Van slavin tot zelfstandige in Zuid-India

Hoewel tempelslavernij in India verboden is, komt de praktijk met name in het zuiden van India, bij meisjes uit de laagste kasten, nog steeds voor. Steeds meer van deze vrouwen weten zich echter te ontworstelen aan slavernij en uitbuiting.

  • © Stella Paul/IPS BhagyaAmma, een dalitvrouw en voormalige tempelslavin ondersteunt zichzelf nu door geiten te hoeden. © Stella Paul/IPS
  • © Stella Paul/IPS Dalitvrouwen en hun kinderen werken samen om tempelslavernij te bannen in de Zuidwest-Indiase deelstaat Karnataka. © Stella Paul/IPS
  • © Stella Paul/IPS Een van de honderden illegale mijnen in het district Bellary in India dat tot 2011 ongehinderd open bleef. In 2011 verbood het Indiase Hooggerechtshof alle illegale mijnbouwactiviteiten. © Stella Paul/IPS

Niet zo lang geleden waren beide vrouwen nog slaven.

HuligeAmma, een dalitvrouw van middelbare leeftijd, buigt zich over een naaimachine en laat de naald voorzichtig de zoom van een shirt stikken. Vlakbij haar zit Roopa, haar 22-jarige dochter.

Ze lacht hartelijk terwijl ze een berichtje op haar mobiele telefoon leest.

De vrouwen leiden een eenvoudig maar tevreden leven met slechts een halve dollar per dag aan inkomen. Ze maken hun eigen kleding en doen mee aan opleidingsprogramma’s in het district Bellary, in de Zuidwest-Indiase deelstaat Karnataka.

Niet zo lang geleden waren beide vrouwen nog slaven. Ze hebben een moeizame weg afgelegd om te komen waar ze nu zijn. Daarbij werden ze geconfronteerd met twee hardnekkige problemen in de mineraalrijke staat: de praktijk van seksslavernij in hindoetempels en gedwongen arbeid in illegale mijnen. De regio beschikt over 25 procent van de ijzerertsreserves in India.

Uiteindelijk wisten ze zich te bevrijden uit beide werelden. Nu zijn ze vastbesloten hun zwaarbevochten en bescheiden bestaan in stand te houden.

© Stella Paul/IPS

Dalitvrouwen en hun kinderen werken samen om tempelslavernij te bannen in de Zuidwest-Indiase deelstaat Karnataka.

Tempelprostitutie

‘Het enige wat ik wist was dat ik niet zou trouwen, omdat ik nu van de godin was.’

‘Ik was twaalf jaar oud toen mijn ouders mij aanboden aan de godin Yellamma (in de hindoewereld bekend als ‘de godin van de gevallenen’). Er werd tegen mij gezegd dat ik nu een devadasi was’, zegt HuligeAmma.

‘Ik had geen idee wat dat betekende. Het enige wat ik wist was dat ik niet zou trouwen, omdat ik nu van de godin was.’

De devadasi-traditie – de praktijk waarbij meisjes uit voornamelijk lagere kastes aangewezen worden om een bepaalde godheid of tempel te dienen – kent een eeuwenoude geschiedenis in Zuid-India. Ooit hadden deze vrouwen een hoge status in de samenleving, maar onder het Britse koloniale bestuur kwamen tempels zonder geld te zitten en veranderde ook de positie van de tempelslavinnen.

De devadasis, die in de armoede belandden en door hun gebondenheid aan de goden geen ander werk konden doen, werden in veel staten in India in feite prostituees. Dat resulteerde in 1988 in een verbod op het systeem van tempelslavernij in India.

De praktijk komt echter nog steeds voor, zoals blijkt uit het verhaal van HuligeAmma. Zodra ze ouder werd, zegt ze, kwamen mannen haar ‘s nachts bezoeken om seksuele diensten van haar te eisen. Ze kreeg vijf kinderen van vijf verschillende mannen. Niet een van die mannen nam zijn verantwoordelijkheid voor het kind.

Na de geboorte van het laatste kind vluchtte HuligeAmma wanhopig uit de tempel. Ze ging naar Hospet, een stad dichtbij Hampi in het noorden van Karnataka. Daar vond ze al snel werk in een open mijn, een van de vele die het district telde tussen 2004 en 2011. Zes jaar lang werkte ze daar van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat. Samen met haar dochter Roopa verdiende ze ongeveer 74 eurocent per dag.

