Overbevolking en armoede bedreigen droomstad in Oeganda

Een Oegandese vrouw krijgt gemiddeld 5,8 kinderen: ruim drie keer meer dan een Belgische. De overheid verwelkomt de bevolkingsgroei als economische groeifactor. Maar in Fort Portal, een snelgroeiende provinciestad in het westen van het land, belooft de bevolkingsexplosie vooral problemen.

  • Heleen D’Haens en Boris Lemereis Het stadsbestuur van Fort Portal droomt van een moderne stad, met meer diensten en minder landbouw. Heleen D’Haens en Boris Lemereis
  • Heleen D’Haens en Boris Lemereis 'Thee is tegenwoordig big business', legt Smart Bawogo uit terwijl hij met grote kaplaarzen door de rode modder loopt. 'De vraag is groter dan ooit.' Heleen D’Haens en Boris Lemereis
  • Heleen D’Haens en Boris Lemereis Fort Portal telt nu 57.000 inwoners. Een studie van het stadsbestuur wijst uit dat door natuurlijke bevolkingsgroei en migratie de stad in 2040 al 600.000 inwoners zal hebben. Heleen D’Haens en Boris Lemereis
  • Heleen D’Haens en Boris Lemereis Als boeren hun lapje grond volplanten met thee, houden ze geen gewassen over voor eigen consumptie. Bij een slechte oogst hebben ze dan niks om op terug te vallen. Heleen D’Haens en Boris Lemereis

Fort Portal is het mooist vroeg in de ochtend. Zodra de zon opkomt achter de groene heuvels, verzamelen rijen boeren zich op de rode, stoffige wegen. Op oude fietsen balanceren ze meer bananen dan ze dragen kunnen. Geduldig duwen ze hun oogst door het glooiende landschap. Niet zelden gaat een fiets tegen de vlakte. Tegen de tijd dat ze de markt bereiken, staat de zon pal boven hun bezwete hoofden.

Het dagelijks leven in de West-Oegandese provinciestad verloopt schijnbaar ongestoord en op het ritme van de zon. Onder de rust en de groene heuvels groeit echter een conflict dat over twintig jaar tot honger, ziekte of massamigratie kan leiden. Grote toekomstplannen van het stadsbestuur baren zowel dromen als grote zorgen.ECONOMIE
Fort Portal ligt in een van de vruchtbaarste regio’s van het land. 83 procent van de bevolking werkt in de landbouw, van wie 60 procent enkel voor eigen consumptie.
65 procent van de mensen in Fort Portal is werkloos. Wie werkt, verdient gemiddeld 8500 Oegandese shilling per dag: zo’n 2,2 euro. Ter vergelijking: een kilo rijst kost 3000 Shilling.
ONDERWIJS
16 procent van de bevolking in Fort Portal is nooit naar school geweest.
33% heeft de lagere school afgemaakt, 28% de middelbare.
GEZONDHEID
Het percentage hiv-besmettingen ligt er met 12,4 procent hoger dan gemiddeld in Oeganda.
De kindersterfte in Fort Portal bedraagt 6,8 procent.
De gemiddelde levensverwachting is 51 jaar.

Met 57.000 inwoners is Fort Portal naar Oegandese verhoudingen een middelgrote stad. Maar de ambities reiken veel verder. Om investeerders te lokken en banen te creëren, wil het stadsbestuur flink uitbreiden. Het wil de omringende dorpen, nu nog landbouwgebied, binnen de stadsgrenzen trekken. Zodra die plannen doorgaan, stijgt het inwonersaantal tot bijna 300.000.

Een studie van het stadsbestuur wijst uit dat door natuurlijke bevolkingsgroei en migratie de stad in 2040 al 600.000 inwoners zal hebben. Een ruime vertienvoudiging ten opzichte van het huidige aantal in minder dan 25 jaar.

Na de uitbreiding zal Fort Portal een gebied beslaan dat zelfs groter is dan hoofdstad Kampala. Dat biedt kansen voor ruimtelijke ordening en ontwikkeling op de lange termijn. Maar de snelle bevolkingstoename baart op verschillende gebieden ook ernstige zorgen. Want voor tien keer meer mensen is tien keer meer infrastructuur nodig. En tien keer meer voedsel. Daarvoor is de stad nog lang niet klaar.

