‘Investeer eerst in Negawatts in plaats van Megawatts’

75 procent van ons gebouwenbestand is zo lek als een zeef als het op energieverbruik aankomt. Toch gebeuren twee derde van de economisch rendabele investeringen in energiebesparing niet. De hoofdeconoom van het Internationale Energieagentschap ziet dat als een episch falen van het energiebeleid. Europarlementslid Kathleen Van Brempt (sp.a) roept de Europese beleidsvoerders op om de maatschappelijke en economische meerwaarde van investeringen in energie-efficiëntie te erkennen én er ook naar te handelen.

  • CC0 (Public Domain) Als rapporteur voor het investeringsplan van Juncker stelt Kathleen Van Brempt voor om 20 procent van alle investeringsprojecten uit dat plan naar energie-efficiëntie te laten gaan. CC0 (Public Domain)

Het is al lang geweten: de niet verbruikte energie is nog steeds de meest groene en de meest goedkope. Het Internationaal Energieagentschap ziet energie-efficiëntie, het wegwerken van energieverliezen door bijvoorbeeld het benutten van restwarmte, én energiebesparing als onze “eerste energiebron”. Ook de Europese Commissie zet energie-efficiëntie voorop in haar voorstel voor de vorming van een Energie-unie dat deze week besproken wordt tijdens de Europese Top van regerings-leiders.

Ondanks die internationale en Europese erkenning, blijven de lidstaten energie-efficiëntie stiefmoederlijk behandelen. Energie-efficiëntie komt amper voor in de raadsteksten die voorliggen en de lidstaten geven veel minder steun aan energiebesparing dan aan alle andere vormen van energievoorziening. In 2012 bijvoorbeeld ging slechts 8 procent van de energiesubsidies in de 28 lidstaten naar energiebesparing. In plaats van “eerste energiebron”, blijkt energiebesparing in de praktijk op de laatste plaats te komen.

In plaats van “eerste energiebron”, blijkt energiebesparing in de praktijk op de laatste plaats te komen.

Het besparingspotentieel is hoe dan ook aanzienlijk. Vooral in ons gebouwenbestand waarvan 75 procent zo lek is als een zeef. Dat maar liefst twee derde van de economisch rendabele investeringen in energiebesparing niet plaatsvinden, ziet de hoofdeconoom van het Internationale Energie Agentschap (IEA) dan ook als een “episch falen” in het energiebeleid van de meeste landen.

Nochtans zijn de voordelen legio: investeringen in energiebesparing leveren snel én veel lokale jobs op, wat in crisistijden uitzonderlijk belangrijk is. Uit onderzoek blijkt dat energie-efficiëntieprojecten in de bouwsector binnen het jaar kunnen opgestart worden en drie tot vijf keer meer jobs opleveren dan gelijkaardige investeringen in fossiele energie. Lokale jobs bovendien, want energie-efficiënte kan je niet uitbesteden aan lageloonlanden.

Maatschappelijke meerwaarde

Volgens een recent rapport van onderzoeksbureau Copenhagen Economics over investeringen in de bouwsector is energie-effcientie “de snelste boost voor de economie”. De maatschappelijke meerwaarde is bovendien indrukwekkend, want als de EU haar volledige potentieel voor de renovatie van gebouwen zou uitvoeren, levert dat op jaarbasis maar liefst tussen de 40 en 80 miljard € aan gezondheidsvoordelen op, berekende Copenhagen Economics.

Samen met investeringen in hernieuwbare energie maakt energie-efficiëntie ons ook minder afhankelijk van import uit onstabiele regio’s of van de wispelturige energiemarkten. Ze zijn ook goed voor onze handelsbalans. Jaarlijks stroomt 400 miljoen € uit de Europese Unie naar onder meer Rusland en het Midden-Oosten voor de aankoop van olie, steenkool en aardgas.

Door die geldstroom te verleggen naar afbetalingen van investeringen in energiebesparing houden we die cashflow bij ons en komt ze de Europese economie ten goede. Investeringen in energie-efficiëntie zetten bovendien Europese bedrijven  die gespecialiseerd zijn in de productie van energiezuinige toestellen, verlichting, machines, voertuigen of bouwtechnieken op de kaart. Die innovatieve Europese bedrijven kunnen wereldspelers worden en de deuren openen naar exportmarkten.

De lidstaten sluiten zich liever op in verouderde technologieën, zoals de modernisering van steenkoolcentrales

Niet alleen de lidstaten moeten dringend in actie schieten om energie-efficiënte hoger op hun investeringsagenda te zetten, ook Europa heeft een rol te spelen, met name in het investerinsgplan Juncker. Als rapporteur voor dat investeringsplan heb ik voorgesteld om 20 procent van alle investeringsprojecten uit dat plan naar energie-efficiëntie te laten gaan. Volgens een studie van de Europese Investerings Bank is hier de investeringskloof het grootst. Om de Europese doelstellingen op vlak van energie-efficiëntie te halen, is een investering van 112 miljard € per jaar nodig; de reële jaarlijkse investering bedraagt slechts 42 miljard €. Uit eigen beweging zullen de lidstaten daar weinig aan verhelpen.

Van alle projecten die de lidstaten indienden voor het investeringsplan van Juncker, heeft slechts 5 procent betrekking op energie-efficiëntie. In de Belgische voorstellen is dat nog minder. De lidstaten sluiten zich liever op in verouderde technologieën, zoals de modernisering van steenkoolcentrales, wat Polen bijvoorbeeld voorstelt. Of ze dromen opnieuw over de bouw van snelwegen of luchthavens, terwijl het verleden ons heeft geleerd dat megaprojecten financieren met Europese middelen weliswaar de betonboeren ten goede komt, maar het algemeen belang niet dient.

Op 150 km van Madrid staat bijvoorbeeld een luchthaven van meer dan 1 miljard euro, bedoeld om de Spaanse economie aan te zwengelen, gewoon leeg. Ook Vlaanderen verkiest de Oosterweelverbinding via het Junckerfonds te laten financieren in plaats van al onze scholen energie-efficiënt te maken.

Het wordt tijd dat beleidsvoerders ten volle de indrukwekkende maatschappelijke en economische meerwaarde van investeringen in energie-efficiëntie erkennen én daar ook naar handelen. Ze moeten investeringen in Negawatts laten voorgaan op investeringen in Megawatts. Energie-efficiëntie moet onze grootste onzichtbare centrale worden. De beperkte investeringsmiddelen die we hebben, mogen we niet verkwanselen, maar moeten ingezet worden voor projecten waarmee we meerdere vliegen in een klap slaan: duurzame, lokale jobs creëren, de klimaatdoelstellingen bereiken, onze energieveiligheid verzekeren, de volksgezondheid verbeteren en onze innovatieve bedrijven een voorsprong geven op de wereldmarkt.

Kathleen Van Brempt is Europees parlementslid en vice-voorzitter van de sociaal-democraten in het Europees parlement

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.