Windmolens geen groot gevaar voor vogels

De invloed van windmolens op de vogelpopulaties blijkt eerder klein.

Na analyse van 116 studies over de doodsoorzaak van vogels in de Verenigde Staten en Canada, berekenden wetenschappers van de Universiteit van Stanford en onderzoeksbureau West dat in Noord-Amerika jaarlijks 134.000 tot 230.000 zangvogels omkomen bij botsingen met windmolens. Voor alle vogelsoorten schatten de onderzoekers het totaal op 368.000.

Dat lijkt veel, maar de cijfers verbleken bij de tol van botsingen met gebouwen en gsm- en radiomasten, die naar schatting 6,8 miljoen dieren het leven kosten. En de vogels hebben pas echt te vrezen van huiskatten, die jaarlijks 1,4 tot 3,7 miljard vogels op het geweten hebben.

De invloed van windmolens op de vogelpopulaties blijkt eerder klein: bij de zwaarst getroffen soort, de blauwe zwartkeelzanger, gaat het om 0,043 procent van de populatie. Bij de achttien soorten met de hoogste sterfte schommelt het percentage tussen 0,008 en 0,038 procent, veel lager dan de bijvoorbeeld sterfte door gsm-masten (1,2 tot 9 procent).

Klimaatverandering

Wetenschappers wijzen erop dat windmolenparken de vogels uiteindelijk ten goede komen. ‘Deze bevindingen komen amper een week na nieuwe rapporten over echt grote bedreigingen waar alle vogelpopulaties mee te maken krijgen, waaronder de klimaatverandering’, zegt Terry Root van de Universiteit van Stanford en een van de auteurs. ‘Met de juiste maatregelen kan windenergie een oplossing vormen voor die ernstige bedreigingen.’

Het onderzoek, dat maandag verscheen in het tijdschrift PlosOne, kan een belangrijk argument zijn bij de bouw van nieuwe windmolenparken, met name in de VS. In december vorig jaar kreeg de regering-Obama zware kritiek van vogelorganisaties toen ze nieuwe regels voor windmolenparken aankondigde. Onder de nieuwe vergunningen waren botsingen met arenden niet langer strafbaar.