Graanschuur

Aan vruchtbaar land geen gebrek in Fort Portal. De regio wordt ook wel de graanschuur van Afrika genoemd: het microklimaat is gunstig voor zowat elk gewas. Jarenlang gebruikten boeren die grond om voedingsgewassen te kweken die ze in de stad konden verkopen. Maar steeds meer landbouwers merken dat ze op de internationale markt meer kunnen verdienen. Ze schakelen over op zogenaamde marktgewassen: gewassen als thee en koffie, die puur bedoeld zijn voor de export.

Door natuurlijke bevolkingsgroei en migratie de Fort Portal in 2040 al 600.000 inwoners hebben. Een ruime vertienvoudiging ten opzichte van het huidige aantal.

Zo ook theeboer Smart Bwango. Een paar jaar geleden kocht hij een stuk land van een oude vrouw, die er bananen kweekte. Tegenwoordig is het een bloeiende theeplantage, waar zo’n vijftien mensen werken. Ze plukken alleen de lichtgroene, kleine bladeren. Die leveren de beste thee op. De bladeren doen ze in een rieten mand, die met een draagband aan hun hoofd is bevestigd.

Op een goede dag kan een plukker 1500 shilling verdienen; zo’n 40 eurocent. Bwango verkoopt de theebladeren aan een nabijgelegen fabriek, die ze verwerkt en exporteert. ‘Thee is tegenwoordig big business’, legt de boer uit terwijl hij met grote kaplaarzen door de rode modder loopt. ‘De vraag is groter dan ooit.’ Aan zijn linkerpols bungelt een groot glimmend horloge. In zijn vrije tijd golft hij graag.

Heleen D’Haens en Boris Lemereis

‘Thee is tegenwoordig big business’, legt Smart Bawogo uit terwijl hij met grote kaplaarzen door de rode modder loopt. ‘De vraag is groter dan ooit.’

Commerciële landbouwers als Smart Bwango inspireren kleine boeren om ook op thee over te schakelen. Maar de keuze tussen markt- en voedingsgewassen brengt kleine boeren, 60 procent van de totale bevolking van Fort Portal, in een ongemakkelijke spagaat. Door de snelle bevolkingsgroei in het gebied bezitten de meesten van hen steeds kleinere stukken grond. Als ze die volplanten met thee, houden ze geen gewassen over voor eigen consumptie. Bij een slechte oogst hebben ze dan niks om op terug te vallen.

Dat is vooral een probleem omdat slechte oogsten door klimaatverandering steeds vaker voorkomen in Fort Portal. Het Kabarole Research and Resource Centre, dat onderzoek doet naar landbouw in de regio, observeert de laatste jaren een drastische vermindering van de regenval. Volgens een studie van het US Agency for International Development (USAID) zal de gemiddelde temperatuur in West-Oeganda tegen 2030 ten minste twee graden stijgen. De opwarming heeft langere droge seizoenen tot gevolg, en krimpende rivieren. Een ramp voor de landbouwers.

‘Die mensen hebben niks aan hun geld als niemand meer het voedsel teelt dat ze ermee willen kopen.’

Het individuele risico voor boeren is niet de enige reden waarom de regionale overheid zich zorgen maakt over de groeiende populariteit van marktgewassen. ‘Tot nu toe is in onze stad nog genoeg ruimte voor alle soorten gewassen’, zegt Joachim Binta, ontwikkelingsambtenaar in Fort Portal. Maar als de trend doorzet, heeft de stad volgens hem binnen enkele jaren een ernstig probleem.

‘Steeds meer mensen verdienen hier goed geld. Niet enkel door de export van landbouwproducten, maar ook in de dienstensector in de stad.’ Juist daar zit volgens Binta het probleem. ‘Die mensen hebben niks aan hun geld als niemand meer het voedsel teelt dat ze ermee willen kopen.’ De snelle bevolkingsgroei maakt het probleem alleen maar groter. Als er niet snel iets verandert, stevent Fort Portal volgens Binta regelrecht af op een voedseltekort.

De ontwikkelingsambtenaar is niet de enige met dergelijke zorgen. Terwijl het stadsbestuur van Fort Portal snel wil uitbreiden, maakt ook het districtsbestuur, dat alle bewoners uit de wijde omgeving onder zijn hoede heeft, zich zorgen over die blinde ambitie. Chris Byaruhanga, die als districtsstatisticus en landbouwonderzoeker goed op de hoogte is van de voedselsituatie, voorspelt over 25 jaar ‘een zeer ernstig probleem’ als er niks verandert. Niet alleen voor Fort Portal, maar voor het hele district.

