Voedselcrisis dreigt in Syrië

De droogte van de voorbije maanden zou de gevolgen van de oorlog drastisch kunnen versterken in Syrië. Het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties toont aan dat er in het regenseizoen, dat van oktober tot midden mei loopt, slechts de helft zoveel regen viel als normaal. Experten zijn weinig optimistisch dat het laatste kwart daarvan het tekort aan neerslag nog kan opvangen.

Graanoogst

‘Er staan miljoenen extra mensenlevens op het spel door deze situatie’, reageerde WFP-woordvoerster Elisabeth Byrs aan Al Jazeera op het rapport. ‘Het aantal Syriërs in nood kan stijgen van 4,2 miljoen naar 6,5 miljoen.’

Die nakende dorheid zal een ook serieuze impact hebben op de graanoogst van volgende maand. De tarweproductie wordt geschat op 1,7 à twee miljoen ton, een daling van bijna dertig procent ten opzichte van vorig jaar. De ergst getroffen gebieden, zoals Aleppo, Idlib en Hama, staan in voor de helft van de tarweopbrengst van het land. Ondertussen doet de toenemende afhankelijkheid van graaninvoer uit het buitenland de voedselprijzen de lucht ingaan.

Ook andere gebieden leunen aan bij de ernstige droogte tussen 2006 en 2010. Na die pre-conflictperiode verhuisden toen ongeveer een miljoen Syriërs noodgedwongen en kwamen in overbevolkte steden terecht.

Maatschappelijke problemen

Begin 2014 waarschuwde journalist en Midden-Oostenkenner Thomas Friedman in een column van The New York Times al voor de impact van de klimaatverandering: ‘In 2010 kon er niet gereageerd worden op de aanhoudende droogte en toen was er nog een Syrische overheid. Stel u voor wat er zal gebeuren wanneer Syrië nog eens geconfronteerd wordt met een ernstige droogte nadat veel van zijn infrastructuur is vernietigd door een burgeroorlog.’

Opmerkelijk was dat de VS in 2008, toen het regentekort piekte, al vreesden dat de milieuproblemen de opstand in Syrië zouden aanwakkeren. Op WikiLeaks is een telegram terug te vinden waarin de Amerikaanse ambassade in Damascus haar ongerustheid over een mogelijk conflict uit aan het ministerie van Buitenlandse Zaken.

‘Wanneer het niet begint te regenen, zal de droogte opnieuw veel slachtoffers eisen’

In het document wordt Abdullah bin Yehia aangehaald, een medewerker van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO). Yehia was bezorgd over aanhoudende droogte in grote delen van het land en pleitte voor internationale hulp aan de boeren. Zijn vrees voor een verhuis en de daarbij aansluitende maatschappelijke problemen bleek niet onterecht.

Het VN-rapport benadrukt dat er geen verandering zal komen zolang het conflict blijft duren. De oorlog verwoest immers de irrigatiecapaciteit en infrastructuur en zorgt voor een groot onveiligheidsgevoel op de velden.

Een vijfde minder voedselpakketten

Het Wereldvoedselprogramma slaagde er de voorbije weken in om de veertien Syrische provincies te bereiken na akkoorden over een staakt-het-vuren. De instelling werkt er samen met een dertigtal partners en voorziet ook voedsel en vouchers voor anderhalf miljoen Syrische vluchtelingen in de buurlanden.

Maandag deelde adjunct-directeur Amir Abdulla aan Al Jazeera nog mee dat het WFP in maart 4,1 miljoen burgers kon helpen, maar toch blijft het moeilijk om genoeg steun te bieden. Er is wekelijks dertig miljoen euro nodig om de hele operatie te financieren, een bedrag dat volledig van vrijwillige donaties moet komen.

Het WFP kondigde deze week ook aan dat het een vijfde van haar voedselpakketten voor Syrische families zal moeten schrappen omdat het geld van internationale donoren op zich laat wachten. Er zou nog maar 22 procent van de nodige fondsen zijn binnengekomen.

‘We hebben samen met onze partners veel moeite gedaan om die vier miljoen mensen te kunnen helpen’, stelde coördinator Muhannad Hadi op de website van het WFP. ‘Wanneer het niet begint te regenen, zal de droogte opnieuw veel slachtoffers eisen. De getroffen gemeenschappen hebben amper tijd gehad om te herstellen van de crisis voor 2010.’