Chemicaliën Deepwater Horizon blijven in het milieu hangen

Bij de ramp kwam naar schatting 794 miljoen liter olie in het water terecht. In een poging om te vermijden dat die olie op de kust terecht kwam, sproeide BP 6,9 miljoen liter oplosmiddelen op de olie. Onder meer van het oplosmiddel DOSS, dat de vorming van grote olievlekken verhindert, werd aangenomen dat het snel zou afbreken in het milieu.

Maar onderzoek van het Haverford College en Woods Hole Oceanographic Institution (WHOI) komt tot een heel andere vaststelling: vier jaar na de ramp is DOSS nog steeds aanwezig in het milieu, vaak in verbindingen met olie. “We stelden vast dat DOSS persistent is in variabele hoeveelheden in de diepzeekoralen een half jaar na de ramp en en op de kusten van de Golf 26 en 45 maanden na het lek”, zegt Helen White, hoogleraar Chemie aan het Haverford College. “De studie toont aan dat het oplosmiddel, waarvan gedacht werd dat het snel zou afbreken, verbonden blijft met de olie en tot vier jaar in het milieu kan blijven.”

Onverwacht

Uit eerder onderzoek was al gebleken dat de middelen op grote diepte traag afbreken, en dat hadden de onderzoekers wel verwacht. “De diepzee is koud en donker, en daar gebeurt de afbraak erg traag”, zegt medeauteur Elizabeth Kujawinski. “Maar deze bevindingen zijn interessant omdat ook het zand op de stranden nog sporen van DOSS vertoont. Dat is onverwacht.”

De wetenschappers kunnen niet zeggen wat de gevolgen voor het milieu en de omwonenden zijn. “Dat is erg moeilijk te zeggen, omdat we niet weten hoe giftig de stof is. Het milieuagentschap EPA heeft de giftige concentraties vastgesteld in water, maar de giftigheid van DOSS in andere omgevingen, zoals sediment of zand is niet bekend”, zegt White.