Herman Portocarero: 'Cuba mag niet opnieuw een wingewest van de VS worden'

14 augustus wordt de Amerikaanse vlag opnieuw gehesen in Havana. Een gesprek met Herman Portocarero, rasdiplomaat met artiestenziel, over de toekomst van Cuba.

  • © Jonathan Ernst / Reuters In Washington DC is de Cubaanse ambassade op 20 juli heropend. © Jonathan Ernst / Reuters
  • European People's Party (CC BY 2.0) De Duitse politicus Weber, voorzitter van de christendemocratische fractie in het Europees parlement, verweet Tsipras begin juli dat hij de 'verkeerde politieke vrienden' had, waaronder Fidel Castro. European People's Party (CC BY 2.0)
  • © Belga Herman Portocarero: 'De grote vraag blijft voor ons hoe we een dialoog over mensenrechten kunnen hebben in Havana zonder de civiele samenleving aan tafel.' © Belga
  • Eric Parker (CC BY-NC 2.0) 'De publieke sector heeft nog altijd geen echte lonen en de banen in die sectoren staan nog altijd in de schaduw van zij die in het toerisme werken.' Eric Parker (CC BY-NC 2.0)

Het zijn heel warme dagen in Havana, zo klagen de Cubanen. En ook historische dagen. Naast de warmte heeft iedereen het over één zaak: de opening van de Amerikaanse ambassade vorige week maandag.

Na ruim een halve eeuw afwezigheid van de “Amerikaanse duivel” wordt dezer dagen de stekker uit één van de laatste koelkasten van de koude oorlog getrokken. Hoe deze ogenschijnlijke ontdooïng van de Cubaanse-Amerikaanse releaties zal uitpakken is een grote vraag voor menig José-met-de-pet.

Voor het eerst in de geschiedenis zou het wereldwijd beruchte socialistische eiland niet aan het infuus van één of andere machthebber liggen.

Nu al lopen vele vrouwen in Havana rond in vaak weinig flatterende broeken en shirts rond, geheel in print van de Amerikaanse vlag. Maar op 14 augustus zal de Amerikaanse vlag voor het eerst sinds 1961 opnieuw worden gehesen in aanwezigheid van de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken John Kerry en Raoul Castro. 

Het zal de gang van zaken in Cuba verbeteren hopen velen, fundamenteel veranderen vrezen vele anderen. Heel belangrijk is, zo meent Europees ambassadeur en Belgisch-Spaans diplomaat Herman Portocarero, dat de Cubaanse autoriteiten hun eieren niet meer in één mand leggen.

Het zou alleszins voor het eerst in de geschiedenis van het wereldwijd beruchte socialistische eiland zijn, dat het niet aan het infuus van één of andere machthebber zou liggen, zoals de laatste eeuwen het geval was met respectievelijk kolonisator Spanje, de VS, de Sovjet-Unie en Venezuela.

Volgens Portocarero hebben de Cubaanse krasse knarren van de revolutie dat intussen heel goed begrepen. Europa’s ambassadeur te Havana doet in elk geval zijn uiterste best om de familie Castro en anderen te overtuigen van het feit dat Europa en Cuba ‘gedeelde uitdagingen’ hebben. Bijvoorbeeld: hoe een economie te laten draaien en tegelijkertijd een sociale welvaartstaat op een redeljik niveau te houden.

Een interview in Havana met een ervaren rasdiplomaat met artiestenziel (hij is ook schrijver, muzikant en schilder), die tegelijk een politiek dier is met een uitgesproken mening. Iemand die geleerd heeft niet al te belerend te zijn, maar achter de schermen zijn gedacht durft zeggen.

Portocarero: Toen ik hier begon als ambassadeur eind 2012 leed Europa hier in Cuba onder heel slechte publiciteit. Wij waren allemaal extreem neoliberaal, het sociale systeem was in elkaar geklapt enzovoort. Natuurlijk werd de visie op Europa in Cuba sterk gevormd door wat er toen in Spanje gebeurde. Men interpreteerde dat alsof het sociale systeem in heel Europa in elkaar stortte en alsof we plots iedereen aan zijn lot overlieten.

