Maak met één roos meerdere vrouwen gelukkig

Het merendeel van de rozen in België komt uit Oost-Afrika. Een gunstig klimaat en een lage arbeidskost, meer is er niet nodig. Alleen al in Kenia werken 500.000 mensen in de bloemenindustrie. Een zegen voor het land en de plantage-eigenaars, maar vaak een verbloemde last voor de vrouwen die er werken.

  • © Fairtrade Belgium Het merendeel van de rozen in de supermarkt en bij de bloemist komt van Afrikaanse bloemenplantages. © Fairtrade Belgium
  • Meena Kadri (CC BY-NC-ND 2.0) Een half miljoen Kenianen werken in de bloemenindustrie. Foto: Een Keniaanse vrouw op weg naar het werk in Nairobi. Meena Kadri (CC BY-NC-ND 2.0)

Vrouwen en rozen, het blijft toch iets speciaals. Niet alleen omwille van het clichébeeld dat je vrouwen op Valentijn of op Internationale Vrouwendag in de bloemetjes te zet met een boeket rozen.

Nee, vrouwen en rozen, vormen niet alleen hier in België nog altijd het perfecte duo, maar ook daar waar de rozen geproduceerd worden. Voor het overgrote deel van de rozen op de Belgische markt gaat het dan over vrouwen die werken op de plantages in Oost-Afrika, meer bepaald Kenia en Ethiopië.

Moeten rozen uit Afrika komen?

Het merendeel van de rozen in de supermarkt en bij de bloemist komt van Afrikaanse bloemenplantages. Een ander deel komt van Ecuador en Colombia en slechts een klein percentage komt nog uit Nederland of België. Dat heeft alles te maken met het gunstige klimaat in Afrika en met de lage arbeidskost.

‘Nederlandse rozen stoten zesmaal meer CO2 uit dan Afrikaanse.’

Zowel financieel als ecologisch is het interessanter om de rozen vanuit Afrika in te vliegen. De universiteit van Cranfield berekende in 2007 namelijk dat Nederlandse rozen zesmaal meer CO2 uitstoten door het verwarmen van serres, dan Keniaanse rozen – vliegtuigreis inbegrepen. Ondertussen deden de Nederlandse serres vast inspanningen om hun uitstoot te verlagen, maar op een gelijk niveau zal je het niet krijgen.

Dat betekent dus werkgelegenheid voor 500.000 vooral vrouwelijke Kenianen. Of nog: 4 procent van de Kenianen leeft van de bloementeelt. Een mooie opsteker voor de economie en de bevolking van Kenia, niet? Het probleem is dat ook in Kenia het spreekwoord geldt: geen rozen zonder doornen.

Arbeidsrechten van vrouwen op de plantages

Het zijn voornamelijk vrouwen die werken op de bloemenplantages. Ze zijn vaak ongeschoold en verhuizen met hun gezin naar de regio Naivasha waar de plantages zich bevinden. Hier vinden ze werk, maar zijn ze tegelijk volledig afhankelijk van hun werkgever.

Deze biedt hen vaak tijdelijke contracten die op elk moment kunnen worden stopgezet. Ze krijgen een woning toegewezen van ongeveer 10 vierkante meter, zonder ramen, elektriciteit, water of sanitair. Zwangerschapsverlof of vakantie is zeldzaam.

‘Zes dagen op zeven tot zestien uur per dag, en dat voor een loon waarvan ze amper kunnen leven.’

De werkuren kunnen oplopen tot 16 uur per dag wanneer het druk is, 6 dagen op 7, en dat voor een loon waarvan ze met hun gezin amper kunnen leven, laat staan dat er geld over blijft voor gezondheidszorg of onderwijs.

Ook op de plantage zelf loopt het werk niet altijd zoals we het ons inbeelden. De vrouwen hebben weinig recht van spreken. Er zijn verschillende gevallen bekend waarbij vrouwen die niet ingingen op de avances van hun leidinggevende geschorst werden voor een bepaalde periode of zelfs ontslagen. Verkrachtingen zijn soms het gevolg van deze machtsrelaties.

Bij de productie van rozen sproeit men gevaarlijke pesticides om de planten te beschermen tegen insecten. Rosemary Achieng, een Keniaanse arbeidster, vertelt dat ze op één van de plantages waar ze werkte geen beschermende kledij kregen en moesten blijven doorwerken terwijl er gesproeid werd. De gevolgen zijn bekend: huidproblemen tot zelfs huidkanker, ademhalingsproblemen en afwijkingen bij de geboorte.

Meena Kadri (CC BY-NC-ND 2.0)

Een half miljoen Kenianen werken in de bloemenindustrie. Foto: Een Keniaanse vrouw op weg naar het werk in Nairobi.

Het kan veel beter…

Is er dan niemand die hier tegen in gaat? Natuurlijk wel. Onder internationale druk is er de voorbije jaren al heel wat veranderd. Verschillende certificaten zagen het licht, zoals Fair Flowers Fair Plants, MPS, GlobelGAP… Allemaal initiatieven die inzetten op sociale en ecologische verbeteringen op de plantages.

60 procent van de Keniaanse plantages draagt ondertussen een certificaat. De overheid wil graag een certificatieschema opstarten waar alle exporterende plantages aan moeten voldoen.

De certificaties zorgen ervoor dat de impact op het milieu kleiner is door minder (gevaarlijke) pesticides en verantwoorder watergebruik. Ook krijgen arbeiders toegang tot basisrechten zoals zwangerschapsverlof, minder tijdelijke contracten en het recht om zich aan te sluiten bij een vakbond.

… maar we zijn er nog niet helemaal

Toch wordt er over één van de belangrijkste voorwaarden voor de arbeiders amper gesproken: het loon. Dit blijft onder druk van de tussenhandelaars in de meeste gevallen beneden alle peil.

Julia Gichuki, een Keniaanse arbeidster, getuigt: ‘Op de plantage waar ik voorheen werkte, kreeg ik een loon van 15 euro per maand.’ En aangezien de certificaties vooral bekend zijn bij de plantages en de tussenhandelaars, is er geen bloemist of consument die zich daar vragen bij stelt en de druk opvoert.

Fairtrade gaat een stap verder en legt naast ecologische en sociale voorwaarden ook regels op voor loononderhandelingen, minimumloon en de verschillende stappen op weg naar een waardig inkomen voor de arbeiders.

‘We zitten vast in een vicieuze cirkel.’

Daarbovenop is er een verplichte premie te betalen die beheerd wordt door de arbeiders voor projecten die de hele gemeenschap ten goede komen. Fairtrade rozen zijn intussen een groot succes in Zwitserland, Duitsland en Nederland, in België krijgen ze echter geen vaste voet aan de grond.

De consument vraagt er niet naar, de supermarkt ziet het niet als een prioriteit om te verduurzamen en de bloemist kan met zijn of haar vragen niet terecht bij de grootleverancier. Want ook die kijkt vooral naar de prijs. Een vicieuze cirkel waar we vandaag maar moeilijk uit geraken.

Zolang niemand de vraag luidop stelt, blijven we vastzitten in een economie waarin vrouwen en hun gezinnen amper kunnen leven van hun werk en blootgesteld worden aan gezondheids- en veiligheidsrisico’s. En dat terwijl het echt wel anders kan!

Karlien Wouters werkt voor Fairtrade Belgium en schreef dit opiniestuk n.a.v. Internationale Vrouwendag op 8 maart.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.