Een baan en een huis, de nieuwe aanpak van radicalisering

EU-antiterrorismecoördinator Gilles De Kerchove

Verbieden die handel! Nationaliteit afnemen! Na de rellen in Molenbeek en de fratsen van Sharia4Belgium-voorman Fouad Belkacem kwam het Belgische parlementair debat over radicalisering plots op gang. In plaats van een repressieve aanpak kiezen sommige Europese landen voor een meer evenwichtige aanpak. EU-antiterrorismecoördinator Gilles De Kerchove geeft tekst en uitleg bij de Europese best practices inzake terreurbestrijding.

  • Europese Raad EU-antiterrorismecoördinator Gilles De Kerchove Europese Raad

Wie personen rekruteert of aanzet om terroristische aanslagen te plegen, of wie daarvoor in het buitenland opleidingen gaat volgen, is sinds deze zomer strafbaar. ‘Eigenlijk had België die Europese afspraken al 1,5 jaar geleden moeten omzetten in nationale wetgeving’, zegt Gilles De Kerchove. ‘Ik heb daarover ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken Milquet en Turtelboom al aangesproken.’ Pas op 20 juli keurde de Belgische ministerraad de omzetting goed. ‘Dit zal meteen een impact hebben op de strijd tegen radicalisering en terrorisme in België. Met name op het internet zal het een verschil maken.’

Op 4 juli zei minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet tijdens een zitting van de kamercommissie Binnenlandse Zaken daarover dat radicalisme op het internet een Europees antwoord vergt. Daarmee ligt de bal weer in uw kamp. Wat moet er gebeuren?

Om radicalisering op het internet te bestrijden, zie ik drie pistes. In de eerste plaats moet je het internet monitoren. Momenteel gebeurt dat door de inlichtingen- en politiediensten van de individuele EU-lidstaten. Het gaat daarbij niet enkel om het “web 1.0” maar ook om chat en sociale netwerken. In 2008 heeft Europol in dat opzicht het initiatief Check The Web gelanceerd: Europese experts analyseren de gegevens die ingewonnen zijn door de lidstaten. Ik zou willen dat men verder gaat en een Check The Web 2.0 opzet.

Klinkt catchy, maar wat bedoelt u precies?

Dat Europol meer proactief wordt op het web. In een 2.0-omgeving moet je de juiste taal spreken. Op een dag zat mijn zoon thuis te chatten, er werd aan de deur gebeld en hij ging opendoen. Ik nam even plaats achter zijn pc en begon te chatten. Onmiddellijk vroeg de persoon aan de andere kant van de chat: ‘Thomas, ben jij dat nog wel?’ Op minder dan een halve seconde was ik al door de mand gevallen. Ik praat tenslotte als een oude kerel. Deze anekdote maar om te zeggen dat je de juiste taal moet spreken, de juiste woorden en toon moet hanteren.

De tweede piste om online radicalisering tegen te gaan, is het sluiten van websites.

Daarvoor volstaat een eenvoudig telefoontje naar de internetproviders?

Zo makkelijk is het niet. Sluit je alleen illegale of ook ongewenste websites? Daarover gaat het debat. De Europese Commissie is daarover in dialoog met de internetproviders. Die zeggen: ‘Als een website illegaal is, zal een rechter ons dat op een dag wel zeggen, en dan halen wij die zonder probleem offline. Maar als ze niet illegaal is, dan zit je met de vrijheid van meningsuiting.’ Ze aanvaarden niet zomaar het oordeel van een overheid die een website “ongewenst” noemt.

In plaats van dingen te verbieden: biedt het internet niet net kansen om de dialoog met het publiek aan te gaan?

Klopt, en dat is dan ook de derde piste waarop we willen werken: het internet positief gebruiken om aan preventie te doen. De meeste overheden doen dat vandaag nog niet goed. Maar er zijn uitzonderingen. In de VS is er bijvoorbeeld het Digital Outreach-initiatief, waarbij diplomaten op het internet discussies aangaan. Ze reageren bijvoorbeeld op berichten, kaarten onjuistheden aan en stellen bepaalde boodschappen in vraag. Ze gaan het debat dus aan, en ze komen er voor uit, ze doen het open.

Verder is het belangrijk dat we mensen stimuleren die het internet positief willen gebruiken. Ik denk dan aan ngo’s, die de kans moeten krijgen om hun boodschap online te verspreiden. Dat moeten we vanuit Europa ondersteunen.