‘Ik denk dat de Cubaanse autoriteiten bijna teleurgesteld zijn dat er een oplossing is gekomen rond Griekenland.’

Ik heb vanaf dag één hard gewerkt om dat beeld te nuanceren door uit te leggen dat we niet alle sociale beleid overboord hadden gegooid, maar dat er weer een scherp politiek debat werd gevoerd over hoe we ons sociaal-economisch systeem overeind moeten houden en hoe we jobs voor de jonge generaties kunnen scheppen.

Dit vertelde ik de Cubaanse autoriteiten: ‘Stop met ons te bekritiseren want julie zitten in exact dezelfde positie. Jullie hebben een verouderde bevolking, er is geen werk voor de jongeren die van de universiteit komen, er is een braindrain gaande en je hebt geen economische activiteit om je sociale systeem op te baseren. Dus laten we ons realiseren dat we in dezelfde boot zitten in plaats van elkaar te beschimpen.’

U beschrijft het bijna alsof er bij de Cubanen een soort van schadenfreude was ten aanzien van Europa?

Portocarero: Oh ja absoluut. Langs de ene kant kennen ze ons als degenen die anderen de les lezen over mensenrechten en aan de andere kant is er nog steeds die heel gevoelige post-koloniale relatie met Spanje, een land dat vereenzelvigd werd met de Europese Unie. Vandaar die negatieve pers.

Nu met de Griekse crisis hebben zowel Fidel als Raoul open brieven gestuurd naar Tsipras om hem te feliciteren met de weerstand tegen het kapitalisme en het neoliberalisme. De hidden message was natuurlijk dat de eurozone kapot gaat en dat de Grieken beter toenadering zouden zoeken tot Rusland en China want dat worden de nieuwe grootmachten en de nieuwe investeringsbank van de BRICS-landen gaat toch het IMF vervangen.

Ik denk dat de Cubaanse autoriteiten bijna teleurgesteld zijn dat er een oplossing is gekomen rond Griekenland. (lacht)

European People's Party (CC BY 2.0)

De Duitse politicus Weber, voorzitter van de christendemocratische fractie in het Europees parlement, verweet Tsipras begin juli dat hij de ‘verkeerde politieke vrienden’ had, waaronder Fidel Castro.

Omgekeerd verweet de Duitse politicus Weber, voorzitter van de christendemocratische fractie in het Europees parlement, Tsipras begin juli dat hij de ‘verkeerde politieke vrienden’ had, waaronder Fidel Castro. In Europa reageert men soms nog steeds geïrriteerd als het om Cuba gaat.

Portocarero: De Cubanen zijn heel gevoelig voor kritiek op hun systeem en hun interne politiek. En dat begrijp ik. Als ambassadeur lees ik niemand de les. Ik speel informatie door, wissel informatie uit en bied hulp. Maar dat moet tweerichtingsverkeer zijn.

Het is niet alleen de familia Castro die meent dat de EU teveel een neoliberale koers vaart…

Portocarero: Ja, oké, maar die kritiek komt dan van binnen de Europese familie.

Maar we zien vandaag toch een heropleving van een diepgaand ideologisch politiek debat en een strijd over politieke keuzen?

Portocarero: Absoluut en dat zeg ik ook aan de Cubanen. We hebben in de EU weer een zeer fors debat, terwijl we voor de crisis van 2008 dachten dat het Europees model maar rustig verder zou blijven kabbelen. Nu zitten we in een debat over hoe we onszelf en onze samenleving zien tussen dit en twintig jaar.

En dat polariseren is gezond en goed. Het betekent dat we over ons sociaal-economisch model moeten praten en ervoor moeten vechten.

Binnen de EU is er bijna sprake van een Noord-Zuid en een Oost-West strijd en scheiding. Zelfs binnen politieke families woedt een ideologische strijd. Een Europees model verdedigen terwijl dat model in de EU zelf zo zwaar onder druk staat, hoe gaat u daar als ambassadeur mee om?

‘Ik geef toe dat we het Europees project meer monolitisch voorstellen dan het in werkelijkheid is.’

Portocarero: Wel, ik geef toe dat we het Europees project meer monolitisch voorstellen dan het in werkelijkheid is. De EU blijft nog altijd een derde weg tussen het wilde kapitalisme en het communisme. Dat is belangrijk, zeker in tijden van toenadering tot de Verenigde Staten en de verleiding van het kortetermijndenken terwijl Europa een meer langetermijnagenda heeft.

