Eredoctoraat voor Congolese ebolajager Jean-Jacques Muyembe-Tamfum

‘Meer dan 1000 eboladoden in Congo: onaanvaardbaar voor land met ruim 40 jaar ervaring’

ⒸElien Spillebeen

De eboladokter Jean-Jacques Muyembe-Tamfum was in ons land om een eredoctoraat in ontvangst te nemen.

Niemand kent het ebolavirus beter dan de Congolese arts Jean-Jacques Muyembe-Tamfum. Als eerste onderzoeker maakte hij meer dan veertig jaar geleden kennis met het dodelijke virus. Hij had het letterlijk in handen: ‘Het bloed vloeide tussen mijn vingers en over mijn armen. Gelukkig heb ik me steeds goed gewassen’, geeft hij zelf als verklaring waarom hij het vandaag kan navertellen.

‘Ik ben blij met de erkenning voor mijn werk.’ De 77-jarige Congolese arts ontving de dag voordien een eredoctoraat van de Vlaamse interuniversitaire raad voor universitaire ontwikkelingssamenwerking (VLIR-UOS). Hij geniet nog na van een heel mooie ceremonie, zoals hij het zelf beschrijft. De Vlaamse universiteiten bekroonden voor het eerst samen vijf laureaten die belangrijk ontwikkelingswerk verrichtten. Sinds zijn ontdekking van ebola volgde dokter Jean-Jacques Muyembe-Tamfum het virus overal. Universiteit Antwerpen wilde met haar nominatie de man bekronen die uitgroeide tot een autoriteit in de besmettelijke ziekte.

‘Ebola bestrijd je niet enkel met medische, maar ook sociale wapens’

Hij zegt blij te zijn zijn verhaal te kunnen delen en laat zijn ontbijt voor ons nog even staan. MO* spreekt met de kersverse Doctor Honoris Causa. De Congolees is niet enkel de man met meer dan veertig jaar medische kennis over het dodelijke virus, hij wijst al even lang op het belang van begrip van de sociaal-culturele omgeving waarin het virus zich verspreidt. ‘Ebola bestrijd je niet enkel met medische, maar ook sociale middelen.’ Dat de ebola-epidemie in Noord-Kivu en Ituri vandaag al meer dan duizend levens heeft geëist en nog lang niet onder controle is, maakt een gesprek met de man helaas brandend actueel.

Mysterieuze ziekte aan de Ebolarivier

Opgegroeid in een Congolees dorp, als zoon van landbouwers, stond het niet in de sterren geschreven dat Muyembe een internationale topdokter zou worden. ‘Toch wel’, lacht hij. ‘Mijn vader had al vroeg zijn toekomstplannen onder de kinderen verdeeld. Ik zou dokter worden. En zo geschiedde.’

Als enige van de familie studeerde hij Latijn en Grieks aan een streng Jezuïetencollege. En zoals zijn vader het hem gebood, zwaaide hij enkele jaren later af aan de universiteit Lovanium in Kinshasa als viroloog. Vervolgens trok hij naar de KU Leuven, waar hij zijn doctoraat behaalde en zich verder verdiepte in tropische virussen.

Hij keerde terug naar Congo. ‘Maar makkelijk was dat niet. Het land liet me niet toe te doen wat ik in Leuven deed. De nodige infrastructuur ontbrak. Maar in plaats van bij de pakken te blijven zitten, heb ik mezelf omgeschoold om op terrein epidemieën te identificeren en vervolgens te bestrijden.’

Voor zijn eerste opdracht als jonge epidemioloog trok hij in 1976 naar de haven van Matadi. ‘Ik rapporteerde aan de minister van Gezondheid en stelde vast dat het een uitbraak van cholera betrof. Maar die bevindingen legde hij naast zich neer. Uit schrik voor de economische gevolgen.’ Een eerste harde les met de politieke dimensie van de ziektebestrijding.

De jonge arts werd vervolgens naar een klein dorp gestuurd, in het hart van wat toen nog een deel van de Evenaarsprovincie was. In Yambuku, aan de rand van de river de Ebola, botste hij op een erg dodelijk virus dat hij niet kon thuisbrengen. Hij verbleef er in een klooster. ‘Een van de Vlaamse zusters bleek ook getroffen door de mysterieuze ziekte. Ik probeerde haar te overtuigen met me mee te reizen naar Kinshasa. Ze weigerde aanvankelijk. Ze wilde de lokale bevolking niet in de steek laten.’

