Syrië telt 700 doden in twee dagen

Afgelopen donderdag en vrijdag vielen tijdens bloedige gevechten tussen de regeringstroepen van de Syrische president Bashar Al-Assad en de extremistische islamitische rebellen van de Islamitische Staat (het vroegere ISIS) meer dan 700 doden. Volgens de Britse ngo Syrian Observatory for Human Rights waren dat de bloedigste 48 uren sinds de burgeroorlog in 2011 begon. De inzet van de confrontatie was het Sha’ar-gasveld ten oosten van de stad Homs, dat het regeringsleger wilde heroveren op de jihadisten.

Het precieze aantal doden, dat overigens aan beide kanten hoog lag, is nog steeds niet bekend. Op donderdag telden de strijdende partijen zeker 396 doden, vrijdag vielen er minstens 314 slachtoffers. Over het lot van negentig anderen is voorlopig niets geweten.

Kalifaat

De Syrische overheid probeert met deze aanval de opmars van de IS een halt toe te roepen. De groep had afgelopen maand door een intensief offensief grote delen van het westen van Irak in handen gekregen. Daarbij werd heel wat achtergebleven militair materieel van het Iraakse leger buitgemaakt. Deze krachtige wapens en tanks worden nu ingezet om het gebied waarover de IS de controle heeft verder uit te breiden in Syrië.

Eind juni kondigde de IS de oprichting van een islamitisch kalifaat aan dat zich uitstrekt over het westen van Irak en het oosten van Syrië. Een week later riep leider Abu Bakr Al-Baghdadi zichzelf in een videoboodschap uit tot ‘leider van alle moslims’ en spoorde hen aan om hem te gehoorzamen.

Gematigde rebellen

Op hetzelfde moment staat het Syrische regeringsleger in de buurt van de stad Aleppo nog steeds oog-in-oog met de eerder seculiere rebellen van de Syrische Nationale Coalitie. Deze verenigt de verschillende oppositiegroepen die sinds 2011 het regime van Al-Assad wilden omverwerpen, maar zich nu gewrongen voelt tussen zijn oorspronkelijke tegenstander en de IS.

Omdat de gematigde rebellen de steun krijgen van het Westen, kunnen Al-Assad en de IS elkaar wel vinden in de volledige vernietiging van deze bewapende groepen. ‘De eerste omdat een bondgenootschap met het Westen dan helemaal wordt uitgesloten en zijn regime het enige alternatief voor ISIS zal zijn’, zegt Noah Bonsey, Syrië-analist bij International Crisis Group. ‘ISIS daarentegen zal proberen de Syriërs die tegen het regime van Al-Assad zijn, voor zich te winnen door zich te profileren als de laatste verdediger van hun strijd.’

De conflicten in Syrië, en bij uitbreiding Irak, zijn al lang geen nationale aangelegenheid meer, maar echte regionale bondgenootschappen zitten er vooralsnog niet aan te komen. De verdere ontplooiing van de IS zou de deur naar samenwerking tussen bijvoorbeeld Syrië en Irak evenwel kunnen openen.