Van no-gozone tot winkelbuurt, het kan!

Baanbreker

Politici zijn doorgaans hard voor zwartwerk. Ze beschouwen die ‘informele’ economie als een vrijhaven voor belastingzondaars, of erger, criminelen. Toch kan het anders. De Zuid-Afrikaanse havenstad Durban ging voor een andere aanpak: zwartwerkers rechtszekerheid en een recht op bestaan geven.

  • © Stefaan Anrys De verkoop van kleiballen levert (maar) tussen 1.000 en 5.000 ZAR/maand op. © Stefaan Anrys
  • © Stefaan Anrys Kleiballen (5,5 ZAR/Stuk) worden gegeten of op het lichaam gesmeerd, veelal door traditionele genezers. © Stefaan Anrys
  • © Stefaan Anrys Met de slabakkende economie, zullen nog meer jongeren in het informele circuit terechtkomen. © Stefaan Anrys
  • © Stefaan Anrys In Durban is 6 op 10 informele handelaars een vrouw. Zij runnen vaak de minst winstgevende winkeltjes. © Stefaan Anrys
  • © Stefaan Anrys Eén van de leiders en aanspreekpunten van de informele handelaars. © Stefaan Anrys
  • © Stefaan Anrys De Brook Street Market is in feite een lange straat met een dak erop. © Stefaan Anrys
  • © Stefaan Anrys Dankzij hun bezoekersbadge en de anti-diefstalbrigades voelen toeristen zich op hun gemak in de Markets of Warwick. © Stefaan Anrys
  • © Stefaan Anrys Eind jaren negentig renoveerde de stad de vroegmarkt. © Stefaan Anrys
  • © Stefaan Anrys Een werkdag van een kruier duurt soms van 4 uur 's ochtends tot 9 uur 's avonds. De kruiwagens kunnen tot 300 kg aan. © Stefaan Anrys
  • © Stefaan Anrys Vroeger werden koeienkoppen op de stoep klaargemaakt en liep het water en vet gewoon in de waterafvoer. © Stefaan Anrys
  • © Stefaan Anrys Omdat er huur moet betaald worden aan de stad, hebben handelaars nu ook rechtszekerheid. Een stek in een overdekte markt kost het meest. © Stefaan Anrys
  • © Google Earth De traditionele geneeskunde-markt kreeg zijn plek op een onafgewerkte fly-over die met een voetgangersbrug aan gene zijde ontsloten werd. © Google Earth

We hebben afgesproken bij Warwick Junction, een kluwen van auto- en spoorwegen midden in het hart van Durban, Zuid-Afrika’s tweede grootste stad. We zijn op onze hoede, want de havenstad is niet alleen gekend voor zijn grijpgrage haaien langs de kust, maar ook voor zijn hoge misdaadcijfers. Durban heeft zelfs bij Zuid-Afrikanen een erg kwalijke reputatie.

Uitgerekend hier wil ik samen met een aantal Belgische toeristen de op één na grootste “informele” markt in heel Sub-Sahara-Afrika bezoeken.

De Markten van Warwick, zoals de gegidste wandeling heet, die we boeken bij de non-profitorganisatie Asiye eTafuleni (AeT), omvatten liefst 9 verschillende markten bemand en bevrouwd door 6000 à 8000 informele handelaars.

Ze zijn gelegen in het hartje van Durban, op en rond een kruispunt van grote wegen. Dat was onder het Apartheidsregime dé overstapplaats voor duizenden taxi- en busgebruikers. Straatventers allerhande zagen toen al brood in de plek.

Ook vandaag nog verkopen enkele duizenden Zuid-Afrikanen (en immigranten uit sub-Saharaans Afrika) hun waren en diensten aan de naar schatting 46.000 pendelaars die er elke dag passeren. Ze zijn zelfs zo goed ingespeeld op hun cliënten dat ‘s morgens andere producten worden aangeboden dan ‘s middags of ‘s avonds, wanneer de pendelaars opnieuw huiswaarts keren.

No-gozone

Het Apartheidsregime heeft decennialang hardhandig omgesprongen met de zwarte straatventers die er hun waren wilden slijten. Ze kregen boetes, gevangenissstraffen of werden verjaagd. Vanaf 1973 mochten de traders enkel on the move opereren: ze mochten niet langer dan een kwartier op dezelfde plaats venten en dat enkel op minimum honderd meter van een formele zaak.

In de vroege jaren tachtig nam de Progressive Federal Party in Durban een iets laksere houding aan, maar zelfs na de val van het Apartheidsregime in 1994, bleef de omgeving van de verkeerswisselaars voor velen een doorn in het oog. Het was een oord van verderf, gevaarlijk en vuil, overbevolkt en niet voorzien op de toevloed van nieuwe handelaars.

© Stefaan Anrys

Dankzij hun bezoekersbadge en de anti-diefstalbrigades, voelen toeristen zich op hun gemak in de Markets of Warwick.

Participatie en inspraak

Om de markten veiliger en hygiënischer te maken, startte Durban met een stadsvernieuwingsproject, vertelt architect Richard Dobson. Dobson maakte net als de voormalig stadsambtenaar Patrick Ndlovu deel uit van het project en zet nu zijn inspanningen voort in de onafhankelijke non-profitorganisatie Asiye eTafuleni (AeT).

‘Vroeger werd op straat elke dag zo’n 26 ton mealies gekookt, een pap van maïs, en dat boven houtvuurtjes in grote olietonnen. Je kan je inbeelden wat een rook en stank dat veroorzaakte. Ook verkochten handelaars hun traditionele geneesmiddelen op straat of prepareerden zij er koeienkoppen met dumplings, gestoomd brood. Dat is een Zulu delicatesse. De stad wilde grote kuis houden, maar zag algauw in dat het niet zo simpel was.’