Het zou natuurlijk makkelijk zijn de economie van Cuba meer te openen voor Amerikaanse investeringen, maar dat komt ook met een bepaald sociaal model.

Wij hebben een langetermijnvisie over hoe Cuba eruit zou kunnen zien en hoe je een sociaal systeem zou kunnen financieren. Onder Europese ambassadeurs hier is de boodschap eenduidiger dan het debat in het Europees parlement doet uitschijnen.

Wat ik aan mijn Cubaanse gesprekspartners ook zeg als we onderhandelen: je moet met ons leren leven. Wij zijn democratisch en niet constant monolitisch. Ze weten ook best hoe ingewikkeld onze instituties zijn, de huidige minister van Buitenlandse zaken is Cubaans ambassadeur in Brussel geweest. We doen dus niet alleen aan vertrouwensopbouw tussen personen, wat zeer belangrijk is, maar ook tussen instituties.

Voor Cubanen is het gemakkelijk want die staan officieel altijd op één lijn, bij Europeanen is dat niet vaak het geval. Als er iets lelijks wordt gezegd in het Europees parlement of er een nieuwe regering in een lidstaat komt, dan moeten ze daarmee leren leven, ook al is dat soms moeilijk voor hen.

In september beginnen we aan de grote vijfde onderhandelingsronde voor een samenwerkingsakkoord en politieke dialoog tussen de EU en Cuba. We zijn behoorljik opgeschoten, maar moeten nu aan de moeilijkste onderwerpen rond de politieke dialoog beginnen.

De Cubanen gedragen zich erg defensie en spreken toch al snel over ‘interne aangelegenheden’. Tijdens een eerste overleg over het thema mensenrechten hebben we in ieder geval een overeenkomst kunnen bereiken over hoe verder onderhandeld zal worden. De grote vraag blijft voor ons hoe we een dialoog over mensenrechten kunnen hebben in Havana zonder de civiele samenleving aan tafel. Dat is echt lastig omdat er naar onze normen geen echte ngo’s in het land te vinden zijn. Alle ngo’s zijn of gelieerd aan de partij of aan de regering. Met de dissidenten hebben we alleen discreet contacten.

© Belga

Herman Portocarero: ‘De grote vraag blijft voor ons hoe we een dialoog over mensenrechten kunnen hebben in Havana zonder de civiele samenleving aan tafel.’

In contacten met jongeren, twintigers in Havana, viel me op hoe gefrustreerd zij zijn over het gebrek aan vrije meningsuiting en aan mogelijkheden zich te ontplooien.

‘Dit regime heeft Cuba op de kaart gezet.’

Portocarero: Dat is onvermijdelijk. De vijf tot zes personen die nu de macht uitoefenen, zijn allemaal boven de tachtig jaar. Het is een generatieconflict dat zelfs door families heen loopt. Wat voor de jongeren geldt, is niet zozeer de ideologie, maar wat ze toch bijna allemaal hebben is een zekere fierheid om Cubaan te zijn.

Dit land staat op de wereldkaart en dat is ook het resultaat van alles wat de laatste vijftig jaar gebeurd is. Dit regime heeft het land op de kaart gezet, dat moeten vriend en vijand toegeven. Maar natuurlijk willen de jongeren mogelijkheden voor jobs en hun kost verdienen en onafhankelijk zijn, zoals iedereen dat wil.

Ze willen vooral ook gehoord worden.

Portocarero: Ja, dat klopt. Kijk, toen ik hier als Belgisch ambassadeur kwam begin 1995 zag ik de eerste golf van economische vernieuwingen, de eerste private tewerkstelling, het toerisme werd aangezwengeld, de dollar werd legaal, enzovoort. Dat was historisch en heeft hoop gecreëerd. De mensen die toen rond de twintig jaar waren, dachten dat ze grote veranderingen zouden zien. Mijn boodschap aan Cubaanse vrienden was toen ook: ‘Blijf in jullie land want jullie gaan veel zien veranderen de komende tien jaar!’