Als EU-antiterrorismecoördinator probeert u wel vaker nieuwe ideeën te lanceren. Zo pleitte u in 2008 in een interview met MO* voor een Arabischtalige woordvoerder voor de Europese instellingen. Is die er intussen al?

Formeel gezien hebben de Commissie en de Raad nog altijd geen Arabischtalige woordvoerder, neen. Maar er zijn op dat vlak wel een aantal positieve ontwikkelingen. Bij de Externe Actiedienst (de diplomatieke dienst van Catherine Ashton, kc) bijvoorbeeld werken een aantal Arabischtalige diplomaten. Onlangs was ik in Beiroet met de ambassadrice van de EU, een dame die perfect Arabisch spreekt. Op alle vergaderingen met Libanese officials kreeg ze complimentjes over haar talenkennis, en ik merkte dat dat een invloed heeft. Onze nieuwe delegatieleider in Jemen spreekt ook Arabisch.

Toch is een échte Arabischtalige woordvoerder blijkbaar nog een brug te ver?

Het blijft een goed idee, vind ik. Dat die er nog niet is gekomen, heeft niets met politieke onwil te maken. Het is gewoon om dat je niet alles tegelijkertijd kan realiseren. Mijn rol is om aanbevelingen te doen en die te herhalen.

Zo pleitte u vier jaar geleden voor een Europees instituut om imams op te leiden. Is dat er dan wel gekomen?

Neen. Het was een Spaans voorstel dat nooit geconcretiseerd werd. De relatie tussen religie en staat is een thema dat in Europa erg gepolariseerd is. In België –waar de staat de islam heeft erkend en de salarissen van imams betaalt– bestaat er een lange traditie om een soort Belgische islam te ontwikkelen. In Frankrijk is dat uitgesloten: de republikeinse, gelaïciseerde staat houdt zich daar niet mee bezig. Het is een thema waar in Europa meningsverschillen over blijven bestaan.

Zijn er zo nog thema’s binnen de strijd tegen terrorisme waar de Europese meningen zo fel rond verdeeld zijn?

De omgang met diaspora’s. Een aantal EU-lidstaten probeert te werken met de diaspora’s in hun land om positieve acties op te zetten. Denk maar aan de Somalische diaspora, die wereldwijd meer dan anderhalf miljard euro terugstuurt naar Somalië. Ik vind het intelligent om met de Somalische diaspora in gesprek te gaan om er voor te zorgen dat dat geld niet in de zakken belandt van Al-Shabaab (Somalische militie gelinkt aan Al Qaeda, kc). We moeten dat geld mobiliseren voor positieve projecten. Maar sommige EU-lidstaten zeggen dan: een staat heeft niet te praten met bepaalde gemeenschappen, maar moet zonder onderscheid met álle burgers spreken.

Noem eens een voorstel dat u mee heeft gelanceerd en dat intussen wel gerealiseerd is?

Bijvoorbeeld bij de totstandkoming van het Radicalisation Awareness Network (RAN) heb ik een rol gespeeld. Dat EU-expertennetwerk is in 2011 door EU-commissaris Cecilia Malmström opgezet om gewelddadig extremisme te tegen te gaan. Binnen het RAN werken mensen uit het veld (nabijheidspolitie, gevangeniswerkers, gezondheidswerkers, enzovoort) nieuwe ideeën en projecten uit rond diaspora, internet, gevangenissen… We staan nog aan het begin, de concrete voorstellen moeten nog rijpen.

Het doet denken aan het Global Counter Terrorism Forum (GCTF) dat Hilary Clinton in 2011 heeft gelanceerd.

Dat Amerikaanse initiatief ondersteunen we ook. Samen met 29 andere lidstaten zetelt de EU in dat GCTF. Aanvankelijk was het antwoord op radicalisering nogal repressief, maar sinds een jaar of zeven-acht is de aanpak intelligenter: preventie, weerbaarheid ondersteunen… Afgelopen zomer nam ik in Cyprus deel aan de informele ontmoeting van EU-ministers van Binnenlandse Zaken, waar ik een tussenkomst heb gehouden over wetenschappelijk onderzoek naar veiligheidsaspecten: hoe een interne markt voor veiligheid creëren? Dat is niet alleen een kwestie van budget, werkgelegenheid en privacy maar ook van de métrise over bepaalde technologieën te behouden en niet afhankelijk te worden van landen als China.

