De Europese islam is er vooral voor ongelovige Europeanen

Hoe talrijker en dwingender de oproepen voor een Europese islam, hoe ongemakkelijker ik ervan word. Een verkenning van mijn eigen irritatie in zes stappen, van christelijke theologie over geopolitieke misrekeningen tot heel gewone goedheid.

  • CC The Urban Scot (CC BY-ND 2.0) Brick Lane, Londen CC The Urban Scot (CC BY-ND 2.0)
  • CC Bogdan Migulski (CC BY-ND 2.0) Mezquita, Cordoba CC Bogdan Migulski (CC BY-ND 2.0)
  • CC Dietmut Teijgeman-Hansen (CC BY-NC-ND 2.0) Mevlana moskee, Rotterdam CC Dietmut Teijgeman-Hansen (CC BY-NC-ND 2.0)
  • CC Omnia_Mutantur (CC BY-NC-ND 2.0)  Institut du Monde Arabe, Parijs CC Omnia_Mutantur (CC BY-NC-ND 2.0)
  • CC txmx2 (CC BY-NC-ND 2.0) CC txmx2 (CC BY-NC-ND 2.0)

Het lijkt een idee waarvoor de tijd gekomen is, want iedereen wil een Europese islam. Dat wil zeggen: de opiniemakers die in Europa een podium krijgen, hebben beslist dat ze de islam pas aanvaardbaar zullen vinden indien hij hervormd wordt naar het beeld en de gelijkenis van het geseculariseerde Europa, waarin de religie terechtgekomen is.

Dat die geëiste evolutie al enkele decennia aan de gang is, met horten en stoten, met twee stappen achteruit tegen eentje vooruit, met meer vragen dan antwoorden: dat lijkt niet relevant, want dat is een evolutie van binnenuit. “Wij” willen aan het stuur zitten, zelfs als het gaat over een godsdienst waartoe we ons niet bekennen. Intussen vergeten we bewust hoe ingewikkeld culturele aanpassingsprocessen zijn.

1. Is de vorm de boodschap?

De eerste keer dat de vraag me overviel, was decennia geleden, met een paar Mormoonse predikanten.

De inhoud van hun verhaal was me behoorlijk vreemd, al ben ik voldoende vertrouwd met bijbelse verhalen en achtergronden om de context en heilsleer te kunnen plaatsen. Maar wat ik echt vreemd vond, was hun klaarblijkelijke behoefte om die boodschap te verankeren in op zich volstrekt vergankelijke culturele vormen.

Als je van Ohio verhuist naar Leuven om de lokale heidenen te bekeren, doe dan tenminste een echte trui aan, en een parka

De nette pakjes, de gladgeschoren blonde jongens, de degelijke maar fantasieloze fietsen: het was allemaal onmiskenbaar de braafste middenklasse uit de landbouwgordel van de Verenigde Staten. Van culturele aanpassing –aan de rebelse Leuvense studentencontext van de jaren zeventig- was in de verste verten geen sprake. En ik begreep dat niet.

Als je van Ohio verhuist naar Leuven, en zeker als je dat doet om de lokale heidenen te bekeren, doe dan tenminste een echte trui aan, en een parka, en probeer dán de locals te overtuigen van de relevantie van je verhaal voor hun leven. Niet dus. De cultuur en de boodschap leken één en ondeelbaar.

Het toeval wil dat er in diezelfde jaren zeventig binnen de christelijke kerken een stevig debat woedde over de noodzaak en de mogelijkheden om de kern van de geloofsboodschap te “inculturaliseren”. Dat sloeg niet op Amerikaanse sekten die zich op Europese bodem begaven, want die waren daar dus duidelijk niet in geïnteresseerd, maar op de manier waarop de religieuze praktijk vormgegeven moest worden in niet-Europese omgevingen.

Want na het Tweede Vatikaans Concilie was plots het besef doorgedrongen dat het christelijke geloof dat de eeuwen daarvoor de wereld was rondgedragen wel héél Europees was in vorm, taal en moraal. In de geest van kritische zelfbevraging van die tijd werd de vraag gesteld waarom onze manier van denken en vieren per se opgelegd moest worden aan mensen en gemeenschappen die hun eigen tradities hadden waarbinnen de kernboodschap van Jezus net zo goed, maar anders beleefd kon worden.

Waarom moest onze manier van denken en vieren per se opgelegd worden aan mensen en gemeenschappen die hun eigen tradities hadden?

