Westerse militairen keren terug naar Libië, opnieuw zonder toekomstplan

Na de westerse interventie en de val van Khadaffi in 2011 zonk Libië weg in een diepe chaos. Vijf jaar later is er eindelijk een regering van nationale eenheid die op steun kan rekenen van het Westen. Maar wat betekent die steun en heeft het Westen lessen getrokken uit het debacle van 2011?

  • Surian Soosay (CC BY 2.0) ‘Het Westen dacht dat Khadaffi uit de weg ruimen het belangrijkste was en dat eenmaal dat doel bereikt was, Libië in één oogopslag een paradijs zou worden.’ Surian Soosay (CC BY 2.0)

Westerse machten zoals het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië en de Verenigde Staten tot op zekere hoogte, staan te popelen om hun steun te betuigen aan de nieuwe Libische regering van Nationale Eenheid (GNA) die in de Libische hoofdstad Tripoli gearriveerd is. De nieuwe regering zal zijn intrek nemen in een oude marinebasis en beschikt over weinig macht buiten deze basis.

De ministers van Buitenlandse Zaken van Spanje, Italië, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland hebben Tripoli reeds bezocht en leden van de nieuwe regering ontmoet. Ze hebben politieke steun beloofd en miljoenen Amerikaanse dollars en tien miljoen Britse ponden toegezegd in de strijd tegen terrorisme en illegale migratie. Illegale migratie vanaf de kust van Libië neemt toe dankzij de gunstige omstandigheden op zee en als gevolg van de beperkingen op de Turks-Griekse route. 

Het waren dezelfde landen die in 2011 de politieke en militaire strijd voerden om het voormalige Libische regime omver te werpen waarna het land in chaos verviel. Toen hadden ze, net zoals nu, geen enkel toekomstplan voor wat met Libië zou gebeuren zodra Khadaffi weg was en zijn regime omvergeworpen.

Geen toekomstplan

Het gebrek aan dergelijke plannen kostte Libië vijf jaar chaos en bloedvergieten en maakte het land een paradijs voor terroristische bewegingen zoals Islamitische Staat. Dus wat is het verschil deze keer en hebben westerse landen lessen getrokken uit hun eerdere fouten?

Westerse grondtroepen zullen in het voordeel van islamisten spelen, inclusief de terroristische beweging IS.

Duidelijk is dat Libiërs de nieuwe regering accepteren, niet omdat ze er in geloven of omdat ze de Verenigde Naties vertrouwen, maar simpelweg omdat ze hun ellendige leven en de ontberingen waar ze mee te maken kregen de afgelopen vijf jaar beu zijn.

Met het land verdeeld tussen twee overheden, bijna geen staatscontrole en een groot aantal gewapende milities, is het Libische volk op het punt gekomen dat ze eender welke regering aanvaarden die hen enige hoop kan geven -hoe klein ook- dat hun leven draaglijker zal worden.

De nieuwe regering moet wel nog de controle over de overheidsgebouwen verkrijgen, inclusief het bureau van de eerste minister en van vele andere ministeries.

Het is duidelijk dat de westerse machten in dit stadium nog geen realistisch plan voor Libië hebben uitgewerkt en nog geen enkel werkbaar politiek proces overeengekomen zijn. Wat hen eigenlijk verbindt zijn slechts twee doelen: IS bestrijden en de kring van migrantensmokkelaars van Libië richting Europa over de Middellandse Zee doorbreken. 

Hoewel militaire en logistieke steun is toegezegd aan de nieuwe regering is het zeer onwaarschijnlijk dat de westerse machten bereid zijn om grondtroepen in te zetten in de strijd tegen IS, voornamelijk in Sirte. Westerse grondtroepen zullen in het voordeel van islamisten spelen, inclusief de terroristische beweging IS en zullen zeker een doelwit worden -wat exact hetgeen is dat IS wil.

Geen enkel westers land kan het zich veroorloven dat zijn soldaten gedood of gevangen genomen worden door IS en geen enkele politieke leider die goed bij zinnen is wil aan een dergelijk scenario denken. Dit betekent dat een beperkte grondmacht ingezet kan worden, maar enkel op luchthavens en militaire basissen in de omgeving van Tripoli om de regering te beschermen en Libische soldaten op te leiden met als doel om deze taken zo snel mogelijk aan hen over te dragen.

Strijd tegen IS en illegale migratie

De enige optie die overblijft om IS te bekampen is door middel van luchtaanvallen, wat een herhaling van het huidige scenario in Syrië en Irak zou zijn. Eender welke militaire planner kan je vertellen dat je zonder grondtroepen hoogstwaarschijnlijk in een langdurige oorlog gezogen wordt zonder enige mogelijkheid om IS uit te roeien. Dit is wat gebeurd is in Syrië en Irak de voorbije twee jaar.

Het is zeker dat een langdurige luchtcampagne tegen IS, voornamelijk in Sirte, tot een massale uitstroom van burgers zal leiden. Hierdoor zouden belangrijke bronnen voor informatie over hoe IS te werk gaat en waar hun belangrijke locaties gelegen zijn, verloren gaan. 

Op het vlak van migratie heeft het Verenigd Koninkrijk een belangrijke rol te spelen. Het kan zijn zeemacht inzetten om te proberen de Libische kust te bereiken en de stroom migranten die wachten om de boot te nemen richting Europa te stoppen of minstens te beperken.

Spijtig genoeg zijn noch de oorlog tegen terreur, noch illegale migratie topprioriteiten voor de gewone Libiër die de nieuwe regering toejuichte bij hun aankomst in Tripoli minder dan een maand geleden. Libiërs hebben andere verwachtingen, net zoals in 2011: toen verlangden ze naar vrijheid in een democratische land met zo weinig mogelijk corruptie.

Een groot deel van de Libiërs geeft het Westen de schuld van de chaos die het land in zijn greep houdt.

Maar het Westen dacht toen dat Khadaffi uit de weg ruimen het belangrijkste was en dat eenmaal dat doel bereikt was, Libië in één oogopslag een paradijs zou worden. Uiteindelijk werd geen enkel doel bereikt en verwijten beide partijen elkaar nu wat er gebeurd is.

Zelfs president Obama, die de campagne tegen Libië vanuit de achterhoede leidde zoals hij zelf zei in 2011, verwijt Cameron nu een gebrek aan aandacht voor de toestand in Libië na de val van Khadaffi. Een groot deel van de Libiërs geeft het Westen de schuld van de chaos die het land in zijn greep houdt en het gebrek aan overheid en veiligheid waar ze mee moeten leven. 

Mensen in Benghazi, de bakermat van de zogenaamde revolutie, vermelden vandaag de dag nauwelijks nog de ‘revolutie van 17 februari’, enkel als synoniem voor dood, vernietiging en gedwongen verplaatsing. Diegenen die er nog steeds in geloven, zijn een ondergedoken minderheid vermits het publiekelijk uiten van zulke ideeën problemen kan opleveren. 

Mustafa Fetouri is een Libische journalist en analist. Dit stuk werd vertaald door Hanne Van Regemortel.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.