn voor humanitaire projecten, maar er is altijd genoeg geld voor een militaire respons’

De aankomende winter dreigt de humanitaire crisis nog te verergeren, maar de VN slaagde er tot nog toe slechts in de helft van de nodige middelen voor 2014 in te zamelen. Europese regeringen lijken bovendien weigerachtig te staan tegenover het verzoek van de VN om meer Syrische vluchtelingen op te nemen.

Aron Lund, onderzoeker en hoofdredacteur van het project Syria in Crisis, stelt het als volgt: ‘Uiteindelijk is het een kwestie van prioriteiten. Zelfs wanneer miljarden werden gespendeerd aan militaire voorbereidingen en internationale leiders spraken over de dringende noodzaak van het redden van burgerlevens (met militaire middelen), werd de humanitaire oproep van de VN grotendeels genegeerd.’

‘Dat is een perfecte illustratie van een eeuwigdurende regel in de internationale politiek: er lijkt nooit genoeg geld te zijn om uit te geven aan humanitaire projecten die een sociale ineenstorting kunnen voorkomen, maar er is altijd genoeg geld voor een militaire respons wanneer geweld onvermijdelijk wordt.’

7. Herleid IS tot zijn ware proporties

Martin Dempsey, de stafchef van het Amerikaanse leger, beschreef IS (dat volgens de CIA over 30.000 strijders beschikt) eind augustus als een organisatie met een ‘apocalyptische en einde-der-dagen strategische visie.’

Deze zienswijze wordt in twijfel getrokken door Wayne White, voormalig adjuncthoofd van de inlichtingendienst voor het Midden-Oosten en Zuid-Azië van het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken, en nu verbonden aan de Amerikaanse denktank Middle East Institute.

‘ISIS is gevaarlijk, maar zijn aard en de bedreiging die ze vormt moet accuraat gedefinieerd worden’, aldus White, die er op wijst dat negentig procent van het grondgebied dat IS controleert woest en veelal dunbevolkt land is.

Peter Harling van de International Crisis Group wijst er bovendien op dat de internationale gemeenschap sinds juni 2014 storm loopt tegen een fenomeen dat het twee jaar lang ongemoeid liet. Hij stelt dat IS zich richt op gebieden waar het weinig verzet verwacht, en enkel in staat was het noordoosten van Syrië en Mosoel te veroveren dankzij de terugtrekking van het Syrische en Iraakse leger uit deze gebieden.

Wayne White plaatst ook kanttekeningen bij de omvang van IS: ‘Ondanks de omvang van zijn succes beschikt ISIS niet over een erg groot leger van toegewijde strijders. Fanatisme en het gebruik van terreur en “shock and awe”-technieken hebben de kracht van ISIS versterkt, maar ISIS heeft niet voldoende strijders om zijn hele grondgebied volledig te bezetten, waardoor het erg afhankelijk is van lokale bondgenoten.’

Een gezamenlijke internationale aanpak in het afsluiten van de Syrische en Irakese grenzen voor nieuwe strijders moet dan ook een topprioriteit zijn. Turkije heeft hier een belangrijke rol in te spelen, maar enkel en alleen de zwarte piet naar President Erdogan doorschuiven lijkt weinig te zullen uithalen op het terrein.

8. Herval niet in oude fouten

Een apocalyptische benadering van IS dreigt elke legitieme bedenking bij de internationale missie in Irak en Syrië te marginaliseren. Thomas Baum, directeur van het Vlaams Vredesinstituut, waarschuwde in een opiniestuk voor MO* eerder al voor de “fog of war” die altijd bij een oorlog komt kijken.

Baum benadrukt geen absolute pacifist te zijn die tegen elke vorm van militair ingrijpen is, maar stelt dat voorafgaand aan zo’n ingrijpen wel duidelijkheid moet bestaan over het internationale (juridische) kader, oprechte motivatie en duidelijke doelstellingen op korte én lange termijn.

‘Europese regeringen struikelden in de vroege dagen van de Arabische Lente over elkaar heen om te benadrukken dat ze hun les geleerd hadden: veiligheidsallianties met autocraten leiden niet tot stabiliteit. Zijn diezelfde leiders hun eigen waarschuwingen nu vergeten?’

Hij herinnert aan het belang van een langetermijnstrategie, eerder dan enkel F16’s te sturen elke keer de regio in brand staat. Baum pleit in dit verband voor de voorbereiding van een “peacekeeping”-missie van de VN. Deze zou over een voldoende robuust mandaat moeten beschikken om strijdende partijen uit elkaar te houden, ontwapening en heropbouw mogelijk te maken, en een inclusief politiek proces te ondersteunen.

Baum erkent dat dit niet eenvoudig is, maar vraagt zich af waarom deze piste zelfs niet eens geopperd werd in beleidskringen. ‘Dit alles wijst erop dat we vandaag niet vechten voor vrede, maar gewoon vechten.’

De strijd tegen IS dreigt er bovendien toe te leiden dat westerse regeringen opnieuw een oogje dichtknijpen voor de repressieve praktijken van dictatoriale regimes in de regio.

Richard Youngs, analist bij de denktank Carnegie Europe, waarschuwt Europese leiders niet te hervallen in oude fouten bij de strijd tegen IS.

‘Europese regeringen lijken terug te keren naar traditionele ideeën over stabiliteit en counterterrorisme in het Midden-Oosten. In de vroege dagen van de Arabische Lente struikelden ze over elkaar heen om te benadrukken dat ze hun les geleerd hadden: veiligheidsallianties met autocraten leiden niet tot stabiliteit. Zijn diezelfde leiders hun eigen waarschuwingen nu vergeten?’

Ook Frederic Wehrey, analist bij de Amerikaanse denktank Carnegie Endowment, waarschuwt het Westen geen oogje dicht te knijpen wanneer repressieve regimes hun onderdrukking van legitieme binnenlandse Islamitische oppositiegroepen rechtvaardigen onder de hernieuwde vlag van “counterterrorisme”.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.