Voedselzekerheid

Het idee van een voedseltekort in de graanschuur van Afrika is paradoxaal. Elke dag denderen in Fort Portal grote trucks met landbouwgewassen over de hoofdweg in de richting van de hoofdstad. Maar enkele modderpaadjes verder, in het heuvelachtige landbouwlandschap rond de ontluikende stad, worden nu al de contouren van een hongersnood zichtbaar.

Het idee van een voedseltekort in de graanschuur van Afrika is paradoxaal

Om de stijgende kosten van levensonderhoud te betalen, zien boeren zich genoodzaakt om dure voedzame producten als eieren en vlees op de markt te verkopen. Zelf eten ze elke dag bananenpuree met rijst. De gevolgen doen zich gevoelen. Veertig procent van de kinderen in de regio van Fort Portal is ondervoed, blijkt uit onderzoek van het Kabarole Resource and Research Centre.

De ernst van het probleem met marktgewassen is ook te merken in andere delen van Oeganda. Twee maanden geleden nog schoot de voedselvoorziening in de westelijke stad Masindi tekort, omdat te veel boeren hun land beplant hadden met suikerriet. Om snel aan voedsel te komen, raadde de overheid aan in allerijl bonen te zaaien, het snelst groeiende gewas. Ook Bundibugyo, een stad in de buurt van Fort Portal, kampt op dit moment met een voedseltekort. Boeren waren massaal overgeschakeld op cacaokweek voor de export.

Heleen D’Haens en Boris Lemereis

Fort Portal telt nu 57.000 inwoners. Een studie van het stadsbestuur wijst uit dat door natuurlijke bevolkingsgroei en migratie de stad in 2040 al 600.000 inwoners zal hebben.

Om voedselzekerheid maakt het stadsbestuur van Fort Portal zich voorlopig niet al te veel zorgen. Het droomt van een moderne stad, met meer diensten en juist minder landbouw. Daarvoor willen ze officieel de status van grote stad krijgen. Want die status betekent meer geld van de regering in Kampala, en dus meer ontwikkelingsmogelijkheden.

De afgelopen tien jaar nam het aantal Oegandezen met bijna de helft toe: van 24 miljoen in 2004 naar 35 miljoen in 2014.

Die ontwikkeling is in heel Oeganda hard nodig. Met een gemiddelde van 3 procent per jaar is het een van de snelst groeiende landen in Subsaharaans Afrika. De afgelopen tien jaar nam het aantal Oegandezen met bijna de helft toe: van 24 miljoen in 2004 naar 35 miljoen in 2014.

President Yoweri Museveni ziet die snelle bevolkingsgroei niet als probleem, maar als economische groeifactor. In het langetermijnplan voor zijn beleid, Vision 2040, zet hij uiteen hoe hij verstedelijking wil gebruiken om Oeganda in 25 jaar af te helpen van de status van “ontwikkelingsland”.

Ook het idyllische Fort Portal heeft een rol in Museveni’s visie, als nationale toeristische trekpleister bij uitstek. Het toekomstbeeld: goede wegen, vijfsterrenhotels en een bloeiende toeristenindustrie.

Een eenzaam voorbeeld van de moderne stijl die Fort Portal nastreeft, is de DAJ-mall, een blits uitziend winkelcentrum in het centrum van de stad. Het kubusvormige gebouw in reflecterend blauw glas glimt potsierlijk te midden van lage gebouwen met pragmatische architectuur. In een kantoor op de derde verdieping zit Alex Ruhunda, parlementslid voor de regio en eigenaar van het investeringsbedrijf dat het gebouw er heeft neergezet. Ruhunda wordt ook wel City Man genoemd: hij is de grondlegger van het idee om van Fort Portal een grote stad te maken.

Ruhunda wil van Fort Portal de grootste stad maken van westelijk Oeganda, de toeristische uitvalsbasis voor de hele regio

‘Toen ik dit winkelcentrum bouwde, verklaarde iedereen me voor gek”, zegt het parlementslid. “Er stond toen nog een ander gebouw, perfect bruikbaar. Maar ik wilde iets moderners.’ Ruhunda wil van Fort Portal de grootste stad maken van westelijk Oeganda, de toeristische uitvalsbasis voor de hele regio. De stad ontvangt voorlopig nog 20.000 bezoekers per jaar, maar hij hoopt dat dat er snel 100.000 zullen worden.

Twee driesterrenhotels zijn al in aanbouw, lokale investeerders zagen hun kans schoon. Internationale investeerders betonen vooralsnog weinig interesse. Ruhunda is met ze in gesprek, in de hoop ook vijfsterrenhotels te kunnen laten neerzetten. “We moeten gewoon bouwen”, vindt hij. “De aantallen volgen vanzelf wel.”