‘De stad wilde grote kuis houden, maar zag algauw in dat het niet zo simpel was.’

Dus gooide het stadsbestuur het over een andere boeg en startte een doorgedreven proces van participatie en inspraak, en werden niet alleen bewoners, handelaars maar ook ambtenaren van allerlei diensten betrokken: gezondheid, politie, afvalverwerking, huisvesting, etc. In de jaren tachtig hadden de handelaars zichzelf reeds georganiseerd in verenigingen, zoals The Informal Traders Management Board, en die werden dan ook aangezocht door de overheid.

Het startschot was de ‘grote opkuis’ van 1996, die komaf moest maken met het vuilnis dat zich tijdens jaren van verwaarlozing en repressie door de overheid had opgestapeld. Aanvankelijk gepland in drie maanden, zou de clean-up uiteindelijk zes maanden duren. Gelijk zette de grote operatie de toon voor een intense samenwerking en kennismaking tussen stadsambtenaren, planners, wijkbewoners en handelaars.

© Stefaan Anrys

Eén van de leiders en aanspreekpunten van de informele handelaars.

Misdaad teruggedrongen

In de jaren die volgden zouden tal van projecten en programma’s tot stand komen, die handelaars én bezoekers meer comfort boden: van de bouw van markthallen tot de installatie van toiletten en EHBO-kits. Anti-misdaadbrigades drongen het aantal moorden en diefstallen fors terug en snelcursussen alsook ingrepen in de infrastructuur gaven meer rechtszekerheid aan de informele handelaars, ten aanzien van de vaak arbitraire en corrupte politieagenten.

‘We organiseerden workshops met juristen en richtten ken-je-rechten-programma’s in waarbij we straatventers trainden in een bepaald domein’, aldus Dobson. ‘Zo kon de man in het kraam naast je een specialist in inbeslagnames worden en je vertellen hoe je daartegen te verweren.’

Wereldwijde koploper

Het project Warwick Junction zou internationaal heel wat prijzen in de wacht slepen en zette andere steden aan het denken. ‘In een land dat bekend stond om ruimtelijke segregatie, had Durban als eerste stad een eigen beleid voor informele werkers uitgetekend’, aldus Dobson. ‘Dit stadsvernieuwingsproject was uniek in zijn soort en vond navolging in India.’

Dobsen tekent hoogtepunten op, zoals de constructie van een nagelnieuwe – en best goedkope – overdekte “kruidenmarkt” op een doodlopende fly-over. Hier worden door zowat 700 verkopers naar hartelust traditionele kruiden, dierenhuiden en allerhande muthi aan de man gebracht, op nog geen boogscheut van het stadhuis. Verboden onder Apartheid, wordt deze koopwaar nu als het ware met steun van het lokale stadsbestuur aan de man gebracht! We mogen er geen foto’s nemen, want de Izinyanga - traditionele genezers - staan op hun privacy.

© Stefaan Anrys

Kleiballen (5,5 ZAR/Stuk) worden gegeten of op het lichaam gesmeerd, veelal door traditionele genezers.

FIFA

Maar ook Warwick Junction kende zijn opdoffers, zoals toen het stadsbestuur zich voornam om in de aanloop naar de FIFA-Wereldbeker een honderd jaar oude versmarkt af te breken voor een winkelcentrum.

© Stefaan Anrys

Eind jaren negentig renoveerde de stad de vroegmarkt.

Met de hulp van mensen als Dobson, die het stadsbestuur de rug toekeerde, en sympathiserende media die de kaart trokken van het intussen gepimpte Warwick Junction, hebben de marktkramers zich hiertegen kunnen verzetten.

Ook de toeristische rondleiding is toen ontstaan. De handelaars wilden de wereld laten zien dat informele economie werkt en niet synoniem stond voor vuil en gevaarlijk: tegelijk een sluipoperatie om de afbraak van hun versmarkt tegen te houden.

‘De shoppingmall is er niet gekomen’, lacht Dobson. ‘Wij hebben met succes kunnen aantonen dat de afbraak van de groenten- en fruitmarkt liefst 80.000 mensen in de kou zou zetten, terwijl een shoppingmall hoogstens 400 mensen een tijdelijke job zou geven. Want voor elke handelaar die je hier kan zien, zijn er weer drie tot vijf anderen in de weer: kruiers, nachtwakers, mannen die goederen aan- en afvoeren en ga zomaar door. Bovendien moet één informele handelaar 7 tot 12 monden voeden.’

‘Het was een mijlpaal, maar tegelijk groeide het besef dat Warcick niet per se zou blijven duren. Zal het er morgen nog staan? Niemand die het weet. Daarom ook proberen we van de handelaars ook activisten te maken, waakzame burgers.’

Informele economie groeit

Ofschoon de situatie van de straatventers en marktkramers in Warwick Junction nog altijd niet benijdenswaardig is – zeker de overwegend vrouwelijke verkopers op de versmarkt zijn er financieel beroerd aan toe – heeft ‘Het Project’, zoals het genoegzaam is gaan heten, hun levensomstandigheden toch verbeterd.

© Stefaan Anrys

Met de slabakkende economie, zullen nog meer jongeren in het informele circuit terechtkomen.

In Zuid-Afrika werkt 16 tot 20 procent van de werkende bevolking in de informele industrie en hun aantal zal met een verjongende bevolking, een slabakkende economie en een niet aflatende migratie, ook vanuit het platteland naar stad, wellicht enkel toenemen. Net zoals elders in Afrika en misschien ook onder de kerktoren in Vlaanderen. Tijd dus om out of the box te denken en niet louter aan repressie en clean up-operaties te doen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.