Baarden zijn verdacht geworden in Kameroen

Motari Hamissou kon altijd goed opschieten met zijn leerlingen op de openbare school in Sabga, een regio in Bamenda, de hoofdstad van de Noord-West Regio. Ook met zijn buren kon hij het goed vinden. Niemand stoorde zich aan zijn lange, dikke baard of de sluier van zijn vrouw, Aisha Hamissou, of aan hun geloof.

Maar de gewelddadige acties van Boko Haram in de regio veranderden dat. De meest recente aanval was op 27 juli, toen extremisten de vrouw van vicepremier Amadou Ali ontvoerden. Zij werd kort daarna weer bevrijd.

Hamissou wordt inmiddels door zijn leerlingen ‘Boko Haram’ genoemd. Boko Haram betekent in de volksmond ‘westers onderwijs is een zonde’. “Als ze baarden of sluiers zien, wordt direct een link gelegd met de sekte”, zegt hij. “Ik ben een docent en ik geef westers onderwijs. Hoe kan ik dat doen als het tegelijkertijd verboden zou zijn? Dat is onbegrijpelijk.”

Arlette Dainadi, een 12-jarige schoolmeisje dat op de school van Hamissou zit, zegt dat sommige van haar klasgenoten zelfs haar sluier hebben afgenomen en “Boko Haram! Boko Haram!”riepen. Aisha Hamissou vertelt dat zelfs volwassenen zich schuldig maken aan schelden. “Ik kan me niet vrij bewegen en met andere mensen praten, zonder dat mensen beginnen te schelden. Ze noemen me Boko Haram”, zegt ze.

Moslimstaat

Volgens een volkstelling uit 2010 maken moslims 24 procent van de bevolking uit in Kameroen, een land dat 21 miljoen mensen telt. De meeste moslims wonen in het Verre Noorden, Noorden en de Adamawa-regio. Deze regio’s grenzen aan Nigeria, een bolwerk van extremisten van Boko Haram. Sinds de groep vijf jaar geleden de wapens opnam om een moslimstaat te stichten in Nigeria, kwamen meer dan 12.000 mensen om als gevolg van het geweld, volgens cijfers van de Nigeriaanse regering.

In een gezamenlijke poging om zich te distantiëren van de extremistische groep organiseren moslimleiders en -groepen in Kameroen workshops, seminars en demonstraties om hun standpunt duidelijk te maken. Sjeik Oumarou Malam Djibring, lid van de Kameroense Raad van Imams, zegt dat de campagne van Boko Haram tegen westers onderwijs en de wreedheden van de extremisten tegen onschuldige mensen niets te maken hebben met de islam. “De islam is een religie van vrede en tolerantie. Deze voorschriften loslaten, is in feite tegen de islam”, zegt hij.

Boko Halal

Leden van de Kameroense Raad van Imans en moslimleiders introduceerden een nieuwe term: Boko Halal. Een uitdrukking die zegt dat onderwijs toegestaan is volgens de koran. Islamitische geestelijken zijn juist belangrijke aandrijvers van het onderwijs geweest, zegt sjeik Abu Oumar Bin Ali, een islamitische leraar en religieuze leider. “Abu Ja’far Muhammed ibn Musa al-Khwarizmi was een belangrijke moslimgeestelijke die grondlegger was van de algebra, een tak van wiskunde”, zegt hij. “Dus het is dom als mensen de islam te koppelen aan haat voor westers onderwijs”, zegt hij.

Ahmadou Moustapha, een traditionele moslimleider in het Verre Noorden van Kameroen, zegt dat Boko Haram jonge moslims rekruteert in de regio. “Ik denk dat ze deze jongeren vergiftigen met hun haat”, zegt hij.

Volgens Souaibou Issa, verbonden aan de Universiteit van Ngaoundere in de regio Adamawa, is de groep vooral gevaarlijk omdat niet duidelijk is met wie er banden bestaan. “Je weet niet waar ze zich precies op richten en op wie je moet letten. Er heerst alom wantrouwen. Er wordt gevochten tegen onzichtbare vijanden.”

Mallam Djibring heeft de moslims in Kameroen opgeroepen waakzaam te zijn en melding te maken van verdachte individuen.