De City Man plant de stadsontwikkeling naar Europees model. Moderne structuren, brede wegen. Gevraagd waar de boeren van Fort Portal, meer dan 80 procent van de bevolking, bij verdere verstedelijking heen moeten, lacht hij hartelijk. “Al die kleinschalige boeren houden zichzelf in leven met te beperkte middelen. Dat is niet langer een levensvatbaar model.” Ruhunda denkt dat binnen tien jaar niemand zich nog een stuk land in Fort Portal kan veroorloven. “Boeren moeten dan maar verkassen naar buiten de stad.”

Dode letter

De plannen voor Fort Portal als grote stad liggen klaar in het gemeentehuis. Een consultancybureau heeft minutieus uitgetekend waar nieuwe woonwijken, winkelcentra en wegen moeten komen. Want goede plannen trekken goede investeerders. Het gemeentebestuur wil door langetermijnplanning koste wat het kost voorkomen dat zijn stad hetzelfde lot beschoren is als Kampala, 300 kilometer verderop. De Oegandese hoofdstad is berucht om haar drukte en eindeloze fileleed. Tijdens het spitsuur staan chauffeurs er makkelijk drie uur vast; op vrijdag duurt de opstopping de hele dag.

De middelen om ook maar één van hun ambitieuze plannen uit te voeren zijn er voorlopig niet. En dus blijven vuistdikke rapporten dode letter.

Stadsontwikkelaars van Fort Portal worstelen echter met het probleem dat nagenoeg elk project in Oeganda in de kiem smoort: geld. De middelen om ook maar één van hun ambitieuze plannen uit te voeren zijn er voorlopig niet. En dus blijven vuistdikke rapporten dode letter. Vaak neemt de bevolking daarom zelf het heft in  handen. Ruimtelijke-ordeningplanners lopen eeuwig achter de feiten aan.

Dat wordt duidelijk in Kabundaire, een stadsdeel net buiten het centrum van Fort Portal. Op donderdagochtend, wanneer boeren uit de wijde regio zich verzamelen voor de wekelijkse landbouwmarkt, is het de bedrijvigste plek van de stad.

Vrouwen in kleurige doeken prijzen luidkeels aubergines en tomaten aan, mannen zeulen met gerafelde zakken aardappels. Bij elke goede koop feliciteren de marktvrouwen elkaar met een kreet die het midden houdt tussen luid gelach en gegil. Het is moeilijk voor te stellen dat deze drukke wijk nog geen tien jaar geleden niet meer was dan een zompig moeras.

De inwoners van Fort Portal hadden een plek nodig om handel te drijven. Toen het stadsbestuur niks deed, besloten ze het zelf te regelen. Ze gooiden de vochtige vlakte dicht met grote stenen en aarde. Van toen af ging het snel: Kabundaire is tegenwoordig niet enkel meer een markt, maar een volwaardig stadsdeel. Er is zelfs een campus van de universiteit gevestigd. Van het moeras blijft niks meer over.

Heleen D’Haens en Boris Lemereis

Als boeren hun lapje grond volplanten met thee, houden ze geen gewassen over voor eigen consumptie. Bij een slechte oogst hebben ze dan niks om op terug te vallen.

‘Bovendien leefden in het moeras veel zeldzame insecten en vogels: precies die dingen waarvoor toeristen naar Fort Portal komen’

‘Dat is een gevaar’, zegt Sam Mugume, hoofdplanner bij het district. ‘Het moeras diende als natuurlijke filter voor het water in de stad. Nu we die niet meer hebben, is de kans op ziekten in de stad aanzienlijk groter.’ Na elke regenbui blijven dagenlang grote plassen stilstaand water staan op de markt. Daarin verzamelen zich algen en vuil. Muggen gebruiken ze dankbaar als broedplaats. 

‘Bovendien’, zegt Mugume, ‘leefden in het moeras veel zeldzame insecten en vogels: precies die dingen waarvoor toeristen naar Fort Portal komen. Het was geen goede beslissing om alles dicht te gooien.’ Tegelijk erkent de planner dat er een plek nodig was voor de handel. Kabundaire was voor de bewoners de enige optie. ‘En de zaken gaan goed. Ik snap heus wel dat die mensen ergens heen moesten met hun handelswaar. Je moet als planner voor een groeiende stad als Fort Portal soms ook toegevingen doen.’

