Oliesector lekt veel meer methaan dan gedacht

De uitstoot van fossiele brandstoffen beperkt zich niet tot de CO2 die vrijkomt bij de verbranding in bijvoorbeeld een benzinemotor. Ook het oppompen, produceren en vervoeren van de brandstoffen heeft een stevige klimaatafdruk. Bovendien lekt daarbij methaan in de atmosfeer, een broeikasgas dat tientallen keren krachtiger is dan CO2.

De oliesector is goed voor 20 tot 25 procent van de 623 miljoen ton methaan die jaarlijks in de atmosfeer terechtkomen.

Nu blijkt uit onderzoek door het Amerikaanse nationale klimaatagentschap NOAA dat die methaanuitstoot vele malen hoger ligt dan tot nog toe werd aangenomen. De dienst stelde daarvoor een database van metingen samen die zo’n honderd keer groter is dan eerdere studies.

De studie concludeert dat de olie- en gassector jaarlijks tussen de 132 en 165 miljoen ton methaan uitstoot. Dat is 20 tot 60 procent meer dan wat eerdere studies aangaven. De sector is daarmee goed voor 20 tot 25 procent van de 623 miljoen ton die jaarlijks in de atmosfeer terechtkomen.

Goed nieuws

De industrie heeft de voorbije decennia wel inspanningen gedaan om de lekkage van methaan drastisch te verminderen, van 8 naar 2 procent van de productie in dertig jaar. Maar de enorme toename van de productie heeft die verbetering ongedaan gemaakt.

‘Onze studie toont aan dat de lekken uit de olie- en gaswinning overal ter wereld verantwoordelijk zijn voor een veel grotere uitstoot dan gedacht’, zegt Lori Bruhwiler, wetenschapper aan de Dienst Aardwetenschappen van de NOAA. ‘Maar er is ook goed nieuws: de lekkende infrastructuur aanpakken is een erg efficiënte manier om de uitstoot van dit belangrijke broeikasgas op korte termijn aan banden te leggen.’