Kiesstelsel VS moet anders, zeggen wetenschappers

In de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2012 had vier van de vijf Amerikanen geen effectieve stem, zeggen Amerikaanse wetenschappers. Het kiesstelsel moet op de schop.

  • Gage Skidmore (CC by-sa 3.0) ‘In plaats van het kiescollege moet Amerika een nationale volksstemming krijgen, waarbij elke stem evenveel telt’, vindt socioloog Doug McAdam Gage Skidmore (CC by-sa 3.0)

Op dinsdag 8 november 2016 vinden in de Verenigde Staten de presidentsverkiezingen plaats. Maar anders dan veel mensen denken, stemmen de Amerikaanse kiezers op dat moment technisch gezien niet voor de president. Ze stemmen op een kiescollege, dat vervolgens de president kiest.

Elke staat heeft een aantal kiesmannen voor het kiescollege, gelijk aan het aantal senatoren en afgevaardigden van die staat. Senatoren en afgevaardigden zijn gebaseerd op het inwonersaantal van een staat. Omdat een staat altijd twee senatoren heeft en minimaal één afgevaardigde, is het minimum aantal kiesmannen per staat drie.

De hoofdstad Washington DC (dat niet tot een staat behoort) heeft ook drie kiesmannen. Californië heeft de meeste kiesmannen (55), gevolgd door Texas (38), Florida en New York (beide 29). De presidentskandidaat die in november de meeste van de in totaal 538 kiesmannen wint, wint de verkiezingen.

Winner takes all

Een grote meerderheid van Amerikaanse kiezers heeft geen echte politieke stem in de uitkomst van de presidentsverkiezingen.

Het grootste probleem met deze manier van stemmen is, zeggen tegenstanders, dat vrijwel alle staten hun kiesmannen volgens het winner-takes-all-principe verdelen. Dat betekent dat degene met de meeste stemmen in Californië alle kiesmannen van die staat krijgt. Aangezien Californië doorgaans op de Democratische kandidaat stemt, heeft een Republikein in Californië weinig aan zijn stem. En zo gaat het in meer staten, zegt de socioloog Doug McAdam van Stanford University. Om die reden heeft ‘een grote meerderheid van Amerikaanse kiezers geen echte politieke stem in de uitkomst van de presidentsverkiezingen.’

Het winner-takes-all-principe maakt het mogelijk dat een kandidaat die landelijk de meeste stemmen haalt, niet de verkiezingen wint. Dat gebeurde tot nu toe vier keer. De laatste keer was in 2000, toen de Democratische kandidaat Al Gore de meeste stemmen won, maar Republikein George W. Bush er met het presidentschap vandoor ging.

Staten waar om gevochten wordt

Omdat sommige staten traditioneel Democratisch en andere traditioneel Republikeins stemmen, concentreren de meeste kandidaten zich op de zogenaamde battleground states. Kiezers in die staten hebben een heel waardevolle stem, zegt McAdam. Kijk bijvoorbeeld naar de verkiezingen van 2012, waarin zittend president Barack Obama het tegen Republikein Mitt Romney opnam.

‘Voor vier op de vijf Amerikanen is stemmen een oefening in politieke machteloosheid’

‘Als we battleground states definiëren als staten waarin het verschil tussen stemmen 5 procent of minder was, komen er slechts zes staten in aanmerking’, zegt hij. Het gaat om Colorado (4 procent), Florida (1 procent), North Carolina (3 procent), Ohio (2 procent), Pennsylvania (5 procent) en Virginia (3 procent). In de overige 44 staten was het verschil tussen verliezer en winnaar gemiddeld 19 procent. Daar maakte een stem op de verliezende partij dus niets uit, omdat de winnaar alle kiesmannen krijgt. Maar kiezers in Ohio of Florida of een van de andere staten konden een verschil maken. Het probleem is dat in die zes staten maar een vijfde van de Amerikaanse bevolking woont. Vier op de vijf Amerikanen had dus geen effectieve stem. ‘Voor hen is elke vier jaar stemmen een oefening in politieke machteloosheid, als het gaat om de presidentsverkiezingen’, zegt McAdam.

Nationale volksstemming

Het kiesstelsel moet daarom op de schop, vindt McAdam. In plaats van het kiescollege moet Amerika een nationale volksstemming krijgen, waarbij elke stem evenveel telt. De kandidaat met de meeste stemmen wint. Jack Rakove, historicus en politicoloog aan Stanford is het met hem eens. Volgens Rakove zou een volksstemming de verdeeldheid in de Amerikaanse politiek kunnen verminderen. Bovendien vonden de stichters van de Amerikaanse presidentiële democratie het kiescollege ook al geen optimaal systeem. ‘Ze kozen het niet omdat het een goede optie was, maar omdat het dat alternatief was waar het minst tegen in te brengen was’, zegt hij.

Maar het kiesstelsel veranderen, kost veel tijd. Er moet een amendement op de grondwet ingediend worden door het Congres of een speciale commissie, en die moet aangenomen worden in driekwart van de staten. Als het lukt, zegt McAdam, kan dat de kiezersopkomst vergroten en meer aandacht genereren voor onderwerpen, in plaats van staten, tijdens verkiezingen. ‘Er is geen andere aanpassing die meer zou betekenen dan deze’, zegt hij.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.