Wat is er gebeurd? De hervormingen zijn goed doorgevoerd tot ongeveer de tijd dat ik als ambassadeur wegging in oktober 1999. Toen begon het tijdperk van de Venezolaanse president Hugo Chavez. Toen Chavez verscheen was er plots onvoorwaardeljike steun voor Cuba beschikbaar – zonder de voorwaarden die wij stelden. Dat was met Chavez allemaal niet nodig want dat was een ideologische broeder.

Cuba heeft daardoor eigenlijk tien jaar verloren. Men heeft dan uiteindelijk in 2011 weer de draad opgepakt, maar intussen is er wel een soort verloren, teleurgestelde generatie ontstaan. Er is namelijk niet waargemaakt waar zij op hoopten. De publieke sector heeft nog altijd geen echte lonen en de banen in die sectoren staan nog altijd in de schaduw van zij die in het toerisme werken.

Maar heeft het Cubaanse regime budgettaire ruimte om de lonen van dokters en leraars, vaak amper 30 euro per maand, op te trekken?

Portocarero: De publieke sector alleen kan dat niet. Wat men wel kan, is in meer soorten beroepen toelaten als zelfstandige te werken. Men wil dat nog steeds niet voor de professionele klasse, want die moeten van het establishment blijven afhangen en binnen de publieke sfeer blijven waar de lonen laag zijn.

Als men een aantal beroepen zou vrijgeven, bijvoorbeeld architecten en ingenieurs – er gebeurt gigantisch veel hier in de bouw en de renovatie, families in Miami sturen daar het geld voor dan zou je een ware boom krijgen. Er zou veel werkgelegenheid bijkomen.

Maar wat is het probleem dan? Als je meer privaat initiatief toelaat, dan moet er ten eerste afgestapt worden van het dogma ‘la empresta socialisma es total’, socialisme als het bedrijfshart van de economie, en ten tweede moet men men een operationeel belastingsysteem hebben. Dat is er nu nog niet.

‘Cubanen zijn gewend aan het idee dat publieke diensten gratis zijn.’

De EU werkt nu samen met de Cubanen aan de opbouw van zo’n belastingsysteem, want volgens mij is dat de rem op het toelaten van meer private activiteit die net jobs kan creëeren. De staat kan dat niet meer. Er zijn al praktisch een miljoen jobs verloren. Er worden overigens opnieuw vijfentwintig grote staatsbedrijven gesloten. Die zijn niet rendabel en werden continu gesubsidieerd, wat een lek in de begroting inhoudt.

Er is een munthervorming die wordt opgehouden omdat niemand de echte kosten kent van het productieproces, dat ook nog eens grotendeels draait op ingevoerde grondstoffen. Men speelt nu met de wisselkoers om die bedrijven op papier rendabel te laten lijken. Maar als je de peso Cuban met de peso convertibele niet één op één rekent maar één op 25, dan worden nog minder staatsbedrijven rendabel.

Fundamenteel is dat volgens ons meer jobs samenhangen met meer privé initiatief. Ook in de EU komt zeker tachtig procent van de jobs van kleine en middelgrote bedrijven. Ik denk dat de rem in Cuba in feite dubbel is: ideologisch én praktisch omdat er geen belastingsysteem is.

Stel dat die twee remmen wegvallen. Dan pas kun je de lonen in de publieke sector, het onderwijs en de gezondheidszorg, gaan optrekken?

Portocarero: Ja dat is de enige manier. Maar je zal de Cubanen ook moeten uitleggen dat belasting betalen de voorwaarde is om hun publieke diensten overeind te houden. Want men is immers gewend aan het idee dat publieke diensten gratis zijn. Waarom zou je dan plots tien of twintig procent van je inkomen afgeven? Dat is een hele mentaliteitsverandering.

Eric Parker (CC BY-NC 2.0)

‘De publieke sector heeft nog altijd geen echte lonen en de banen in die sectoren staan nog altijd in de schaduw van zij die in het toerisme werken.’

Maar de jonge generatie is volgens u toch eerder pragmatisch dan ideologisch ingesteld? Kan je hen dit verkopen?

