Vroeger was alles beter…
We moeten afstappen van de wegwerpeconomie waarin we leven, zegt Wim Soons, voorzitter van JONGCD&V die een pleidooi houdt voor een circulaire economie. De levensduur van sommige producten wordt bewust kort gehouden om klanten nieuw toestellen te kunnen verkopen, en dat moet dringend veranderen. Een verlenging van de garantie op elektronische producten zou al een goed begin zijn.
‘Dat is toch niet normaal?’, was mijn reactie toen mijn ouders voor de zoveelste keer op enkele jaren tijd vertelden wat een verkoper van een nieuw huishoudtoestel hen op het hart had gedrukt.
Maar eerst een inleiding: midden jaren ‘80 braken mijn ouders een oud boerderijtje af en bouwden in de plaats hun eigen woning. Vandaag 30 jaar later staat dat huis er nog steeds, prima onderhouden. De toestellen gaven het de voorbije jaren wel op, één na één. En telkens wanneer mijn ouders een nieuwe tv, wasmachine, droogkast of oven kochten, was er één constante: de reactie van de verkoper.
Da’s ne goeie geweest
‘25 jaar mee gedaan mevrouwtje? Dat is ne goeie geweest. Zo lang zult ge met uwe nieuwe zeker niet kunnen doen.’
Ik ben ervan overtuigd dat we hier niet louter met een pessimistische verkoper te maken hebben. Nee, velen zullen deze opmerking ook al gehoord hebben. De voorbije decennia zijn er heel wat toestellen op de markt gekomen waarvan de levensduur korter is dan van de generatie toestellen die zij vervingen. Nochtans is innovatie alomtegenwoordig, en gaat het dus steeds om verbeterde versies, die op tal van parameters hun voorgangers volledig in de schaduw zetten.
Behalve op gebied van levensduur. Normaal? Lijkt me niet.
Planned obsolence
Nochtans, een beperktere levensduur van producten heeft ook zijn voordelen. Dat was toch de filosofie van Bernard London, die in 1932 het pamflet Ending the depression through planned obsolescence schreef.
Hij stelde daarin voor om de levensduur van producten – van machines over schoenen en kleding tot woningen – bij wet te bepalen. Wie een product langer gebruikte dan de voorziene levensduur zou daarop belast worden. De overheid zou de – letterlijk – afgeschreven goederen vernietigen, en London voorzag als gevolg hiervan een mooi toekomstbeeld: ‘the wheels of industry would be kept going and employment regularized and assured for the masses’.
Legotelefoon
Vandaag zitten we, gelukkig, in een heel ander tijdsgewricht. De afgelopen decennia heeft men ingezien dat ongebreidelde massaproductie een ecologische kost heeft, en dat heel wat grondstoffen ook niet oneindig beschikbaar zijn. Dit heeft geleid tot het ideaaltype van de circulaire economie, waarbij producten een tweede en derde leven kunnen leiden, en zo worden geproduceerd dat ze na gebruik makkelijk opnieuw kunnen dienst doen als grondstof.
Een intrigerend voorbeeld is dat van de Phonebloks, een telefoon die opgebouwd is uit losse componenten die eenvoudig vervangbaar zijn. Want meestal leidt het defect zijn van één onderdeel tot de vervanging van het volledige toestel.
Hoewel de praktische uitwerking nog wat op zich laat wachten, spreken ideeën als deze duidelijk velen aan: het youtube-filmpje waarin het idee in 2013 werd voorgesteld, werd intussen 21 miljoen keer bekeken.
En wat doet de overheid?
De circulaire economie zal vorm gegeven worden door bewuste consumenten, creatieve ondernemers,… maar ook de overheid mag niet achter blijven. Minister van consumentenzaken Peeters kondigde in november ‘15 al aan om een onderzoek te starten tegen vermoedens van bewust geplande veroudering, planned obsolence dus, van bepaalde toestellen.
Het moet ook gaan om een échte garantie, die toelaat dat toestellen die in panne vallen ook werkelijk gemaakt worden.
Als voorbeeld hiervan wordt door een – significant - aantal Iphone-gebruikers verwezen naar het plots trager werken van hun smartphone telkens een nieuw model uitkomt. Hard bewijs ontbreekt nog, maar onderzoek is op zijn plaats.
Als JONGCD&V willen we echter verder gaan dan het vervolgen van valsspelers. Zo willen we de bestaande garantie van twee jaar op elektrische toestellen uitgebreid zien naar drie jaar. Het moet ook gaan om een échte garantie, die toelaat dat toestellen die in panne vallen ook werkelijk gemaakt worden. Uit onderzoek van Test Aankoop bleek dit bij bijvoorbeeld wasmachines in de realiteit slechts beperkt te zijn tot ongeveer 6 maanden.
Gebruikseconomie
Tenslotte biedt ook de trend van eigenaarschap naar gebruikseconomie heel wat opportuniteiten. Daarbij zal de producent zijn winsten niet hoeven te halen uit het zoveel mogelijk verkopen van toestellen, maar wel een vergoeding ontvangen voor het gebruik ervan en gebruikersdiensten aanbieden. En daarnaast hoogstwaarschijnlijk ook aan de slag gaan met de waardevolle gebruiksgegevens die deze steeds slimmere toestellen zullen registeren.
Belangrijk is dat een producent in dit scenario niet langer een incentive heeft om toestellen slechts beperkt te laten meegaan. Ook hier moet de overheid een faciliterende rol spelen, en de drempels die vandaag nog kunnen bestaan met betrekking te de gebruikseconomie wegnemen.
Out met de wegwerpeconomie, In met de gebruikseconomie. Het nieuwe normaal.
Wim Soons is Voorzitter van JONGCD&V
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2790 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Analyse
-
Opinie
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Opinie
-
Extra