In de zomer van 1977 bracht ik samen met de uit Los Angeles afkomstige theologie-doctorandus Ken Weare drie maanden door in Tanzania. Op basis van dat verblijf publiceerden we een serie artikels in het Amerikaanse weekblad National Catholic Reporter. Een van die stukken –Christ and Culture in Tanzania- ging over inculturalisering: was er behoefte aan een Afrikaans christendom, en hoe zou dat er dan uitzien?

Een van de voorbeelden die we gaven, ging over een liturgisch experiment bij Masai-gemeenschappen. Tijdens de eucharistieviering maakte de priester geen gebruik van wijn, omdat dat voor de Masai een onbekende referentie was: als ze al wijn kenden, dan was het dure en slechte wijn die met de kolonisatie binnengebracht was, niet een drank die leven, samenzijn en verbondheid opriep.

Als alternatief koos de priester voor geitenbloed. Voor Masai en andere pastoralisten in Oost-Afrika is het aftappen en drinken van bloed van hun vee verbonden met overleven, rijkdom en traditie, het is een herkenbare en cultureel rijke referentie. Wij vonden dat een benadering die minstens getuigde van creativiteit en de wil om de religie te inculturaliseren.

Een belangrijk deel van de lezers zag dat heel anders en dwong de bisschop van de regio om publiek afstand te nemen van de beschreven praktijk –wat de betrokken prelaat ook deed: hij ontkende dat dergelijke experimenten ooit hadden plaatsgevonden.

De constante is de overtuiging dat de Europese normen, vormen en ervaringen bepalend zijn, eender waar, eender wanneer, eender voor wie.

Er is veel meer te vertellen over inculturatie en de discussies die daarover plaatsvonden in de Europese en wereldwijde kerken. Alle verhitte debatten ten spijt, resulteerden de pogingen om een echt Afrikaans, Aziatisch en zelfs Latijns-Amerikaans christendom uit te bouwen niet in duurzame of tastbare vormen. En –nog belangrijker- is dat het verzet tegen die inculturalisering vooral uitging van conservatieve kringen.

Als professor Barabas de voornaamste tegenstanders van een echt Afrikaans christendom via zijn teletijdsmachine van 1976 naar 2016 zou flitsen, dan zou je wellicht meteen een club overtuigde voorstanders hebben van de idee dat een Europese islam hier en nu noodzakelijk is, met of tegen de zin van de moslims.

Die tegenstelling is enkel schijn, want de constante is de overtuiging dat de Europese normen, vormen en ervaringen bepalend zijn, eender waar, eender wanneer, eender voor wie.

2. De islam in de handen van witte mannen?

CC Bogdan Migulski (CC BY-ND 2.0)

Mezquita, Cordoba

De Europese islam, dus. De idee wordt gepresenteerd als een vanzelfsprekende inculturatie van een religie in de context van de nieuwe thuislanden van miljoenen migranten en hun nageslacht. Maar bijna alle moslims die ik ken, reageren allergisch op die recente pleidooien voor een Europese islam. Niet omdat ze voorstander zijn van een ultra-conservatieve belijdenis of omdat ze zouden geloven dat de boodschap van de Koran alleen in een cultureel Arabische gedaante doorgegeven of beleefd kan worden, maar omdat ze geen behoefte hebben aan een geloofsdiktaat van buitenaf.

Een deel van de voorstanders van een Europese islam vindt trouwens dat de staat moet interveniëren om hun project te realiseren, ook al zullend diezelfde mensen de scheiding van Kerk en Staat als een van de eerste principes van de Europese waarden en normen presenteren –een principe dat ook heel hoog op hun lijst van noodzakelijke hervormingen van “de islam” staat.  

Wie weet er beter wat “Europees” is dan de autochtone opiniemakers en machthebbers?

De achterdocht tegenover de pleitbezorgers voor een snelle theologische transitie in de islamitische gemeenschappen in België is op de eerste plaats ingegeven door het feit dat de druk van buitenaf komt: van politieke partijen, opiniemakers en media die meestal geen voeling hebben met wat er echt beleefd en gedacht wordt binnen de islam in België.

Het gevoel is dat het pleidooi voor een Europese islam dan ook vooral moet dienen om de geloofsgemeenschap te domesticeren.