Kabundaire is niet de enige plek waar de gemeente haar langetermijnplan moest herzien. Her en der verrijzen in Fort Portal huizen en winkeltjes op plekken die het stadsbestuur graag anders ingevuld had gezien. ‘Soms als we een weg willen aanleggen, stoten de aannemers opeens op een huis’, klaagt ontwikkelingsambtenaar Joachim Binta. ‘Dat heeft iemand dan neergepoot zonder toestemming te vragen aan het stadsbestuur. Mensen bouwen hier wat ze willen. Het gebeurt heel vaak dat wij ons moeten aanpassen.’

Agritoerisme

De markt in Kabundaire laat zien dat de lokale bevolking in Fort Portal toe is aan verdere verstedelijking. Het stadsbestuur heeft wilde plannen voor meer industrie en betonnen infrastructuur, ten koste van de groene heuvels die de stad omzomen. Wat het lijkt te vergeten, is dat westerse toeristen, dé inkomstenbron voor de stad, precies die ongerepte heuvels mooi vinden.

Het stadsbestuur heeft wilde plannen voor meer industrie en betonnen infrastructuur, ten koste van de groene heuvels die de stad omzomen.

Clovis Kabaseke, landbouwonderzoeker aan de lokale Mountains of the Moon University en enthousiast promotor van duurzame landbouw, ziet met lede ogen aan hoe het stadsbestuur Fort Portal wil omvormen tot een verwesterste stad. Dat brengt volgens hem zowel de voedselvoorziening als het toeristische potentieel van Fort Portal in gevaar. ‘Het bestuur wil een toeristenstad maken, maar is niet goed voorbereid’, vindt Kabaseke. ‘We hebben hier zelfs geen toeristische dienst!’

De onderzoeker blijft niet bij de pakken neerzitten. Hij heeft bedacht dat de oplossing voor de groeipijnen van Fort Portal ligt in agritoerisme, de combinatie van landbouw en toerisme. Enkele kilometers buiten de stad werkt hij aan ‘de boerderij van de toekomst’: een ecologisch erf dat tegelijk dienst doen als toeristenverblijf. Zo blijft de voedselvoorziening in stand en profiteert de gemeenschap tegelijk van de economische voordelen van toerisme.

Heleen D’Haens en Boris Lemereis

Het stadsbestuur van Fort Portal droomt van een moderne stad, met meer diensten en minder landbouw.

De boerderij van Kabaseke is ruim opgezet en doet door een veelheid aan zeldzame planten eerder denken aan een botanische tuin. De vijftiger zigzagt enthousiast tussen de tropische gewassen door terwijl hij zijn ideeën uiteenzet. Tussen de planten wil hij hutjes neerzetten die hij aan bezoekers kan verhuren.

Om zijn ideeën over duurzame ontwikkeling te delen, organiseert de landbouwexpert regelmatig workshops voor lokale boeren. Hij nodigt steevast het stadsbestuur van Fort Portal uit, maar daarvan daagt zelden iemand op. ‘De mensen die het hier voor het zeggen hebben, willen niet dienen, maar verdienen’, vindt Kabaseke.

‘De mensen die het hier voor het zeggen hebben, willen niet dienen, maar verdienen’, vindt Kabaseke.

‘Ze nemen graag het woord duurzaamheid in de mond. Maar ze hebben geen idee wat het betekent. Neem nu onze botanische tuin. Die willen ze het liefst vervangen door een winkelcentrum. Terwijl grote Europese steden hun tuinen juist koesteren!’ Geen enkele toerist zit op een betonnen Fort Portal te wachten, vindt Kabaseke. ‘De heuvels, het groen… De natuur is ons unique seling point. Dat moeten we echt zo houden.’

Juist daar zit hem de onenigheid. Voor parlementslid Alex Ruhunda, de City Man, is het winkelcentrum topprioriteit. Hij ziet economische groei als oplossing voor bevolkingsgroei. Het probleem met de voedselvoorziening klinkt hem bekend in de oren. Maar een oplossing heeft hij niet. ‘Natuurlijk moeten we daarover nadenken. Dat is alleen niet makkelijk.’

Ruhunda is ervan overtuigd dat in een goed geplande metropool alle problemen zichzelf oplossen. Banen? Die komen er vanzelf wel als Fort Portal maar genoeg toeristen trekt. Huisvesting? Als de stad groeit, staan vastgoedinvesteerders automatisch in de rij. ‘Fort Portal wordt een prachtige stad’, denkt de City Man. ‘Zodra we geld krijgen uit Kampala.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.