Portocarero: Zeker! Men begint nu zelfs al in de lagere school aan kinderen uit te leggen dat mensen belasting betalen voor publieke diensten. Dat is wel nodig want ik ben toch bang dat die mentaliteitswijziging niet makkelijk zal zijn. Realiseer je een halve eeuw zonder belasting betalen! Resolver is hét Cubaanse werkwoord, alles wordt onder tafel geregeld.

Ik denk niet dat de jongeren nog veel geduld hebben. Bovendien is sinds begin 2013 reizen voor Cubanen veel gemakkelijker geworden. Het is makkelijker om het land definitief te verlaten, de VS geven nog steeds 30.000 visa per jaar. Volgens de Amerikanen verandert het profiel van de migranten: steeds meer jongeren en leden van de actieve bevolking verlaten het land.

‘Mensen weten vandaag beter wat ze missen.’

Als je als gekwalifieerde universitair je kost niet behoorljik kan verdienen, is dat een push voor braindrain. Je vleugels uitslaan is heel moeilijk hier. Dat is een psychologische domper, zeker als je beseft dat mensen nu veel beter geïnformeerd zijn.

Internet blijft duur en lastig hier, maar er is het systeem van de paquetes, de dvd’s en memorysticks die elke week vanuit Miami binnenkomen met daarop alles van wat er in de VS op televisie komt, series en films enz. Mensen weten vandaag beter wat ze missen.

Ze weten beter wat ze missen, weten ze ook wat ze zouden missen al er een volledig veramerikanisering van hun land zou komen?

Portocarero: Dat is ook een van mijn grote zorgen waar ik dan weer wél over spreek met mijn Cubaanse vrienden. Er zijn overigens nu al genoeg mensen die naar Miami gaan en vaststellen dat het niet voor hen is. Als ze zien hoe hard en oppervlakkig de Amerikaanse samenleving kan zijn…

Want hier vind je ondanks alle problemen nog steeds veel plezier, veel socale interactie, heel weinig racisme, een multicultureel voorbeeld voor de wereld. De Cubanio stelt wel degelijk iets voor. Het is een bijzonder land, met een heel bijzondere cultuur, die best in stand wordt gehouden. Daar ben ik het wel eens met de oudere generatie.

Mijn argument is evenwel dat om al die positieve zaken te behouden je andere zaken moet veranderen die toch onvermijdelijk zullen veranderen. Je verandert ze nu beter zelf terwijl je nog controle hebt. Het is een voordeel dat het establishment hier heeft, ze controleren hier nog alles en zouden dus nog op grootschalige wijze aan social engineering kunnen doen. Verandering doorvoeren en de neveneffecten zelf verzachten.

De oude generatie in Cuba kan hier geschiedenis schrijven?

Portocarero: Het feit dat Raoul nu de relatie met de VS verbetert, is voor hem de enige wijze om geschiedenis te schrijven. Dit is de toekomst, maar de verandering komt liefst op een gecontroleerde manier. Ik ben de laatste die hier een tsunami uit Miami wil zien arriveren. (lacht)

For better or for worse, wat zal die Amerikaanse opening betekenen?

Portocarero: Het hangt ervan af hoe het establishment de verandering leidt, niet alleen in de relatie met de States, maar ook hoe ze de economische relaties diversifiëren. Cuba mag niet opnieuw een wingewest van de VS worden.

Brazilië is heel belangrijk geworden voor luchtverkeer en infrastructuur en ook de Mexicanen willen erbij zijn. De Chinezen zijn teleurgesteld over de hervormingen. De Europeanen op hun beurt zijn vragende partij, het is niet toevallig dat de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Steinmeier hier onlangs was, dat Hollande op bezoek kwam, de Nederlanders langskwamen, de relaties met Spanje aan het normaliseren zijn, de kredieten terug beginnen vloeien…

De problemen van de schulden zouden via de Club van Parijs tegen het einde van het jaar opgelost moeten zijn. De Europese private sector beseft goed dat als we niet willen dat de Amerikanen alles controleren, we ook aanwezig moeten zijn en overheden beseffen dat ze kredieten moeten verschaffen aan Europese bedrijven die hier zaken willen doen.

De Cubanen beseffen zelf dat ze er voor de eerste keer echt alleen voor staan. Dat is nu deel van het officiële discours en dat was tien jaar geleden ondenkbaar.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.