Want wie weet er beter wat “Europees” is dan de autochtone opiniemakers en machthebbers? Met andere woorden: moet iedereen die aanvaardt dat er een Europese islam moet komen, ook niet meteen aanvaarden dat niet-moslims de sleutel in handen hebben om te bepalen welke richting het islamitische geloof in Europa uit moet gaan?

Is het dan vreemd dat de meeste moslims geen boodschap hebben aan een vernieuwingsoproep die bijvoorbeeld Etienne Vermeersch, Maarten Boudry, Koen Geens of Rik Torfs een beslissende stem in hun interne geloofsgesprek zou geven?

3. Het ongemakkelijke zwijgen van de meerderheid

CC The Urban Scot (CC BY-ND 2.0)

Brick Lane, Londen

De verdenking dat de dringende en dwingende oproep tot een Europese islam neokoloniale gronden heeft, lijkt mij gegrond. Maar daarmee is het verhaal niet uitverteld.

De populariteit van deze in wezen erg on-Europese ingreep –ten minste als je hem in het historische perspectief plaatst van de visie op de verhouding tussen staat en religie in Europa- heeft immers een heel specifieke context: de toenemende invloed van geloofsinterpretaties en –praktijken die zich op assertieve, aggressieve of zelfs gewapende manier afkeren van de seculiere staat, van het pluralisme die het samenleven in diversiteit onderbouwt én van de interne diversiteit die de wereldwijde islam al eeuwenlang kenmerkt.

Er is toenemende invloed van geloofsinterpretaties en –praktijken die zich afkeren van de seculiere staat, pluralisme én de interne diversiteit in de islam.

Het lukt die diverse en heel horizontaal gestructureerde lokale oemmah blijkbaar niet om de invloed van jihadistische, takfirische en streng salafistische predikanten bij met name jonge moslims in onze steden effectief tegen te gaan. Het feit dat België per duizend moslims in de bevolking het meeste Syriëstrijders levert, is geen detail in deze discussie.

Niet dat ik geloof dat de fameuze Europese islam het juiste antwoord is op het probleem, maar het probleem bestaat wel en is niet te reduceren tot sociale achterstelling en discriminatie –ook al zijn dat heel belangrijke, verklarende factoren.

Aan de kant van de witte mainstream bestaat het gevoel dat de moslimgemeenschappen in België de aanwezigheid van extremistische groepen of tendensen niet (willen) zien of ze minimaliseren.

Moslims, van hun kant, hebben het gevoel dat die witte meerderheid alléén maar aandacht heeft voor die kleine, streng-dogmatische en militante minderheid, en dat iedereen over dezelfde kam geschoren wordt, inclusief mensen die eigenlijk niets met het geloof van hun ouders of herkomstlanden te maken willen hebben. De realiteit is minder zwart of wit, al lijkt het wel zo te zijn dat de extremisten te weinig effectief weerwerk krijgen om hun invloed te beperken, terug te dringen of in de juiste verhouding te tonen.

Dat fenomeen –een zelfingenomen en onverdraagzame minderheid overstemt de diverse meerderheid, en lijkt de instemming te genieten van die meerderheid voor haar overtuigingen en daden- heb ik in extreme vorm aan het werk gezien in Pakistan. Toen ik het daarover had met Muhammed Suheyl Umar, directeur van de Iqbal Academy in Lahore, bevestigde hij mijn vermoeden dat het belang dat gehecht wordt aan zuiverheid en geloofsijver verantwoordelijk is voor de ruimte die extremisten konden innemen in een traditioneel allesbehalve doctrinaire samenleving.

‘De islamisten zijn er jarenlang in geslaagd zichzelf op te voeren als de ware en zuivere gelovigen’, zei Umar. ‘Dat leidde tot steeds grotere twijfel en zelfs wat schuldgevoel bij de meerderheid van de Pakistanen. De extremisten houden zich zeer strikt aan een beperkt aantal regels en voorschriften, en veel moslims die onwetend zijn over hun eigen geloof zijn daarvan onder de indruk. Maar zodra je het moslim-zijn van de gewapende militanten afmeet aan hun omgang met mensen, middelen en macht, blijft er van hun religieuze status niet veel over.’

‘Zodra je het moslim-zijn van de gewapende militanten afmeet aan hun omgang met mensen, middelen en macht, blijft er van hun religieuze status niet veel over.’

