Groeiende steun om Joodse radicalen als terroristen te klasseren

Riad al-Malki, Palestijns minister van Buitenlandse Zaken, riep de wereldmachten deze week  op de kolonisten als terroristen te benoemen. Sinds de stopzetting van de recente vredesgespreken probeert de Palestijnse Autoriteit (PA) meer internationale druk op Israël uit te oefenen.

De kolonisten zijn rechtse, diepreligieuze Joden die vooral in de Westbank verblijven en financiering ontvangen van de Israëlische staat. Israël rechtvaardigt de “tijdelijke” aanwezigheid van de kolonisten met de militaire noodzaak van lokale logistieke steun, en beschouwt de eenzijdige oproep van de PA als schadelijk voor de vredesonderhandelingen.

Gewonde Israëlische soldaten

Desondanks zijn er steeds meer binnenlandse politici die het probleem van de radicale kolonisten erkennen. De kolonisten zijn niet populair bij de seculiere Israëlische bevolking en gaan steeds driester te werk. De Palestijnse bevolking werd de afgelopen jaren steeds vaker het slachtoffer van geweld, maar ook de politiemacht en het Israëlisch leger krijgen het zwaar te verduren.

Soldaten komen tijdens de occasionele ontruimingen van illegale settlements vaak met de kolonisten in conflict, en afgelopen zondag werden Israëlische politieagenten in de Westbank door honderden kolonisten met stenen bekogeld. De agenten deden onderzoek naar haatmisdrijven tegen Arabieren.

Hoewel er nog geen doden gevallen zijn, maakt de regering zich sterk dat zulke acties tegen het leger ontoelaatbaar zijn. Er zijn dan ook meer stemmen die voor een harde, doorgedreven aanpak van de radicalen pleiten.

‘De kolonisten voorkomen dat we een normaal leven leiden’

Israëlisch minister van Defensie Moshe Yaalon verklaarde vorig jaar al dat verdachte daders langer in detentie zouden gehouden worden, en geen toegang zouden krijgen tot advocaten (maatregelen die normaal voor Palestijnse militanten voorbehouden worden). Die waarschuwing lijkt echter geen vruchten afgeworpen te hebben. Het geweld wordt vaak door kinderen van de kolonisten begaan, die als minderjarigen moeilijk gestraft kunnen worden.

Israëlisch minister van Justitie, Tzipi Livni, veroordeelt de toenemende aanvallen en noemt de daders terroristen. ‘Het gaat hier om ideologisch extremistische groepen in bepaalde kolonies in Judea en Samaria, die geen respect tonen voor enige vorm van autoriteit.’ Ze wijt het falen van de vredesgesprekken ook aan de kolonisten. ‘Ze voorkomen dat we een normaal leven leiden.’

Ook de Verenigde Staten wijten de afgesprongen vredesgesprekken aan de kolonisten. Een rapport van het Staatsdepartement vorige maand ging niet zo ver de daden van de kolonisten “terroristisch” te noemen, maar erkende de geweldplegingen wel.

Publieke opinie

Schrijver en Nobelprijslaureaat Amos Oz bestempelde de kolonisten op een speech voor zijn 75^ste verjaardag recent als “Hebreeuwse neonazi’s”. ‘Misschien het enige verschil tussen neonazi’s wereldwijd en de daders van de haatmisdrijven hier, is dat onze neonazi-groepen gesteund worden door talrijke nationalistische en racistische wetgevers.’

Het is lang niet de eerste keer dat intellectuelen in het land zich uitspreken tegen de radicalere joodse elementen in de maatschappij. De Israëlische staat heeft altijd al een lichtjes ongemakkelijke relatie gehad met de radicale kolonisten, maar de huidige omstandigheden brengen het probleem nog meer onder de aandacht.

Zo staat eind deze maand een bezoek van paus Franciscus gepland, en de leiding van de lokale Rooms-Katholieke Kerk heeft al haar zorgen geuit over de bedreigingen aan het adres van christenen door radicalen. Kerkmuren en woningen worden beklad, en de veiligheidsmaatregelen worden dan ook opgedreven.