'Van Sinterklaas kreeg ik twee mandarijntjes. Twéé'

Politicoloog Ruddy Doom, op de drempel van het emeritaat

Ruddy Doom, professor politicologie en oprichter van het Centrum voor Derde Wereldstudies aan de Universiteit van Gent, gaat met pensioen. Generaties Vlaamse studenten leerden denken over internationale verhoudingen langs de lijnen, vaak kronkelend en ironisch, die Doom tijdens zijn lessen trok. MO* sprak met de ‘wijze oude man’ van het Vlaamse ontwikkelingsdenken.

  • Bart Lasuy Rudy Doom. Bart Lasuy

Doom is al vele jaren lid van de sp.a, maar bleef altijd kritisch voor structuren en ideologieën, hij keek meer naar de reëel bestaande mens dan naar revolutionaire verhalen over de nieuwe mens die op het punt stond geboren te worden. ‘Ze vragen me waarom ik mijn tijd zit te verdoen in de gemeenteraad van, of all places, Melle (voor de sp.a, nvdr.). Ik antwoord dan: je mag de globale structuren niet uit het oog verliezen, maar er moeten ook riolen aangelegd worden. Mee nadenken over de praktische problemen en beleidsdiscussies voeren, voedt je denken.’ Doom begon aan de universiteit te werken in de woelige jaren zeventig, toen de Noord-Zuidbeweging het daglicht zag en de ontwikkelingslanden een nieuwe orde eisten. We beginnen ons gesprek in die tijd.

Ruddy Doom: Het ontstaan van de Noord-Zuidbeweging past in het begin van de zogenaamde reflexieve democratie die kritisch nadacht over onze rol in de wereld: hoe we overal vrede sloten, terwijl de oorlog in Vietnam bezig was. Ook ons koloniaal verleden kwam in het vizier. Tot dan heette het dat we in de kolonies goed werk hadden verricht. Dat sloeg helemaal om: we hadden alleen maar uitgebuit. Daaruit trok men de conclusie dat het Zuiden er alleen maar uit kan geraken als het op zichzelf kan steunen: selfreliance.

De arbeidersbeweging en klassiek links misten aanvankelijk die trein. Die vertrok vanuit de beginnende groene beweging, Oxfam en de brede beweging van mei ’68 die kritisch stond tegenover de bestaande structuren. De christelijken waren er eerder bij dan de socialisten. Internationale solidariteit werd overigens vaak verwaarloosd in de arbeidersbeweging. Pas later zagen veel linksen het Zuiden als de plaats waar de revolutie mogelijk was die hier niet kon: Vietnam overwon de VS en de guerrillero’s vochten in Latijns-Amerika.

Landen uit het Zuiden riepen op tot een Nieuwe Internationale Economische Orde (NIEO).

Ruddy Doom: Na de Tweede Wereldoorlog had je de Amerikaanse hegemonie en het vasthouden aan het kapitalisme. Latijns-Amerika, met het hoogst aantal geschoolde mensen, was niet toevallig de eerste om daar vragen bij te stellen. Economen als Raul Prebisch beweerden dat we er met die ruilvoet – lage grondstoffenprijzen tegen dure industriegoederen – nooit zouden geraken. Hij pleitte ervoor om met een burgerlijke of een andere revolutie een eigen industrie uit de grond te stampen. De VN-conferentie voor Handel en Ontwikkeling (UNCTAD) kwam daaruit voort: men wilde regels voor de multinationals en akkoorden over betere grondstoffenprijzen. Het Westen holde dat zoveel mogelijk uit.

Maar ook het zuidelijke front was niet perfect. Ivoorkust had weinig zin in solidariteit met het arme Niger. De Organisatie voor Olieproducerende Landen had met de olie een machtshefboom in handen – ze verviervoudigde de olieprijs in 1973 – maar de Saoedi’s en de Golfstaten wilden in het bestaande systeem blijven. Ze brachten hun petrodollars naar westerse banken in plaats van ze te investeren in de Arabische wereld en het oliegeld te gebruiken om de Arabische landbouw te ontwikkelen.

Uiteindelijk waren het die petrodollars, die westerse banken massaal uitleenden aan de ontwikkelingslanden, die zouden leiden tot de grote schuldencrisis van de Derde Wereld.

Ruddy Doom: Voor een groot stuk is dat waar. Maar ondanks die jarenlang aanslepende schuldencrisis was er een fundamentele verschuiving bezig. Eerst was er Japan dat in een mum van tijd een geïndustrialiseerd land werd. We dachten dat het een uitzondering was. Vervolgens had je Zuid-Korea, Singapore en Taiwan die zich snel ontwikkelden: waren dat ook uitzonderingen? En nu zijn er China, India, Brazilië, landen waarvan we nooit gedacht hadden dat ze vijftig jaar later economische giganten zouden zijn die ons uit het centrum van de politieke macht zouden doen verdwijnen. Daarmee is de NIEO nog geen feit, enkel het centrum is verschoven. Kapitalisme is kleurenblind. Het was een vergissing om te denken dat wij altijd centraal zouden blijven.