Met andere woorden: aangezien roken, drinken, buitenechtelijke seks, woekerwinsten, uitbuiting, bedrog, kortom niets menselijks de moslims vreemd is, voelen veel gewone mensen schaamte als de extremisten spreken over hun eigen zuiverheid en bereidheid om hun leven op te offeren “voor het geloof”. Het stilzwijgen is allesbehalve een instemmend zwijgen, het is een beschaamd zwijgen.

Voor de extremisten maakt dat niet uit en voor de witte meerderheid in Europa evenmin: als de meerderheid zwijgt, wordt de jihadistische rethoriek steeds meer gezien als “de overtuiging van de moslims”.

 

4. Machthebbers en revolutionairen: één strijd?

CC Omnia_Mutantur (CC BY-NC-ND 2.0)

Institut du Monde Arabe, Parijs

Het resultaat is dat ook wetenschappers en verstandige opiniemakers –en in hun zog talloze slecht geïnformeerde burgers- zijn gaan geloven dat “de islam” het probleem is. De godsdienst wordt gewelddadigheid toegedicht, onverdraagzaamheid, discriminatie en onverenigbaarheid met democratie, mensenrechten en andere waarden waaraan in het Westen ten minste groot theoretisch belang gehecht wordt. Dat is het fundament waarop de oproep om een Europese islam te ontwikkelen gebaseerd wordt.

Ik vroeg de Egyptische islamgeleerde Nasr Hamid Abu Zayd ooit wat hij vond van de stelling dat islam en democratie niet verenigbaar zijn. ‘Dat is een stelling die in feite heel nauw aanleunt bij de visie van de moslimfundamentalisten’, reageerde hij.

‘Beide gaan uit van onveranderlijkheid en beide ontkennen de realiteit dat de schriften maar zin hebben als ze geïnterpreteerd worden.’

‘Beide gaan uit van onveranderlijkheid en beide ontkennen de realiteit dat de schriften maar zin hebben als ze geïnterpreteerd worden. Wil je de betekenis van de Koran kennen, dan moet je kijken hoe de islam zich als wereldgodsdienst ontwikkelde en beseffen dat het de gelovigen zijn, miljoenen mensen op aarde die hun leven laten inspireren door deze tekst, die er leven aan geven. De vorm die deze goddelijke inspiratie krijgt, verschilt naargelang de plaats en de periode waarin dat gebeurt.’

Abu Zayd was zelf slachtoffer van de onverdraagzaamheid aan de Al-Azhar universiteitvan Caïro, waar hij werkte. Hij werd tot ketter verklaard en moest daarom scheiden van zijn vrouw, want die mocht niet getrouwd zijn met een “niet-moslim”. Dt maakt zijn genuanceerde antwoord des te relevanter.

Naast de uiterst minoritaire, maar luidruchtige jihad-versie van de islam, is er dus ook nog de streng-dogmatische islam die op heel wat plaatsen religieuze en/of maatschappelijke macht heeft. Die is misschien nog belangrijker als versterkende context voor de jihadi’s dan het stilzwijgen van de massa –wat de facto trouwens niet zozeer een stilzwijgen is, maar een intern gesprek dat niet of weinig gedeeld wordt met de niet-moslim-omgeving.

Die starre maar machtige omgang met het geloof wordt al sinds de jaren zestig of zeventig actief gepropageerd en gefinancierd met petrodollars uit het Arabische schiereiland.

De verstrengeling van dit systeembevestigende islamisme met het revolutionaire, jihadistische  islamisme is in grote mate het resultaat van de Saoedische en Pakistaanse betrokkenheid bij de jihad tegen de Sovjetbezetting van Afghanistan in de jaren tachtig.

Geconfronteerd met die dubbele en gecombineerde opgang van politieke overtuigingen die zich baseren op de islam als geloof, reageerde ex-nationale-veiligheidsadviseur van VS-president Carter, Zbigniew Brzezinski, jaren later met de vraag wat nu het belangrijkste was voor de geschiedenis: het op de knieën dwingen van de Sovjetunie en het einde van de Koude Oorlog, of “een paar opgewonden moslims”?

‘Wat was nu het belangrijkste voor de geschiedenis: het op de knieën dwingen van de Sovjetunie en het einde van de Koude Oorlog, of “een paar opgewonden moslims”?

Het antwoord op de rethorische vraag van Brzezinski is anno 2016 veel minder evident dan rond de eeuwwisseling. We weten intussen hoe gevaarlijk zijn “opgewonden moslims” zijn, niet alleen voor Russische soldaten, maar ook voor westerse burgers, en vooral voor medemoslims die in de weg staan van het utopische project van de jihadisten –of die gewoon op het verkeerde moment op de verkeerde plaats zijn.

