Scholen leren kinderen zelf groenten kweken in Argentinië

Van de 105 internaatstudenten van de plattelandsschool La Divina Pastora komt tachtig procent uit sociaal kwetsbare gezinnen. ‘Ongeveer 10 procent heeft al van in de wieg een voedingstekort’, zegt schooldirecteur Rita Darrechon. ‘Door kalktekort krijgen ze tandbederf, groeien ze slecht, bereiken ze trager de puberteit.’

Moestuinen aanleggen

Huerta Niño bestrijdt honger door moestuinen aan te leggen in plattelandsscholen en de leerlingen daarin te leren werken.

In de school in General Alvarado, op 500 kilometer van de Argentijnse hoofdstad, leven zes- tot veertienjarigen. Ze komen van het platteland maar de meesten weten niets van groenten kweken. ‘Ze weten niet dat als ze honger hebben het zaadje in hun hand hen eten kan geven’, zegt Bárbara Kuss, coördinator van de Stichting Huerta Niño.

Huerta Niño bestrijdt honger door moestuinen aan te leggen in plattelandsscholen en de leerlingen daarin te leren werken. De oogst wordt in de eetzaal van de school opgegeten. Het project loopt ondertussen in 270 scholen in zwaar achtergestelde zones en bereikt zo twintigduizend kinderen.

De organisatie werd in 1999 opgericht door zakenman Federico Lobert. Tijdens een reis in zijn jeugd had Lobert een onderwijzeres in een plattelandsschool horen vertellen dat de leerlingen niet konden studeren omdat ze honger hadden en dat ze sinaasappelbladeren aten om de maag te kalmeren. Dat vond hij een trieste paradox in een land dat voedsel produceert voor miljoenen mensen in de hele wereld.

Stap voor stap

Voor Huerta Niño is het niet voldoende de kinderen te eten te geven, je moet hen ook leren hoe zelf hun eten kunnen produceren.

In elke school is de organisatie ongeveer een jaar bezig om alles op te starten. Eerst zijn er vergaderingen met de leerlingen, ouders en leerkrachten om te bepalen wat de precieze behoeften zijn in die zone, afhankelijk van het weer, de bodemgesteldheid en de watervoorziening.

Ze maken een moestuin van een halve hectare groot en leren de leerlingen zaaien en oogsten. ‘We leggen hen stap voor stap uit wat ze moeten doen’, zegt Kuss. ‘Want een tomaat die rood wordt of de sla die uitkomt is wel mooi, maar wat gebeurt nadien? Kan ik meteen opnieuw zaaien of wacht ik tot het volgende seizoen?’

Geen honden

‘We leren hen dat de tomaat uit zijn moestuin niet altijd zo groot als die in de supermarkt, maar wel rood en smakelijk.’

De leerlingen leren ook de moestuin te beschermen. Ze planten sterk geurende bloemen die insecten weghouden. ‘We leren hen waarom het belangrijk is de afsluiting te herstellen, want het kan schadelijk zijn voor de gezondheid wanneer honden of andere dieren in de moestuin komen. ‘We leren hen dat dierlijke mest de grond vruchtbaar maakt maar dat dit niet geldt voor hondenuitwerpselen.’

Per tuin wordt iets meer dan 4000 euro geïnvesteerd. Daarmee kan men de kinderen ook het materiaal bezorgen waarmee ze de moestuin kunnen bewerken.

Leren kweken

Deze schooltuinen zijn van zeer groot belang in de strijd tegen de ondervoeding.

Volgens overheidsstatistieken woont ruim een derde van de Argentijnse kinderen in gezinnen ‘met onvoldoende basisvoorzieningen’. Daarvan krijgt slechts de helft voedselhulp via allerlei programma’s.

Vooral in de regio’s Noreste en Noroeste is het aantal kinderen in arme gezinnen zeer hoog.

Deze schooltuinen zijn van zeer groot belang in de strijd tegen de ondervoeding, zegt Valdir Welte, de Argentijnse vertegenwoordiger van Landbouw- en Voedselorganisatie (FAO) van de VN. ‘De kinderen moeten niet alleen goed eten, ze moeten ook leren hoe ze goed eten en hoe ze indien nodig zelf hun voedsel kunnen kweken.’