Ze wist aanvankelijk niet dat het om illegale mijnbouw ging. Maar de politie deed er geregeld invallen waarbij arbeiders werden gearresteerd. Ze werden pas weer vrijgelaten als ze ongeveer 4 euro betaalden. Op deze manier kwamen arbeiders in de schuld te staan bij de mijnexploitanten.

In 2009, toen HuligeAmma het zware werk en de constante avances van mannelijke arbeiders – die haar vanwege haar verleden als een gemakkelijke prooi zagen – niet meer aankon, meldde ze zich bij de niet-gouvernementele organisatie Sakhi Trust. Die hielp haar een nieuw leven op te bouwen.

Momenteel volgen al haar kinderen een opleiding en Roopa werkt als jongerencoördinator bij Sakhi Trust. Ze wonen in Nagenhalli, een dalitdorp waar HuligeAmma werkt als naaister. Ook geeft ze naailes aan jonge meisjes in het dorp.

© Stella Paul/IPS

Een van de honderden illegale mijnen in het district Bellary in India dat tot 2011 ongehinderd open bleef. In 2011 verbood het Indiase Hooggerechtshof alle illegale mijnbouwactiviteiten.

Onaanraakbaar

Voor veel van de ongeveer tweehonderd miljoen dalits in India is er geen licht aan het einde van de tunnel.

Voor HuligeAmma en Roopa mag het verhaal goed afgelopen zijn, voor veel van de ongeveer tweehonderd miljoen andere dalits in India is er geen licht aan het einde van de tunnel.

De groep die ooit beschouwd werd als ‘onaanraakbaar’ is divers. Het gaat om zogenoemde kastelozen, maar ook om andere gemarginaliseerde groepen.

Zo zijn er de Madiga-dalits, die schoenen maken en dieren villen – werk dat veel hindoes beneden hun waardigheid vinden.

De meeste devadasis in Zuid-India komen uit deze groep, zegt Bhagya Lakshmi, sociaal activist en directeur van de Sakhi Trust. Alleen al in Karnataka zijn er naar schatting 23.000 tempelslavinnen. Negentig procent daarvan is dalit.

Laksmi, die al twintig jaar met Madiga-dalits werkt, zegt dat de vrouwen als ze opgroeien niet beter weten dan dat ze gediscrimineerd en onderdrukt worden. Het devadasi-systeem is niets minder dan geïnstitutionaliseerd geweld, zegt ze, gebaseerd op kasten. Het zet dalitvrouwen op een koers die bijna gegarandeerd leidt tot verdere uitbuiting, inclusief onbetaalde of slechtbetaalde arbeid. Zelfs in de illegale mijnen krijgen dalits veel minder betaald dan andere arbeiders.

India draagt voor 7 procent bij aan de wereldwijde ijzerertsproductie. Hoewel het Indiase Hooggerechtshof in 2011 alle illegale mijnbouwactiviteiten verbood, wordt die wet nog steeds ontdoken door rijke industriëlen. Het verbod heeft het echter wel gemakkelijker gemaakt de praktijken aan te pakken. Dat geldt ook voor het religieus gesanctioneerde seksuele misbruik.

Onder dalits in Zuid-India is de geletterdheid in sommige gebieden niet meer dan ongeveer 10 procent. Met hulp van Sakhi Trust gaan zeshonderd Madiga-meisjes nu naar school.

Lakshmi Devi Harijana uit het dorp Danapura, is de eerste Madiga-vrouw in de regio die les geeft op de universiteit. Vijfentwintig andere vrouwen uit haar dorp hebben hun universitaire opleiding afgemaakt. Een revolutionaire ontwikkeling voor deze vrouwen. Hoewel sommigen in het intellectuele circuit blijven hangen, zijn er ook die teruggaan naar hun dorp en daar eenvoudig naaiwerk doen of vee hoeden.

BhagyaAmma, een voormalige tempelslavin die ook een aantal jaren in de mijnen werkte, zorgt nu voor de twee geiten die ze kocht voor 90 euro. Ze hoopt ze tijdens het offerfeest door te verkopen voor ongeveer 175 euro. Wat ze daarmee verdient, is voldoende voor haar basisbehoeften, zegt ze.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.