Noorse start-up verandert woestijn in landbouwgrond

De Noorse ondernemers stellen dat door het gebruik van het door hen ontwikkelde NanoClay, een product op basis van bentoniet (natriumklein), de tarweopbrengst in droge gebieden met 400 tot 600 procent kan stijgen.

Bentoniet, dat onder meer gebruikt wordt voor kattenbakvulling, wordt door het bedrijf geproduceerd in vlokken van 0,7 tot 1,5 nanometer dikte. Deze vlokken binden zich aan zanddeeltjes, waardoor die beter in staat zijn vocht en voedingsstoffen vast te houden. De techniek zou ook erosie tegengaan en beluchting bevorderen.

Klimaatimpact

De competitie ClimateLaunchpad richt zich met name op start-ups die zich bezighouden met klimaatverandering. De ideeën van de start-ups werden beoordeeld op haalbaarheid, schaalbaarheid, banencreatie, klimaatimpact en de kwaliteit van de presentatie.

Ruim zevenhonderd start-ups uit 28 landen stuurden hun ideeën dit jaar in. Op de tweede plaats eindigde het IJslandse Arctus, dat een energiezuinig proces ontwikkelde voor de productie van aluminium. De Estlandse start-up ReLaDe eiste de derde plaats op met een techniek die het wassen van textiel zonder gebruik van chemicaliën mogelijk maakt. Dit gebeurt door magnetische nanodeeltjes in te zetten.

‘Deze start-ups hebben een duidelijke boodschap voor de klimaatconferentie in Parijs: Investeer in ondernemers als je klimaatverandering wil aanpakken. Cleantech is de grootste businesskans van de 21ste eeuw’, zei Frans Nauta, plaatsvervangend directeur Ondernemerschap van Climate-KIC, bij de prijsuitreiking. Climate-KIC is het programma dat de drie winnaars mogen volgen om hun ideeën verder van de grond te krijgen.