Vergrijzing is goed voor het klimaat

In de meeste landen leven mensen steeds langer en krijgen ze minder kinderen. Daardoor wordt de bevolking gemiddeld ouder dan vroeger. In westerse landen is de trend nog duidelijker en spreekt men van vergrijzing, met stijgende kosten voor pensioenen en gezondheid, en een krimpende actieve bevolking.

Toch heeft vergrijzing niet alleen nadelen, zeggen onderzoekers van het Max Planck Instituut voor Demografisch Onderzoek en de Universiteit van Washington. ‘Om een meer compleet beeld van een verouderende bevolking te geven, moet je zowel de positieve als negatieve effecten tonen’, zegt Elke Loichinger van het Internationaal Instituut voor Toegepaste Systeemanalyse in Oostenrijk, die meewerkte aan het onderzoek.

De wetenschappers kozen Duitsland als voorbeeld omdat het land de tweede oudste bevolking ter wereld heeft, na Japan. Ze vonden verschillende aspecten waar een oudere populatie voordelen kan hebben in combinatie met andere demografische trends. Zo kan de maatschappij productiever worden door een hogere mate aan opleiding, en kan rijkdom gedeeld worden met jongere generaties.

Milieu

De piek in CO2-uistoot door de volwassenheid van de babyboomgeneratie kan na 2020, als er steeds meer mensen ouder dan tachtig zijn, weer dalen.

Maar de meest opvallende conclusie is dat de vergrijzing goed kan zijn voor het milieu. De onderzoekers verwijzen naar de vaststelling dat CO2-uitstoot stijgt naarmate kinderen volwassen worden, meer eigen middelen verwerven en energie-intensieve goederen en diensten consumeren. Na het pensioen dalen die emissies met ongeveer 20 procent.

Als de bevolking van een land ouder wordt, zal die hetzelfde patroon volgen, stellen de onderzoekers. De piek in CO2-uistoot door de volwassenheid van de babyboomgeneratie kan daardoor na 2020, als er steeds meer mensen ouder dan tachtig zijn, weer dalen.

Hoewel de studie, die begin deze week verscheen in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS One, zich richt op Duitsland, stellen de onderzoekers dat de bevindingen voor heel wat verouderende maatschappijen gelden, in meer of mindere mate afhankelijk van de specifieke situatie van het land.