Genetisch gemodificeerde vis mag voor het eerst op tafel

Het Amerikaanse voedselagentschap FDA heeft donderdag het licht op groen gezet voor de menselijke consumptie van ggo-zalm. Aan de goedkeuring gingen twintig jaar van juridisch getouwtrek vooraf. Het is voor het eerst dat een land de toestemming geeft om het vlees van een genetisch gemodificeerd dier te eten. Om die reden duurde de procedure zo lang, zegt het FDA.

Twee keer zo snel

Ggo-zalm is omstreden. Hij bevat twee genen van andere vissoorten en die zorgen ervoor dat de zalm twee keer zo snel groeit – in anderhalf jaar in plaats van in drie jaar – en minder voedsel nodig heeft dan conventionele zalm. Dat zou de productie ook goedkoper maken.

Tegenstanders vrezen dat transgene zalm vroeg of laat ontsnapt en in rivieren of oceanen terechtkomt, waar hij de natuurlijke ecosystemen kan veranderen. Ze zeggen dat het FDA de gevolgen hiervan onvoldoende kan inschatten.

Afgesloten tanks

Een verrassing is de goedkeuring niet. Het FDA zei vijf jaar geleden al dat de zalm veilig was voor menselijke consumptie. Twee jaar later gaf ze ook aan dat er geen gevaar was voor het milieu als de kweek in afgesloten tanks gebeurt.

De vis werd ontwikkeld door Canadese onderzoekers. Hij wordt gekweekt in streng beveiligde installaties in Panama. Het verantwoordelijke bedrijf, AquaBounty Technologies, diende in 1995 zijn eerste aanvraag in bij het FDA.

Bij de verkoop moet niet aangegeven worden dat de zalm, die de naam AquAdvantage kreeg, genetisch gemodificeerd is. Diverse grote supermarkten in de VS kondigden al aan geen genetisch veranderde vis te zullen verkopen.

Boete

Bedrijven in de VS en elders in de wereld volgden de aanvraag van AquaBounty nauwlettend omdat het gevolgen heeft voor ander transgeen vlees.

 ‘Het FDA weet niet wat er ter plaatse gebeurt.’

Volgens de milieuorganisatie Friends of the Earth zijn ongeveer 35 andere genetisch veranderde diersoorten in ontwikkeling bij bedrijven.

Vorig jaar kreeg AquaBounty een boete van de Panamese overheid. Het bedrijf zou bij inspecties in 2012 en 2013 niet in het bezit zijn geweest van alle benodigde vergunningen, vooral op het gebied van watergebruik en vervuiling van het milieu ter plaatse.

Volgens tegenstanders tonen de bevindingen in Panama de zwakte van het reguleringsproces van het FDA. ‘Het FDA weet niet wat er ter plaatse gebeurt en behandelt de aanvraag op grond van beloften, niet op grond van de realiteit’, zei George Kimbrell van het Center for Food Safety in Washington vorig jaar.