De NIEO ging dus niet enkel om meer macht en welvaart voor het Zuiden?

Ruddy Doom: Het ging ook over nationalisering en socialisme. Dat eerste is er toch. Tachtig procent van de beursgenoteerde bedrijven in China zijn staatsbedrijven. Ook in Rusland en Brazilië zijn veel staatsbedrijven. Zuid-Afrika zegt ook het Chinese model te willen volgen: overheidsinvesteringen en banenschepping. De Washington-consensus is voorbij. Dit zijn marktgestuurde economieën waar de staat de sleutel vasthoudt in belangrijke sectoren. Je kan dat socialisme met Chinese of Braziliaanse karakteristieken noemen, maar eigenlijk is het gewoon staatskapitalisme, geen neoliberalisme maar ook geen socialisme.

Is er slechts één model dat tot ontwikkeling leidt? Sommigen zien het succes van Oost-Azië als de triomf van het neoliberalisme.

Ruddy Doom: Al die succesvolle opkomende landen zijn juist geen voorbeeld van een vrije markt. In India is de bureaucratische controle wel wat verminderd, maar voor de rest blijft de staat sturen. Veel kansen zijn gegaan naar vriendjes van het regime. Idem in Egypte of in China.

Is democratie belangrijk voor ontwikkeling?

Ruddy Doom: Ik ken de Chinese kunstenaar Ai Weiwei vrij goed. Hij is er ook niet voor om één miljard Chinese boeren meteen stemrecht te geven. Dan beland je in donkere tijden, voorspelt Ai, die nochtans opkomt voor liberale vrijheden. Ik zou het belang van democratie voor economische ontwikkeling sterk relativeren. Mensenrechten zijn iets anders: je hoeft geen mensen te martelen of het zwijgen op te leggen.

Trouwens, de Chinezen zien ook dat Europa, nu het moeilijker gaat, zelf de democratie terugschroeft en in Griekenland en Italië technocratische bankiers benoemt. Ik ben overigens zeer verbaasd dat daar niet meer verzet tegen komt. Over Brussel-Halle-Vilvoorde wordt eindeloos gediscussieerd, maar dat de belangrijkste nationale bevoegdheid, het begrotingsbeleid, grotendeels naar het Europese niveau verhuist, daar ligt kennelijk nauwelijks iemand van wakker!

Ik ben ook verbaasd dat de woede over de banken zo meevalt. Niemand wordt op zijn verantwoordelijkheid gewezen. Integendeel, Herman Verwilst, de vorige CEO van Fortis, zit alweer bij Optima. Ongelofelijk. Die man kreeg bakken geld om een bank te vernietigen. Dat zou ik ook kunnen – en voor veel minder geld!

Hoe kijkt u naar die crisis?

Ruddy Doom: Marx is toch weer relevant. Hij voorspelde dat het kapitaal tijdens grote crisissen naar de financiële sector vlucht.

U bedoelt dat de crisis al lang bezig is en mee verklaart waarom die financiële sector zo enorm is gegroeid?

Ruddy Doom: Dit is een klassieke marxistische crisis van overproductie die al bezig is sinds de jaren tachtig. Na de Tweede Wereldoorlog hadden de VS een hypermodern productie-apparaat, maar er moest voldoende koopkracht tegenover staan om al die producten te kunnen verkopen. Je kan de lonen laten stijgen, maar niet te veel wegens de concurrentie. Als de eigen markt niet volstaat, is er de export. Als je ook daar op concurrenten stoot, moet je nieuwe sectoren of afzetmarkten ontwikkelen, zoals de jeugd. Als dat allemaal geprobeerd is, kan je kunstmatig inkomen scheppen door middel van krediet. Maar zo lever je wel in op toekomstige consumptie.

Dat betekent dat de consumptie de komende jaren relatief laag zal blijven.

Ruddy Doom: Het betekent ook dat de crisis serieus wordt. In zulke omstandigheden gaan de investeringen naar de financiële sector. Daar wordt gespeculeerd en worden allerlei producten ontwikkeld tot het systeem kraakt. Omdat niemand wil dat het helemaal inzakt – dan wordt het pas echt lelijk – heb je de mensen nodig die het hebben opgezet. Daarom blijven dezelfde mensen min of meer op post. De bevolking blijft daar voorlopig vrij kalm bij.

De indignado’s laten zich toch horen?

Ruddy Doom: Ja. Klassiek links mist hier weer de boot: het wil de dialoog met de indignado’s niet aangaan. Spijtig.

Maar willen de indignado’s wel praten met sociaaldemocraten die zo ver meegingen met het systeem?

Ruddy Doom: Dat klopt. Ik geloof met filosofe Chantal Mouffe dat er zich schaarse momenten voordoen waarop verschillende bewegingen echt dialoog en samenwerking met elkaar kunnen aangaan. De rakettenbetogingen waren zo’n moment. Als je dat mist, verkijk je een kans. Ik hoop dat er nog zo’n moment komt.