‘Het bloed vloeide tussen mijn vingers en over mijn armen’

‘Het was net in het belang van die bevolking dat ik haar grondig zou onderzoeken’, zo overtuigde hij haar dan toch. Zij aan zij reisden ze met het vliegtuig naar de hoofdstad. Kort na hun aankomst overleed de zuster. ‘Maar ik kon nog voor haar overlijden een bloedstaal afnemen. Haar bloed stolde niet, merkte ik na het prikken. Het bloed vloeide tussen mijn vingers en over mijn armen.’

Vandaag weten we dat het ebolavirus zich verspreidt via lichaamssappen, zoals bloed. ‘Gelukkig heb ik me nadien goed gewassen. Ik stelde toen al vast dat mensen ziek werden na het verzorgen van zieken en het begraven van doden.’ Muyembe was terecht op zijn hoede. Zijn echtgenote – die ondertussen wel haar ontbijt nuttigt – zal het na afloop van het gesprek ook bevestigen: ‘hij plaatste zichzelf in quarantaine om mij en de kinderen te beschermen. Hij at, sliep en bad in complete afzondering. Hij waste zich in pure alcohol. Godzijdank is hij bij ons mogen blijven.’

De ontdekking van de witte rivier

Wie ebola door de online zoekmachines jaagt botst op de namen van de Belgen Peter Piot en Guido van der Groen. Zij waren de onderzoekers die het virus voor het eerst beschreven. Maar dat hadden ze nooit kunnen doen zonder Jean-Jacques Muyembe-Tamfum. De bloedstalen van de intussen overleden zuster deed hij in een thermosfles, en via een vlucht van het toenmalige Sabena kwam het bloed in ons land terecht. In het Antwerpse Instituut voor Tropische Geneeskunde, werd het door Piot en van der Groen onder het licht gehouden. Ze vernoemden het tot dan toe ongeziene hemorragische virus naar de witte rivier, de letterlijke vertaling van de Ebola die langs Yambuku stroomt.

Het duurde tot 1995 voor Muyembe opnieuw oog in oog stond met zijn virus. ‘Wat ik in Kikwit aantrof, deed me onmiddellijk denken aan wat ik in Yambuku had gezien.’ Muyembe nam opnieuw stalen en stuurde ze op naar Antwerpen. De tijden waren veranderd en de thermosfles werd deze keer doorgestuurd naar het Amerikaanse Center for Disease Control and Prevention (CDC). Daar werd zijn vermoeden bevestigd.

‘Vrouwen hebben soms jarenlang geen menstruatie’

‘De Kikwit-epidemie, de eerste stedelijke epidemie, heeft ons enorm veel geleerd. Informeren was het belangrijkste en toen nog enige wapen in de strijd. ‘Want er was geen behandeling of medicijn. Ik maakte een toegankelijk document van twee pagina’s met basisinfo over het virus, beschreef helder de symptomen en gaf instructies over hoe de zieken te verzorgen en de doden te begraven. We beschreven ook voor het eerst de blijvende letsels, iets wat trouwens nog steeds onderbelicht blijft. Ebola-overlevers kampen vaak met gezichts- en gehoorverlies. Vrouwen hebben soms jarenlang geen menstruatie.’

Zijn aanpak en terreinkennis werden later overgenomen bij de grote uitbraak in West-Afrika. ‘Maar in Kikwit informeerden we niet enkel het lokale medische personeel. We liepen ook met megafoons door de straten, betrokken lokale leiders en organiseerden op elke straathoek publieke infosessies. En die ervaring werd helaas niet meegenomen naar West-Afrika.’

De Ebolajager

Overal waar het virus opdook, reisde Muyembe het achterna. Het leverde hem de bijnaam de Ebolajager op. Tot 2014 bleef het een Congolees curiosum, maar dan brak het virus uit in Guinee, Liberia en Sierra Leona. ‘We wisten dat het een kwestie van tijd was. Maar Afrika is een verdeeld continent. Wat in Congo gebeurt, is Congo’s probleem, redeneert men al te vaak’, zucht Muyembe. ‘Ze hebben in West-Afrika te laat gereageerd. Ze ontkenden te lang dat het om ebola ging.’

Die uitbraak in West-Afrika in 2014 werd de grootste uitbraak ooit. Er vielen meer dan 11.000 doden. ‘Ze waren allemaal verrast. Bovendien hebben ze de sociale kant van de ziekte onderschat. Als je de gemeenschap niet meehebt in de bestrijding van de ziekte, dan kan de ziekte verder doden.’

