Is iedereen geen slachtoffer van 22 maart?

De aanslagen van 22 maart hebben een schokgolf gejaagd door de Belgische samenleving. Zelden zagen we de verpersoonlijking van haat en vernieling van zo dichtbij, schrijft Melat G. Nigussie in een opiniestuk dat ze naar de redactie van MO* stuurde. Jammer genoeg krijgen we de kans niet om de opgelopen trauma’s te verwerken. ‘Elke dag is er een nieuw opbod van polarisering, tegenstellingen, conflict’, betreurt ze.

  • © Melat Gebeyaw Nigussie © Melat Gebeyaw Nigussie

Eén jaar later. Ik zou iets kunnen zeggen over de genadeloosheid van de tijd. Over hoe ongelofelijk het is dat we alweer 365 dagen verwijderd zijn van die noodlottige lentedag. Of iets over hoe snel collectief verdriet plaatsmaakt voor individueel, dagelijks klein en groot verdriet. Over hoe verwonderlijk het is dat trauma’s ondergesneeuwd geraken onder de banale rompslomp van alledag om zich dan in alle hevigheid een weg te banen naar de oppervlakte. Maar ik vind de juiste toon niet.

Hoe vind je immers woorden voor een onbeschrijfelijke daad? Hoe kan taal de krater opvullen die die dag in ons bewustzijn heeft geslagen? Zelden zagen we de verpersoonlijking van haat en vernieling van zo dichtbij. Uit pure radeloosheid ben ik zelf na het bericht van de aanslagen gaan aankloppen bij mijn onderbuurvrouw, op zoek naar het soort troost dat enkel menselijke warmte kan bieden. Op zoek naar een bevestiging van het leven.

Elke dag is er een nieuw opbod van polarisering, tegenstellingen en conflict.

Wanneer woorden te kort schieten, is er plaats voor stilte, voor bezinning. Maar net dat is er te weinig geweest. Een kakofonie van geluiden, beelden, nieuwsberichten heeft ons sindsdien murw geslagen. Elke dag is er een nieuw opbod van polarisering, tegenstellingen, conflict. De ander is de vijand. Omdat hij anders bidt, eet, woont, feest, liefheeft.

Wanneer in dit alles zijn we elkaars menselijkheid uit het oog verloren?

22 maart had een wake-up call moeten zijn, maar wat er op die nietsvermoedende zachte voorjaarsdag is gebeurd, heeft ons allen net in een diepe slaap gewiegd.

Onder het mom van de onverbiddelijke war on terror, proberen politici er wetten doorheen te sluizen die voordien ondenkbaar waren: de vreemdelingenwet en een burgerschapsexamen voor mensen die hier geboren en getogen zijn. Onze grondwet, onze gewaarborgde vrijheid en gelijkheid, onze basisrechten, de fundamenten van onze rechtsstaat, kortom, de redenen waarom mijn ouders tweeëntwintig jaar geleden hebben besloten hun toekomst hier op te bouwen, staan vandaag onder druk.

Als er één ding waar is, dan wel dit: we zitten allemaal in hetzelfde schuitje.

Elke dag neem ik de metro. Het vlees is nu eenmaal zwak, en soms voel ik mij overmand door een onbeschrijfelijke paniek. Wanneer we stilstaan in een donkere tunnel, staat ook mijn hart even stil. Allerlei doemscenario’s flitsen dan voorbij. Met alle kracht van de wereld probeer ik die gedachten uit mijn hoofd te verdringen. Ik wil niet in angst leven. Op die momenten zoek ik oogcontact met mijn medepassagiers. Op zoek naar een blijk van herkenning, geruststelling. Een bevestiging van het leven.

Want als er één ding waar is, dan wel dit: we zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Dit piepklein volgebouwd landje waar elf miljoen mensen veel te dicht op elkaar leven. Waar niemand de tekst van het volkslied kent. Waar iedereen maar altijd over het weer aan het praten is om het niet over andere zaken te hebben. Waar we vreemd opkijken als we onverwachts bezoek krijgen. Het land dat bijna niemand in mijn geboorteland Ethiopië op een kaart kan aanduiden. Waar compromissen sluiten en belastingontduiking de nationale sport zijn. Waar torenhoge clichés die we graag over onszelf geloven robuust standhouden.

Allemaal zijn we een beetje gebroken die dag. Maar nooit voelde ik mij meer verbonden met mijn landgenoten en met mijn prachtige stad Brussel. Laten we die verbondenheid blijven opzoeken, laten we telkens op zoek gaan naar een bevestiging van het leven. Dit absurde land met drie talen, drie gemeenschappen, zes regeringen. Het land dat elke dag nieuwe manieren vindt om mij te vertellen dat ik hier niet thuishoor. Maar het is het land dat ik ondanks alles steevast verdedig wanneer ik in het buitenland vertoef, het land dat ik het mijne noem. Het land waar ik verliefd werd. Waar ik mezelf zoek en hoop te vinden.

Melat G. Nigussie is germaniste, projectcoördinator en mede-oprichtster van het collectief “Belgian Renaissance”.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.