Hoe raken we uit de crisis?

Ruddy Doom: Er is geen duidelijk alternatief. Als we binnen het systeem blijven, hebben landen de neiging het op elkaar af te wentelen. Sommigen zien licht aan het einde van de tunnel, maar ik denk dat het is zoals in de bergen: een korte pauze voor je in een nieuwe tunnel belandt.

Wat moet er dan gebeuren?

Ruddy Doom: Ik weet het ook niet. De tijd is voorbij dat er een blauwdruk werd gemaakt voor een groot alternatief. Ik denk dat het meer trial and error wordt en als er iets werkt, behouden we dat. Vergeet de grote wereldrevolutie en zoek pragmatisch naar oplossingen. Een beetje zoals de Chinezen hun transformatie hebben aangepakt. Je moet die oplossingen ook nog zien te coördineren op mondiaal niveau. Dat zie ik niet meteen lukken.

Klimaatverandering of de crisis kan je toch niet in één land alleen aanpakken?

Ruddy Doom: Kijk, mijn ouders hebben beide wereldoorlogen meegemaakt, veel ellende dus. En toen maakten die mensen de jaren zestig mee: schitterend. Maar ze wisten meteen dat het niet zou blijven duren. Welnu, ik denk dat ook. Denken dat je de perfecte combinatie van economische groei, banen, geluk en milieubehoud kan blijven vinden, is naïef. Het Westen heeft boven zijn stand geleefd en nu er moet worden ingeleverd, zal dat selectief gaan. De top zal er niet aan meedoen. En dus nemen ongelijkheid en armoede toe.Ook onbegrijpelijk is dat we geen greep krijgen op onze consumptie. We blijven maar 4x4’s kopen en beton gieten. Ik denk nochtans dat we met minder spullen niet per se slechter zullen leven. We moeten niet op een dieet van zelfgekweekte uien leven, maar sperzieboontjes uit Kenia, is dat nodig? Van Sinterklaas kreeg ik als kind twee mandarijntjes. Twee.

Moet in zo’n verandering de overheid niet een grotere sturende rol spelen?

Ruddy Doom: Ja. De markt denkt niet out of the box. Bedrijven maken lampen die snel verslijten omdat dat meer opbrengt. Zo kan het niet verder.

De overheid kan productienormen opleggen, of producten gewoon verbieden, zoals de gloeilamp.

Ruddy Doom: Dat kan, al loopt ook dat soms verkeerd, zoals met de spaarlampen.

Dan moet je dus wel ophouden de overheid als een ramp te zien.

Ruddy Doom: Ideologisch heeft links met Reagan en Thatcher een dreun gekregen waarvan het zich nog altijd niet heeft hersteld. De derde weg van Blair was Thatcher met een laagje vernis. Tegenwoordig is het alsof de staat volksvijand nummer één is, maar iedereen wil wel een goed pensioen en betere wegen. Enerzijds wil men zoveel mogelijk profiteren, maar anderzijds haat men belastingen.

Dat sluit aan bij wat NV-A-voorzitter Bart De Wever onlangs zei: in België werk je tien maanden per jaar voor de staat.

Ruddy Doom: Dat doet denken aan de rotonde van Bukavu. In het midden ervan ligt een grote plas die men le lac du président noemt. Als ik de Congolezen vraag waarom ze die plas zelf niet dempen, zeggen ze dat het een overheidsweg is. Daar hebben zij kennelijk niks mee te maken. Ach, ik snap ook niet dat iemand als Siegfried Bracke, die in mijn logewerkplaats zat en socialist was, zo’n enorme bocht kan maken door bij de N-VA te gaan. Je kan toch niet zo sterk veranderen en er al die rechtse praat bijnemen.

Heeft de Noord-Zuidbeweging iets gerealiseerd in al die jaren?

Ruddy Doom: Vooral in de hoofden van de mensen hier is het veranderd. Ze leerden leven met mensen met een andere huidskleur of cultuur. Mondiaal gesproken was de invloed vrij bescheiden.

Moeten we er blijven naar streven om 0,7 procent van ons inkomen aan hulp te geven?

Ruddy Doom: Als je kijkt hoe ze het geld besteden, lijkt me dat een symbolenstrijd die niet hoeft. Als je het niet beter besteedt, dient het vooral het eigen geweten.

Hoezo?

Ruddy Doom: Ik denk dat er geen visie achter zit, ondanks de vele beleidsdocumenten. Het grote punt is dat er geen oplossingen komen inzake coherentie: hoe kun je op Buitenlandse Zaken een beleid voeren dat soms haaks staat op dat van Ontwikkelingssamenwerking? Hoe voer je een handelspolitiek die contrasteert met wat Ontwikkelingssamenwerking op landbouwgebied beoogt? Hoe verdedig je mensenrechten wanneer je migratiebeleid die rechten negeert? Hoe zwaai je met een duurzaamheidslabel wanneer je Rio+20 niet ernstig neemt? Kort door de bocht: meer van hetzelfde biedt geen oplossing.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.