U noemt ‘preventie’ in één adem met ‘intelligente aanpak’. In België –waar de overheid al dertig jaar strijdt tegen terrorisme en radicalisme (de AGG, voorloper van OCAD, is in 1984 opgericht)– is van preventie nooit werk van gemaakt. Akkoord?

Ook in andere landen lag de focus gedurende lange tijd enkel op monitoring. Het verhaal van de preventiestrategie is een verhaal van de laatste vier-vijf jaar. Daarvoor bestond dat nog niet. Minister van Binnenlandse Zaken Milquet wil er in ieder geval werk van maken.

Welke voorbeelden inzake preventie uit andere EU-landen vindt u nuttig?

In het Verenigd Koninkrijk is de preventiestrategie zo breed opgezet dat zelfs leraars en gezondheidswerkers betrokken worden. Het idee is dat zij vroege signalen van radicalisering detecteren en zich vervolgens kunnen richten tot een aanspreekpunt, waarna een multidisciplinair team van sociologen, psychologen enzovoort de persoon in kwestie gaan begeleiden in plaats van hem aan zijn lot over te laten. Dat vind ik een goed systeem.

Om wat soort begeleiding gaat het dan?

Dat kan in alle mogelijke domeinen zijn: sociale woonproblemen oplossen, helpen bij het zoeken naar een baan… Het is veeleer de sociale omkadering waarmee men iemand probeert op het rechte pad te krijgen. Een ander interessant Brits initiatief is Shanaz, een project om vrouwen te betrekken in de preventie van radicalisering.

De Zweden hebben dan weer een programma rond extreem-rechtse radicalisering: EXIT. Ze helpen personen om uit een radicaal netwerk te stappen. En Denemarken heeft een serie handboeken uitgegeven om mensen op het terrein te helpen radicalisering goed te begrijpen.

Vertel eens over uw dagelijkse werkzaamheden als antiterreur-tsaar. Hoe verliep bijvoorbeeld uw 22 juli 2011, toen Anders Breivik zijn moordende raid voltrok in Noorwegen?

Ik werk niet in de frontlinie en moet dus zelf geen onderzoeken voeren of verdachten arresteren. Anderzijds is het gezien mijn functie normaal dat ik de media te woord sta, en dus is timing wel van belang. Twee dagen na de aanslag in Noorwegen hebben we een noodvergadering samengeroepen met terrorismespecialisten van EU-lidstaten. We hebben een hele namiddag rond de zaak samengezeten. Hoe ben ik ingelicht? We hebben binnen de Externe Actiedienst een EU Situation Room die sms’jes stuurt zodra er iets gebeurt. Ik was dus meteen ingelicht. Idem na de gebeurtenissen in Damascus of de recente aanslag in Bulgarije.

Op 19 september bent u precies vijf jaar aan de slag in deze functie. Welke evolutie heeft u in die periode gezien?

We zijn erin geslaagd om het puur repressief paradigma achter ons te laten en pakken de zaken nu slimmer aan. Dat is het eerste element. Twee: het gaat om een beleid op langere termijn, en niet eentje dat plots moet inspelen op gebeurtenissen. Dus: vroeger waren we veeleer reactief; vandaag proactief en smooth.

Een ander punt is dat de EU op een extreem gevoelig domein –terrorisme– een geloofwaardigere partner is geworden. Ik heb onlangs naar Jemen en Libanon geweest voor gesprekken over radicalisering en terrorisme. Tien-vijftien jaar geleden kon ik me niet voorstellen dat de EU zich met dat soort zaken zou bezighouden. De EU-ambassadeur speelt een belangrijke rol bij de transitie in Jemen; de EU heeft er een heel goede naam. In Libanon heb ik kunnen vaststellen hoe de EU op veiligheidsthema’s een gesprekspartner is van het Libanese leger, politie en inlichtingendiensten.

Voor alle duidelijkheid: de strijd tegen terrorisme blijft ook een belangrijke nationale bevoegdheid. Als er morgen in Parijs een aanslag plaatsvindt, is het de Franse minister van Binnenlandse Zaken die aan zet is, niet ik.

Hoelang blijft u nog aan als EU-antiterrorismecoördinator?

Er staat geen termijn op mijn functie. Intussen bouwen natuurlijk de Europese Commissie én de Externe Actiedienst expertise op in dit terrein. Misschien zal het op een dag interessanter zijn om in plaats van een EU-coördinator rond terrorisme er een te hebben rond cyber security. In ieder geval: zolang ik goede ideeën heb, blijf ik voorlopig aan de slag.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.