De dreiging die van hen uitgaat verklaart waarom die opgewonden moslims een kwarteeuw later toch plaats moeten ruimen en vervangen moeten worden door “Europese” moslims.

Daarmee wordt trouwens niet verwezen naar de geboorte- of woonplaats van de gelovigen, maar naar het waarden- en normenkader dat hun geloofspraktijk moet bepalen. En vooral: naar de machtscentra die de richting en het ritme van de verandering zullen bepalen.

5. Wij zijn geen toeschouwers

CC txmx2 (CC BY-NC-ND 2.0)

 

De opkomst van de gewapende, mondiale jihad de voorbije karteeuw heeft ongetwijfeld vele oorzaken, maar de gewapende interventies van het Westen in het ruimere Midden-Oosten zijn ongetwijfeld doorslaggevend. Dat gaat van de bijna onvoorwaardelijke politieke en militaire steun voor de staat Israël en zijn bezetting van Palestijnse gebieden, over het gebruik van Afghaanse en internationalistische moedjahedien in Afghanistan, tot de Navo-operaties in Irak, Afghanistan en Libië.

Voor de eigen legers en de bewapening van “bondgenoten” –hoe tijdelijk en veranderlijk die categorie ook is- was overigens altijd geld genoeg, terwijl humanitaire of civiele operaties het altijd moesten stellen met een tiende of minder van de middelen. Die realiteit hebben de westerse regeringen in eigen landen succesvol buiten het publieke debat gehouden, maar de bevolkingen van Marokko tot Indonesië hebben het wel opgemerkt, en trekken er hun conclusies uit wat betreft de westerse waarden.

De Navo is mede-oorzaak van het ontstaan, de mondiale verspreiding én de populariteit van het huidige jihadisme, en holt de verondersteld positieve betekenis van woorden als “westers” en “Europees” uit.

De westerse legers, en met name dat van de VS, zijn technologisch niet te verslaan op dit moment. Maar ze stoten wel op een vijand die hardnekkiger is dan voorzien in de militaire draaiboeken: de ideologisch gedreven guerrilla van de mondiale jihadi’s, met hun historische wortels in de antikoloniale strijd en hun actuele drijfveren in de militaire aanwezigheid van het Westen in “de islamitische wereld”.

Niet alleen is het externe optrede van de Navo mede-oorzaak van het ontstaan, de mondiale verspreiding én de populariteit van het huidige jihadisme, het holt ook de verondersteld positieve betekenis van woorden als “westers” en “Europees” uit.

In de jaren 1920 konden Atatürk, de sjah van Iran en de emir van Afghanistan het Europeaniseren van hun landen nog voorstellen als een noodzakelijke vooruitgang –al leverde dat met name in Iran en Afghanistan zo een sterke tegenreactie op, dat er van de opgelegde hervormingen weinig in huis kwam. Vandaag wordt het opleggen van verwestersing meteen verbonden met geopolitieke en geomilitaire verdrukking en bezetting. Niet echt een ideaal vertrekpunt om het over individuele vrijheid, gelijkberechtiging en theologische innovatie te hebben.

Maar wie dat vaststelt, krijgt meteen het deksel op de neus, alsof die feiten benoemen gelijkstaat met soumission aan de dogmatische scherpslijpers van de islam of hun revolutionaire milities.

6. Een heel gewone engel

Eerder deze week verloor ik mijn portefeuille op weg naar het Zuidstation. Ik merkte het aan de Hallepoort omdat daar mijn brillendoos ook op de kasseien viel –mijn boekentas was niet goed dichtgeritst. Teruggelopen, uitgekeken, niets gevonden. Balen, natuurlijk. Want alle bankkaarten moeten geblokkeerd en alle papieren opnieuw aangevraagd (rijbewijs, identiteitskaart, abonnementen, perskaart…)

Tot die avond rond halftien iemand op Facebook vroeg of ik mijn portefeuille kwijtgeraakt was. Hij had die gevonden, aan de Hallepoort. De volgende dag heeft die engel mij alles -echt àlles- teruggegeven. ‘Da’s niets, het is een plicht’, zei de man -een gelovige, Marokkaanse Brusselaar.

Ik vroeg me niet af of zijn geloof onder de noemer “Europese islam” zou vallen. Hij ook niet, wed ik. U wel?

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.