ⒸVLIR-UOS

 

Toen Congo faalde

‘In een land als Congo, met zo veel ervaring met ebola zou het niet mogelijk mogen zijn dat het virus zo veel slachtoffers maakt’, geloofde Muyembe tot voor kort. ‘Maar wat we vandaag in Beni zien, is ontnuchterend.’ In de zomer van vorig jaar werd het virus gelokaliseerd nabij de Oost-Congolese stad. Hoewel de hulpverlening snel op gang kwam, blijft het aantal besmettingen toenemen en krijgt men de uitbraak niet onder controle.

‘In een land met zoveel ervaring met ebola als Congo, zou het virus niet zoveel slachtoffers mogen maken. Wat we vandaag in Beni zien, is ontnuchterend’

Vandaag staat de teller op meer dan 1600 besmettingen en meer dan 1000 doden. Daarmee is deze uitbraak uitgegroeid tot de op een na grootste wereldwijd. En dat ondanks de ervaring in Congo, want de epidemie is al de tiende in het land. ‘De Evenaarsprovincie is Noord-Kivu niet.’ Muyembe heeft zelf ook onderschat hoe verschillend de sociaal-culturele omstandigheden zijn binnen dat enorme land Congo.

‘Amper een week nadat de ebola-uitbraak in de Evenaarsprovincie bezworen was, duikt het virus op in Mangina, een dorp vlakbij Beni. Dezelfde mensen, met dezelfde middelen, zijn onmiddellijk naar het oosten vertrokken. Ze deden knip-en-plakwerk van wat ze net nog in de Evenaarsprovincie deden. Dat was fout.’

‘De bevolking van Beni is getraumatiseerd en daar werd geen rekening mee gehouden.’ De oostelijke provincies van Congo zijn al decennia het strijdtoneel van een complex regionaal conflict. Sinds oktober 2014 nam het geweld in Beni exponentieel toe. De dorpen in en rond Beni kregen de ene brutale aanval na de andere te verwerken. De daders werden niet gevat, noch berecht. Sindsdien vielen naar schatting al meer dan tweeduizend doden.

De inwoners van Beni voelen zich in de steek gelaten door de regering in Kinshasa en de internationale gemeenschap. ‘En dan strijkt daar een team hulpverleners uit de hoofdstad neer en zetten internationale gezondheidsorganisaties er hun tenten op. Ik begrijp dat mensen met argwaan reageren. Waarom nu wel en toen niet, vragen ze zich af.’

‘Door de onveiligheid in de regio wilden de zorgverleners aanvankelijk ook niet in Mangina zelf verblijven. Ze overnachtten in Beni en gingen overdag naar het besmette dorp. Ook dat voedde het wantrouwen. Toen ebola vervolgens opdook in de stad Beni zelf, bleek de bevolking ook slecht geïnformeerd. De weerstand was veel groter dan verwacht.’

‘We moeten de lokale bevolking het voortouw laten nemen in de hulpverlening’

Ondertussen is het centrum van de epidemie verplaatst naar die andere grote stad in de streek, Butembo. Daar blijkt de weerstand nog groter. Verschillende centra voor het weerwerk tegen ebola werden in brand gestoken en een Kameroense dokter liet bij een gewapende aanval het leven. Onder meer Artsen zonder Grenzen gooide al de handdoek in de ring.

‘Die komen wel terug. Ik hoop hen nog te overtuigen. We hebben de hulp van internationale organisaties nodig. Maar we moeten de lokale bevolking het voortouw laten nemen in de hulpverlening. Zij moeten helemaal vooraan staan in de strijd’, gelooft Muyembe. ‘Alleen wanneer ze zien dat de eigen lokale Nande-bevolking het voortouw neemt kan het vertrouwen groeien en kunnen we de verontrustende trend keren.’

Janssens vaccinatiedam

‘Het is een klein mirakel dat het virus de landsgrens nog niet is overgestoken’

De buurlanden Oeganda en Rwanda houden ondertussen nog steeds de adem in. ‘Het is een klein mirakel dat het virus de landsgrens nog niet is overgestoken.’ Met zijn vinger trekt hij lijnen op het tafelblad. ‘Eenmaal het virus Goma bereikt, dan moeten we het ergste vrezen. Dan is het een kwestie van tijd voor de epidemie naar Rwanda overwaait. Daarom moeten we een dam optrekken, een vaccinatiedam.’

De ebola-epidemie van West-Afrika heeft de ontwikkeling van medische oplossingen in een stroomversnelling gebracht. In Beni en Butembo kregen nu al meer dan 100.000 mensen het experimentele vaccin van het farmabedrijf Merck toegediend. Janssens Pharmaceutica kondigde recent aan dat 1,5 miljoen Congolezen binnenkort hun nieuwe ebolavaccin krijgen.

‘Het Merckvaccin wordt nu al gebruikt voor wat we de ringvaccinatie noemen. Enkel wie in rechtstreeks contact kwam met een besmette persoon, krijgt een vaccin’, licht Muyembe toe, ‘simpelweg omdat er nog niet voldoende voorradig zijn om iedereen te vaccineren in de regio.’

Het nieuwe vaccin van Janssens Pharmaceutica is net als dat van Merck ook nog experimenteel, maar komt volgens Muyembe op een goed moment. ‘Met een beschikbaarheid van 1,5 miljoen vaccins kunnen we een dam opwerpen om te vermijden dat het virus Goma bereikt en we de controle volledig verliezen.’

Zoektocht naar de juiste cocktail

‘We gebruikten hun bloed om acht besmette patiënten een bloedtransfusie toe te dienen. Zeven van hen overleefden het’

Behalve vaccins worden ook experimentele geneesmiddelen in de strijd gegooid. Ook op dat vlak blijkt Muyembe een pionier, al kreeg hij daar internationaal meer kritiek dan waardering voor. ‘In Kikwit gebruikten we bloed van enkele ebola-overlevers. We veronderstelden dat ze antilichamen hadden ontwikkeld. We gebruikten hun bloed om acht besmette patiënten een bloedtransfusie toe te dienen. Zeven van hen overleefden het.’ De mortaliteit bedroeg toen nog zeventig procent. ‘Internationale onderzoekers noemden ons experiment roekeloos en de resultaten louter toevallig. We waren een volledig Congolees team. Enkel de Antwerpse professor Bob Colebunders geloofde in wat we deden.

ⒸElien Spillebeen

De ervaring die dokter Muyembe opdeed in Kikwit in 1995 was belangrijk voor de bestrijding van de grootste uitbraak ooit, in West-Afrika

‘We hadden natuurlijk niet de infrastructuur om de antilichamen te identificeren en af te zonderen’, geeft hij in alle mildheid toe. ‘Uiteindelijk is dat wat de Canadezen deden voor de ontwikkeling van het medicijn dat we vandaag gebruiken. Zmapp bevat een cocktail van drie antilichamen.’ Met een zekere trots licht de 77-jarige dokter toe dat hij vandaag nog steeds werkt aan “zijn medicijn”. ‘We hebben ondertussen de antilichamen van een ebolaoverlever van Kikwit kunnen isoleren en een monoklonale antistof ontwikkeld. Deze natuurlijke antistof gaven we de naam MAPP114. Dit hebben we via een infuus aan twaalf patiënten in Mangina gegeven. Alle twaalf zijn ze vandaag genezen.’

‘Ebola moet je bestrijden met medische én sociale middelen’

Dreigt hij hiermee niet alweer de stempel te krijgen van roekeloos te werk te gaan? En zal het resultaat ook dit keer niet opnieuw als een toevalstreffer worden weggezet? ‘We werken hiervoor samen met het Amerikaanse National Center for Allergy and Infectious Deseases. We zijn dit keer internationaal geruggesteund’, maakt hij zich sterk.

Blijf op de hoogte

Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en blijf op de hoogte van het mondiale nieuws
De juiste cocktail bevat volgens ’s werelds grootste ebolakenner een complex antigif. ‘Ebola moet je bestrijden met medische én sociale middelen. Dat de epidemie als smoes werd gebruikt om de bevolking van Beni en Butembo het stemrecht te ontzeggen was volgens mij een grote fout die al veel levens heeft gekost. Enkele maanden later kunnen de uitgestelde verkiezingen dan toch doorgaan. Alle logica ontbreekt hier toch?’

‘Ik denk niet dat deze uitbraak die van West-Afrika zal voorbijsteken’, concludeert Muyembe, ‘maar voor een land met veertig jaar ervaring in de strijd tegen het virus is meer dan duizend doden onaanvaardbaar. Ja, er is iets ernstig misgelopen.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.